Staatssecretaris Gunay Uslu ligt flink onder vuur bij de oppositiepartijen vanwege een wetswijziging. Uslu wil streamingdiensten zoals Netflix en Videoland verplichten een deel van hun omzet te investeren in Nederlandse producties. Maar volgens oppositiepartijen is achter de rug van Uslu om zoveel aan het voorstel gesleuteld door coalitiepartijen, dat het nog amper uit haar koker komt.
Streamingbedrijven zoals Netflix en Videoland moeten straks verplicht investeren in Nederlandse producties. Deze zogenoemde investeringsverplichting vraagt om een wetswijziging die door staatssecretaris Uslu (media) geregeld moet worden: haar eerste grote opdracht. De wetswijziging is al ruim vier jaar in de maak.
Het idee achter zo'n investeringsverplichting is dat onafhankelijke Nederlandse producenten van films en documentaires beter worden ondersteund. Zij kunnen vaak moeilijk concurreren met grote buitenlandse productiemaatschappijen. Het levert tientallen miljoenen euro’s op voor de Nederlandse sector.
Rijkelijk laat
Ons land is ook rijkelijk laat met zo'n verplichting: veel omliggende Europese landen hebben al zo’n investeringsverplichting opgelegd aan videodiensten.
Maar de wetswijziging gaat allesbehalve soepel, bleek vandaag tijdens het derde debat over het voorstel. Volgens oppositiepartijen SP, GroenLinks, PvdA en PVV is door de coalitiepartijen zoveel aan het voorstel gemorreld, dat het nog amper aan Uslu kan worden toegeschreven en de eisen aan bedrijven zoals Netflix en Videoland flink worden afgezwakt.
Pijnpunten
De oppositie in de Tweede Kamer struikelde vooral over de tegenstrijdige besluiten van de staatssecretaris. Zo ging Uslu akkoord met het voorstel om 80 procent van het vrijgemaakte geld aan kleine producenten te geven, maar stemde ze ook in met 60 procent.
SP-Kamerlid Peter Kwint had daar geen goed woord voor over. Hij vroeg zich tijdens het debat hardop af wat het kabinet gaat doen als allebei de amendementen worden aangenomen. "Gaan we dan dobbelen welk percentage het wordt?"
Onduidelijkheid
Ook is er onduidelijkheid over het percentage dat streamingdiensten in Nederlandse producties moeten steken en voor welke genres dat dan moet gelden. In het oorspronkelijke plan stond dat het 4,5 procent moet zijn, maar regeringspartijen willen dat naar 5 procent van de omzet brengen. Dat moet enkele miljoenen extra voor de Nederlandse mediasector opleveren.
Mohammed Mohandis (PvdA) wees erop dat dit het eerste wetsvoorstel is dat op het bordje van de staatssecretaris ligt. En dat het 'weinig goeds belooft'.
Zo vroeg de PvdA'er zich tijdens het debat af of Uslu wel bekwaam genoeg is voor de andere dossiers die op haar bordje liggen, zoals de eventuele intrekking van de erkenning van Ongehoord Nederland. De staatssecretaris heeft aangegeven nog voor de zomer de Tweede Kamer te informeren.
'Geen schoonheidsprijs'
Pim van Strien van regeringspartij VVD gaf toe dat het proces 'hobbelig kon ogen, maar dat de uitkomst er zeker mag zijn'. Ook Uslu's D66-partijgenoot Jorien Wuite gaf aan dat het proces 'geen schoonheidsprijs verdient'. Wel zei het Kamerlid dat ze 'tevreden genoeg" is over het wetsvoorstel dat er nu ligt.
Wegens tijdgebrek kwam Uslu zelf niet meer aan het woord vandaag. Op een later tijdstip zal zij in de Kamer reageren op de wijzigingsvoorstellen.
