Opa's en oma's kunnen straks makkelijker een omgangsregeling met een kleinkind krijgen. Dat blijkt een uit wetsvoorstel van minister Weerwind (Rechtsbescherming). Bij de rechter hoeven ze niet meer te bewijzen dat ze langdurig contact hadden met het kleinkind om een omgangsregeling te krijgen.
"Zowel kleinkinderen als grootouders zijn grote verliezers als er buiten hun wil geen contact meer onderling is. Het leidt tot veel verdrietige situaties en kan schadelijk zijn voor de ontwikkeling van een kind. Het is daarom belangrijk hierop de wet aan te passen", zegt minister Weerwind in een reactie.
'Intensief contact'
Nu moeten opa's en oma's nog bij de rechter aantonen dat ze in het verleden intensief contact hadden met een kleinkind, omschreven als een 'nauwe persoonlijke betrekking'. Dat is binnenkort niet meer nodig. Zodoende kan de rechter meteen oordelen over een eventuele omgangsregeling.

De overige regels rond een omgangsregeling blijven onveranderd: een rechter kijkt eerst of een omgangsregeling altijd in het belang van het kind is.
Volgens het ministerie van Justitie & Veiligheid betekent een omgangsregeling niet altijd bezoekrecht. "De omgang kan bijvoorbeeld ook bestaan uit bellen met opa of oma, als dit beter is voor het kind", aldus het ministerie in een toelichting.
Er is al langer bekend dat er een wet aan zat te komen die het makkelijk maakt om een omgangsregeling aan te vragen. Nu er advies is ingewonnen bij de Raad van State komt de wet een flinke stap dichterbij. Wanneer het wetsvoorstel ingaat, hangt af van de behandeling in de Eerste en Tweede Kamer.