Bedrijven, overheidsdiensten en experts die twijfelen aan de veiligheid van Huawei-apparatuur, kunnen die spullen vanaf vandaag testen in Brussel. Om transparanter te zijn over de eigen producten en hoe die beveiligd zijn, heeft Huawei daar een Cyber Security Transparency Center geopend.
Met het centrum hoopt Huawei het vertrouwen terug te winnen van overheden en bedrijven en aan te tonen dat hun apparaten niet gebruikt kunnen worden voor duistere doeleinden zoals spionage.
Kijkje in eigen keuken
In het centrum wil Huawei een kijkje in de keuken bieden, alsof het een grote cybersecurity showroom is. Het techbedrijf wil er laten zien hoe het producten en diensten veilig maakt, zoals de 5G-netwerkproducten van het bedrijf.
Daarnaast kunnen overheden en bedrijven er terecht om zelf te testen of de producten voldoen aan de eisen.
Charmeoffensief
"Ik snap wel dat ze dit doen", zegt cyber securityonderzoeker Sico van der Meer van Instituut Clingendael. "Het is een tegenoffensief en charmeoffensief om de beschuldigingen van de VS en de bondgenoten te ontkrachten."
De VS roepen andere landen al langer op om apparatuur van Huawei vooral in de ban te doen, omdat het bedrijf via achterdeurtjes in de apparatuur zou kunnen spioneren. Bewijs dat dit gebeurt is overigens nog niet geleverd.
"Je ziet steeds meer aversie opkomen tegen Huawei, ook hier in de EU. En daar moet het bedrijf wat mee. Het moet zijn reputatie verdedigen. Dit is hun oplossing en eigenlijk het enige wat ze kunnen", zegt Van der Meer.
Voor de opening van het centrum ging Huawei alvast even buurten bij Eurocommissaris Andrus Ansip, die verantwoordelijk is voor de digitale markt in de EU.
Geen bewijs
Zelf ontkent Huawei achterdeurtjes in te bouwen voor de Chinese overheid, maar het gebrek aan bewijs zit Huawei ook dwars. "Dat is het vervelende voor het bedrijf. Er is geen bewijs. En zo lang dat er niet is, kun je het ook niet ontkrachten. Daarom kunnen ze niet anders dan zeggen: hier kun je zelf alles bekijken en testen", aldus Van der Meer.
Daar speciaal een testcentrum voor openen is bijzonder. "Het is vrij uniek dat een bedrijf zo tegemoet komt aan de kritiek en tegelijkertijd een effectieve manier om de strijd aan te gaan. Anders krijg je als bedrijf dat je van de markt wordt gedrukt op basis van geruchten", zegt hij.
Uitdaging
Zelf benadrukt het Huawei vooral dat vertrouwen in cyberveiligheid een grote uitdaging van de moderne wereld is. En dus eigenlijk het bedrijf ontstijgt.
"Vertrouwen moet gestoeld zijn op feiten, feiten moeten controleerbaar zijn en controles moeten gebaseerd zijn op dezelfde normen", zegt Huawei-ceo Ken Hu in een persbericht. Met het centrum wil het bedrijf precies dat voor elkaar te krijgen.
Geen garantie
Toch is het centrum geen garantie dat Huawei echt geen achterdeurtjes inbouwt, zegt Van der Meer. "Je checkt er niet mee wat je mee naar huis neemt en installeert. Dat kan net iets anders zijn dan wat je hebt getest."
Als Huawei echt kwaad wil, dan kan dat dus ook. "Dat kunnen minuscule chips zijn, maar ook in de code zitten. In de eentjes in nulletjes. 100 procent veiligheid bestaat niet in het veiligheidsdomein. Het is een kat-en-muis-spel, want er wordt ook continu geïnnoveerd", zegt hij.
Pech: made in China
Het bedrijf heeft ook een beetje de pech dat het uit China komt, zegt de veiligheidsonderzoeker. Een land dat niet terugdeinst voor economische cyberspionage.
"En men baseert zich deels op het feit dat het bedrijf dicht staat bij de Chinese Communistische Partij en dat ze naar de politiek moeten luisteren als de veiligheid van het land erom vraagt. Ook daar is moeilijk iets aan te doen.”
VS kan er ook wat van
Maar het gevaar hoeft niet alleen uit China te komen. "China is misschien berucht als het gaat om het economisch spioneren en wegzuigen van innovatie. Maar de Amerikanen en Russen kunnen er natuurlijk ook wat van."
Net als andere experts vindt ook Van der Meer dat niet alleen Chinese spullen onder de loep moeten worden genomen. "Als je de telecominfrastructuur veilig wil maken, moet alle componenten testen. Het maakt niet uit waar het vandaan komt."
Hij pleit voor een Europese aanpak op dat gebied. "Als ieder land zijn eigen maatregelen treft wordt het een lappendeken van regels. Doe het daarom vooral op EU-niveau."
