De Tweede Kamer zal op 4 april debatteren met de premier en de vicepremiers over de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen. Dat melden Haagse bronnen aan de politiek redactie van RTL Nieuws. De coalitiepartijen die een Kamermeerderheid hebben, hielden zo'n debat eerder vandaag nog tegen, tot grote woede van de gehele oppositie.
GroenLinks-leider Jesse Klaver had 'vanwege de politieke aardverschuiving' om het duidingsdebat gevraagd. De oppositie wil weten wat de verkiezingsuitslag gaat betekenen voor het kabinetsbeleid ten opzichte van stikstof.
Want binnen de coalitie wordt gekeken of de huidige afspraken over stikstof nog houdbaar zijn, zei stikstofminister Christianne van der Wal vanmiddag na afloop van een overleg op het Binnenhof. Daarbij ligt ook op tafel of de deadline van 2030 verschoven wordt of niet. Kijk hier naar de uitleg van Van der Wal:
Minister Van der Wal: kabinet bespreekt stikstofafspraken
Vertrouwenscrisis
Jesse Klaver (GroenLinks) refereerde aan alle verhalen in de media over de mogelijke aanpassingen van het beleid. Hij wees erop dat de Kamer intussen niet wordt bijgepraat.
Hij kreeg onder meer de steun van BBB-leider Caroline van der Plas, die een monsterzege behaalde afgelopen woensdag. De partij werd de grootste in alle twaalf provincies. Zij sprak van een vertrouwenscrisis onder de kiezers.

De coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, die allemaal verloren tijdens de verkiezingen, vonden een debat in de Tweede Kamer te vroeg en niet de juiste plek. Daarnaast zou een duidingsdebat over de verkiezingen in de provincies thuishoren, en niet in de plenaire zaal van de Tweede Kamer.
Woede en hoongelach
Het leidde tot woedde en hoongelach vanuit de oppositiebankjes. "Dit is toch niet te geloven. De coalitie verliest tien zetels en de coalitie wil geen debat", zei PVV-leider Geert Wilders. Het ziet ernaar uit dat de coalitiepartijen in de Eerste Kamer tien van hun huidige 32 zetels verliezen.
Gezien de 'politieke aardverschuiving' vindt ook de Partij voor de Dieren een Kamerdebat op zijn plaats.
Omdat Klaver geen meerderheid kreeg achter zijn voorstel, vroeg hij om een hoofdelijke stemming. De coalitie kwam de uren daarna tot inkeer en stemde in met een debat op 4 april.