4-3-3, 5-3-2 of 3-4-3? Het komende halfjaar zal deze combinatie van cijfers vaak terugkomen als het om het Nederlands elftal en Louis van Gaal gaat. De bondscoach gelooft namelijk in een bepaald speelsysteem voor zijn Oranje, dat op het WK in Qatar eind dit jaar zich moet kunnen gaan meten met de wereldtop. Zoals in 2014, toen onder leiding van Van Gaal de halve finales werden behaald. Gaat de ervaren trainer, in zijn laatste kunstje, opnieuw verrassen?
Als je het over Van Gaal en Oranje hebt, denk je al snel terug aan het succesvolle WK van 2014. De oefenmeester verraste daar vriend en vijand door de derde plaats te halen op een toernooi, waar geen Nederlandse voetbalfan vooraf iets van verwachtte.
Op de bondscoach na dan. Van Gaal zag wel degelijk kansen, ondanks zijn onervaren verdediging, de jonge spelersgroep en het gebrek aan veel topspelers. Alleen Robin van Persie (Manchester United) en Arjen Robben (Bayern München) behoorden immers tot de Europese elite. Wesley Sneijder was bij Galatasaray al richting afbouwen aan het glijden.
4-3-3
Waarom Van Gaal zoveel vertrouwen had? Onder meer vanwege een door hem uitgedokterd spelsysteem, dat een gemankeerd Oranje zou passen als een goed gegoten jas.

In de WK-kwalificatie voor 2014, en daarvoor bij FC Barcelona en Ajax, speelde Van Gaal eigenlijk altijd 4-3-3. Vier verdedigers, drie middenvelders, drie aanvallers. Een typisch Hollandse voetbalstijl.
Strootman
In 2014 stapte de trainer van dat geloof af. De reden was een bijzondere. Vlak voor het WK in Brazilië raakte Kevin Strootman zwaar geblesseerd. De linksbenige middenvelder was in de ogen van Van Gaal onmisbaar in zijn beoogde 4-3-3 opstelling.
Toen de speler van AS Roma wegviel en de trainer geen vervanger van hetzelfde niveau kon vinden, ontsproot een nieuw systeem in het brein van de bondscoach: 5-3-2 moest het worden.
Een extra verdediger (een vijfde, in plaats van de vier die normaal gesproken de laatste linie vormen) zou voor meer zekerheid zorgen.
De drie offensieve spelers voorin (Sneijder, Van Persie en Robben) mochten lekker hun ding doen, terwijl de zeven andere veldspelers, plus de keeper, de aanvallen van de tegenstander moesten zien te neutraliseren. Zij waren er voor de balans.
Gammel
Helemaal geen gekke gedachte, aangezien de achterhoede bestond uit onder anderen twee 22-jarige Feyenoorders (Stefan de Vrij en Bruno Martins Indi) die nog nooit wat gewonnen hadden en een 29-jarige verdediger van de Engelse middenmoter Aston Villa (Ron Vlaar), die al enkele zware blessures had moeten doorstaan. Een extra slot op de deur was dus geen overbodige luxe voor dat achterin gammele Oranje.
Dat probleem heeft Van Gaal nu in ieder geval niet. Met Virgil van Dijk, Matthijs de Ligt, Stefan de Vrij, Jurriën Timber, Nathan Aké, Denzel Dumfries en Daley Blind beschikt het Nederlands elftal over voldoende verdedigende ervaring en kwaliteit. Veel landen zouden jaloers zijn op een achterhoede bestaande uit bijvoorbeeld De Ligt, De Vrij en Van Dijk.

