Er heeft mogelijk jarenlang roofkunst gehangen in de Eerste en Tweede Kamer. Dat is kunst die tijdens de Tweede Wereldoorlog door nazi's is afgepakt van Joodse families. Komende tijd worden alle kunststukken die na de oorlog aan Nederland zijn teruggegeven onderzocht, ook de schilderijen die in in het parlement hingen.
Decennialang hing het werk in de kamer van de voorzitter van de Tweede Kamer, en van haar voorgangers: 'Vissersboten voor de kust' van de beroemde Haagse schilder Hendrik Willem Mesdag.
Maar toen ze hoorde dat het schilderij mogelijk door de nazi's geroofd is, heeft Kamervoorzitter Bergkamp het gelijk laten weghalen. "Toen ik dat las, heb ik meteen gezegd dat het zo snel mogelijk onderzocht moet worden. Het is mijn morele verantwoordelijkheid om hier aan mee te werken."
Foute kunst
In de Tweede en Eerste Kamer hangt mogelijk meer roofkunst. Nader onderzoek moet dat uitwijzen. Dat is aan het licht gekomen bij een groot onderzoek door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Alle werken uit de zogenoemde Nederlands Kunstbezit-collectie worden onder de loep genomen. Dat zijn werken die na de oorlog door de geallieerden zijn teruggevoerd uit Duitsland.
Er is al eerder onderzoek naar gedaan – net na de oorlog – maar nu zijn de technieken verbeterd en volgt een hernieuwd onderzoek. Er kunnen dus werken tussen zitten die de nazi's gestolen of ontvreemd hebben van Joodse families in de Tweede Wereldoorlog.

Duizenden werken onder de loep
"Die hele collectie bestaat in totaal uit 3500 kunstwerken. Het gaat om schilderijen, maar ook om servies of tapijten", zegt Dolf Muller van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. "De Eerste en Tweede Kamer hebben deze schilderijen in bruikleen. De collectie hangt ook in musea en bijvoorbeeld bij ambassades."
Er is een speciaal onderzoeksteam opgericht. Vier jaar lang spitten en graven zij als kunstdetectives om de herkomst van de verdachte kunstwerken te achterhalen.
Zwaar beveiligd depot
Dat gebeurt in een zwaar beveiligd depot in Amersfoort waar de kunstcollectie van de Nederlandse staat ligt opgeslagen. "De onderzoekers pluizen alles wat we weten van het kunstwerk uit. Maken foto's, wroeten de archieven door", zegt Jacob Kohnstamm. "Bij schilderijen lukt dat het beste, de achterkant is heel belangrijk. Daar zie je allerlei informatie."
Kohnstamm is voorzitter van de restitutiecommissie die bepaalt of iets roofkunst is of 'schone' kunst en dus zonder smet in een museum of de Tweede Kamer kan hangen. "Dan willen we het kunstwerk graag weer exposeren in een museum of in de Tweede Kamer, zodat het publiek ervan kan genieten."
Jaren duren
Onderzoek of een kunstwerk roofkunst is – en dus door nazi's gestolen – kan soms jaren duren. "En soms komen we er helemaal nooit achter. Maar soms gebeuren er kleine wonderen", weet Kohnstamm.
Als wél sprake is van roofkunst doen ze er alles aan om de oorspronkelijke eigenaar weer terug te vinden. Vorige week lukte dat. "De Staat heeft na lang onderzoek twee schilderijtjes terug kunnen geven aan een Joodse familie. De prijs van de twee werken is nog geen 500 euro, maar de emotionele waarde is onbeschrijflijk."
Sinds de oorlog zijn een kleine duizend werken teruggebracht naar de rechtmatige eigenaren, bijna altijd Joodse families. Muller: "De oorlog is ruim tachtig jaar geleden. We moeten dus opschieten als we de rechtmatige eigenaren willen achterhalen. Veel Joodse families zijn natuurlijk niet meer in leven."
Nieuw kunstwerk
Alle verdachte kunstwerken zijn inmiddels verwijderd uit Eerste en Tweede Kamer. Wanneer er duidelijkheid komt over het schilderij van Bergkamp en de andere werken? "Dat kan weken duren. Maanden, jaren. En misschien komen er nooit achter." Als er niets mis is met het schilderij, hopen Muller en Kohnstamm dat de werken weer terugkeren in musea of op de Kamer van Bergkamp.
In de tussentijd heeft Bergkamp een oplossing: een nieuw schilderij uit de collectie siert haar Kamer. "Ook mooi, maar ik hoop dat het andere schilderij terugkeert. Als de herkomst natuurlijk is bepaald. Maar voorop dat staat als het roof is dat het terug moet naar de erfgenamen."