In de toekomst rijden we wellicht op ijzer, zeggen onderzoekers Niels Deen en Philip de Goey van de TU Eindhoven. Zogenaamde metal fuels zijn heel geschikt als brandstof, vooral voor zwaar transport over land en zee.
IJzer is een goede energiedrager, legt hoogleraar verbrandingstechnologie De Goey uit in De Volkskrant. De methode die hij voor ogen heeft werkt als volgt: fijngemalen ijzer wordt verbrand, waarna energie vrijkomt die kan worden gebruikt voor de aandrijving van een motor.
Na dat proces blijft roest over, dat weer kan worden gereduceerd tot ijzer en water door er bij hoge temperaturen waterstof doorheen te blazen.
Beter dan lithium-ion
De metal fuels kunnen een stuk meer energie herbergen dan bijvoorbeeld lithium-ionaccu's, die in elektrische auto's worden gebruikt. Die zijn dan ook niet geschikt voor langeafstandtransporten over land en zee. Van het ijzer zou bovendien relatief gezien een stuk minder nodig zijn in volume, wat zeker in zeetransport interessant is.
De onderzoekers praten onder andere met energieonderzoekscentrum ECN, energiecentraleproducent Mitsubishi en de Budelse zinkproducent Nyrstar over mogelijke toepassingen. Er is nog wel veel onderzoek nodig voor de metal fuels echt gebruikt kunnen worden, stelt Deen in de krant: "Alle losse onderdelen van het proces blijken in laboratoria te werken, nu willen we alles bij elkaar brengen om te zien of het ook in de praktijk werkt."