Het is ook niet zo, dat Van Gaal nu ineens een cruciale speler moet missen, zoals in 2014 met Strootman het geval was. Even afkloppen om zware blessures bij belangrijke middenvelders af te zweren, maar de bondscoach kan al maanden leunen op Frenkie de Jong, Davy Klaassen en Georginio Wijnaldum. Ook drie spelers die het klappen van de zweep in de Europese (sub)top wel kennen.
Aanval
Nee, volgens Van Gaal zit het probleem 'm dit keer in de aanval. De trainer vindt dat hij de echt goede buitenspelers mist (de twee buitenste spelers in de voorste drie, van de 4-3-3) om het klassieke Nederlandse systeem te kunnen hanteren. "Ik blijf maar zeggen dat we op de vleugels niet sterk bezet zijn", zei hij inderdaad meer dan eens sinds zijn hernieuwde aanstelling bij Oranje.
Aan de linkerkant in de voorhoede gaat het nog wel, maar op rechts is er – naast Steven Berghuis – eigenlijk niet één voetballer die op die positie het best uit de voeten kan. Steven Bergwijn zou het kunnen, maar hij speelt zo weinig dat het nog maar de vraag is of hij er in Qatar bij zal zijn. Berghuis is daarnaast bij Ajax ook nog eens een middenvelder geworden.
Driehoekjes
Maar er is meer. Van Gaal zelf is ook veranderd. Vroeger stond hij, net als Johan Cruijff, pal achter de filosofie die Nederland in het verleden zoveel gebracht had: 4-3-3. Aanvallen met drie aanvallers en drie middenvelders, want dan had je overal op het veld driehoekjes die voetballers met elkaar konden maken om tegenstanders uit te spelen.
Tegenwoordig denkt Van Gaal daar heel anders over. Toen een kritische journalist hem daar vorig jaar op wees, reageerde de oefenmeester niet eens betrapt. Hij kwam er openlijk vooruit.
"Dat heet: evolutie", zei Van Gaal over de switch in zijn filosofie. De bondscoach had vlak daarvoor een lofzang gehouden over het 3-4-3 systeem van Champions League-winnaar Chelsea. "Ik ontwikkel me ook. Zelfs nog op 70-jarige leeftijd."
In een groot interview in de Volksrant legde Van Gaal die evolutie als volgt uit: "Ik was overgoten met het Ajax-DNA, maar naarmate ik meer ervaring kreeg, is dat veranderd. (...) Naarmate ik langer trainer was, leerde ik dat systeem (5-3-2, red.) liefhebben. Je kunt ermee aanvallen. Je kunt ermee verdedigen. Je kunt de tegenstander overal onder druk zetten en je neemt, als je het goed speelt, minder risico dat de tegenstander op de counter doorbreekt, want je hebt drie verdedigers in het centrum. Ook ik dacht dat je met 4-3-3 het best driehoekjes kon vormen over het hele veld, maar toen had ik nog niet het vermogen om de zegeningen van dat andere systeem te zien."
Verwachtingen
Nog een verschil met acht jaar geleden is dat Van Gaal dit keer zelf de verwachtingen laag houdt. In 2014 was dat niet nodig, toen deed de buitenwereld er zelf al alles aan om geen vertrouwen te hebben in het toernooi in Brazilië.
Nu is het de bondscoach zelf die elk overdreven optimisme tempert. Van Gaal in Trouw: "Wereldkampioen worden is een utopie. Nou ja, een droom, iets wat kán gebeuren, maar volgens mij zijn er veel meer landen die dat ook kunnen en veel meer kwaliteit hebben."
'Klinkt beter'
Tegenwoordig spreekt Van Gaal overigens liever over een '1-3-4-3' of een '1-3-4-1-2'. De eerste '1' staat overigens voor de doelman, die de coach altijd meerekent.
De reden waarom hij het graag zo uitlegt, deed hij opnieuw uit de doeken in de Volkskrant: "Zodat het wat aanvallender klinkt, want anders kan een aantal journalisten het niet vatten."
En dus klonk het, een dag voor het oefenduel met Denemarken dat vanavond op het programma staat: "We gaan 1-3-4-1-2 spelen", aldus Van Gaal. "Ik heb er een voorkeur voor, omdat de tegenstander zich dan elke keer moet aanpassen. Zij moeten elke keer een keuze maken om onze aanvallende middenvelder wel of niet te dekken."
Problemen
"In principe hebben we nu heel veel kwaliteit in de verdediging", antwoordde hij op de vraag waarom het 1-5-3-2, of 1-4-3-1-2, eigenlijk zo goed past bij dit Oranje.

"Én dit systeem brengt de tegenstander in de problemen. Ze moeten dingen oplossen waar ze niet aan gewend zijn. Kijk naar de Premier League. Er zijn steeds meer teams die dat systeem spelen. En dan zie je dat het verschil tussen de top en minder top heel klein wordt."
Van Gaal bewierookte al eerder een ploeg als Go Ahead Eagles, dat met hetzelfde systeem Ajax op 0-0 wist te houden en in eigen huis zelfs met 2-1 van de Amsterdammers won.
Niet top
Kort samengevat: Van Gaal vindt het huidige Oranje ook niet top en is van mening dat zijn team zich moet aanpassen om betere tegenstanders weer te kunnen verrassen, zodat er toch van ze gewonnen kan worden. Een raakvlak met 2014.
Op zijn Van Gaals houdt hij tot slot toch de moed erin en probeert de trainer het vertrouwen in zijn spelers te laten groeien. "Als wij dit systeem heel goed gaan spelen, dan denk ik dat wij kans maken. Zo simpel is het."