Het kabinet moet lopende uithuisplaatsingen van kinderen uit gezinnen die slachtoffer waren in het toeslagenschandaal binnen een halfjaar herzien. Een voorstel van Kamerlid Pieter Omtzigt en SP-leider Lilian Marijnissen hierover is vandaag aangenomen.
Eerder had het kabinet dit voorstel nog ontraden. Vandaag steunde de hele Tweede Kamer de motie.
1675 kinderen
De laatste zes jaar zijn volgens het CBS in totaal 1675 kinderen van toeslagenouders uit huis geplaatst. Hiervan woonden 555 kinderen eind 2021 nog steeds niet bij hun ouders of verzorgers.
De Kamer vindt dat de uithuisplaatsingen binnen een halfjaar opnieuw beoordeeld moeten worden als de ouders en het kind zich melden. Hiervoor moet het zogenoemde Ondersteuningsteam (OT), dat toeslagenouders bijstaat, de rechter kunnen vragen om opnieuw naar een lopende uithuisplaatsing te kijken.

De Kamer vindt dat deze kinderen, als het verantwoord is, zo snel mogelijk met hun ouders moeten worden herenigd. Als dat nog te vroeg is, moet in ieder geval het contact worden hersteld. "We hopen hiermee uitzicht te bieden voor kinderen en ouders, die veel geleden hebben onder het schandaal, weer te kunnen herenigen", reageert Omtzigt.
Ook moet het kabinet in kaart brengen hoeveel kinderen van erkende slachtoffers van het toeslagenschandaal 'vrijwillig' uit huis zijn geplaatst. Dat wil zeggen: niet op last van de rechter. Ook deze motie van Omtzigt is met algemene stemmen aangenomen.
'Onvergeeflijk'
SP-fractievoorzitter Marijnissen noemt getroffen worden door het toeslagenschandaal het ergste dat je kan overkomen: "En dan wordt je kind ook uithuisgeplaatst. Vervolgens wil het kabinet maar niet opschieten met het oplossen van dit schandaal." Ze noemt het onvergeeflijk. "Daarom is het goed dat de Kamer vandaag ons voorstel heeft aangenomen om binnen een half jaar zicht te geven op, waar mogelijk, hereniging."