De energieopbrengst van zonnepanelen in Nederland was het afgelopen jaar 10 tot 25 procent hoger dan verwacht. Vooral eigenaren in het oosten en zuiden van het land profiteerden hiervan.
Dat blijkt uit een berekening van wetenschappers van de Universiteit Utrecht (UU) aan de hand van KNMI-gegevens van alle meetstations in Nederland. Gemiddeld gezien leverden zonnepanelen vorig jaar 18,9 procent meer op ten opzichte van het langjarig gemiddelde, dat is berekend over de periode 1981-2010.
Veel eigenaren van zonnepanelen hadden in oktober al evenveel energie opgewekt als normaal gesproken in een heel jaar. Doordat ook het laatste kwartaal, met name oktober, vol zat met zonnige dagen kan er gesproken worden van een recordopbrengst, stelt hoogleraar zonne-energie Wilfried van Sark van de UU.

Zonnigste jaar sinds meting
Medio december bleek al dat 2018 het zonnigste jaar is sinds de eerste metingen. Toen werd het oude record uit 2003 van de troon gestoten. Een belangrijke oorzaak daarbij is de steeds schonere lucht in Nederland.
Volgens de UU is zonne-energie momenteel goed voor circa 3 procent van de elektriciteitsvoorziening in Nederland. Dat kan volgens Van Sark in 2030 stijgen naar ongeveer een-derde van onze elektriciteit.