Studenten gaan komende zomer scholieren helpen die door de coronacrisis achterstanden hebben opgelopen. Naar schatting gaat het om duizenden leerlingen op basis- en middelbare scholen. Dat komt bijvoorbeeld doordat hun ouders de taal niet goed spreken of omdat er weinig rust was in huis.
Niet voor iedere leerling pakte het thuiswerken de afgelopen maanden even goed uit. Het ministerie van Onderwijs en de hogescholen en universiteiten hebben daarom afspraken gemaakt om studenten in te zetten als hulptroepen.
Win-winsituatie
Biologiedocent in opleiding Tim Vos is een van hen. "Ik hoop dat ik de kinderen kan helpen met maatwerk. Waarschijnlijk lopen ze allemaal tegen andere dingen aan en dan kunnen we kijken hoe we dat het komende jaar in kunnen gaan halen."
Het wordt omschreven als een win-winsituatie: studenten doen praktijkervaring op én krijgen er studiepunten of geld voor. En leerlingen kunnen zo zonder achterstand aan het nieuwe schooljaar beginnen. Onderwijsminister Arie Slob is blij met de hulp. "De extra handen ontlasten de leraren en helpen leerlingen vooruit. Goed om te zien dat we ons met elkaar verantwoordelijk voelen om de achterstanden die zijn ontstaan zoveel mogelijk in te lopen."
Tim gaat komende zomer aan de slag op de zomerschool in Amsterdam voor middelbare scholieren. Hij verwacht bijlessen te kunnen geven in biologie. Maar daarnaast vindt hij het ook belangrijk om met de leerlingen te praten over de afgelopen maanden en over de situatie thuis. "Het is ook goed dat leerlingen hun verhaal kwijt kunnen."
Oefenen
In Utrecht is masterstudent onderwijswetenschappen Jasper Welling al begonnen. Hij geeft geen les op een zomerschool, maar begeleidt een 9-jarige jongen uit Eritrea die hier een jaar geleden is komen wonen. Dat gaat hij de komende vier maanden doen.
Het lesgeven doet hij nu nog alleen digitaal, vanwege de coronamaatregelen. "Ik begeleid hem nu twee keer per week. Helemaal als je de taal moet leren spreken is het belangrijk dat je dat blijft oefenen. En ik merk tijdens mijn online taallessen dat inmiddels de hele familie meedoet.”
Honderden miljoenen
Voor zowel Jasper als Tim is de belangrijkste motivatie om mee te doen dat ze hiermee kinderen wat meer gelijke kansen geven. Tim: "Ouders die het geld hebben, kunnen bijlessen wel betalen als hun kinderen achterstanden hebben opgelopen door corona. Ik zet me graag in voor kinderen die dat geld en de mogelijkheden niet hebben, omdat juist zij de afgelopen tijd misschien wel wat te weinig aandacht hebben gehad."
De lessen worden mogelijk gemaakt met een deel van de 244 miljoen euro die het ministerie van Onderwijs beschikbaar stelde voor het wegwerken van de achterstanden bij leerlingen. In Amsterdam, Leiden en Utrecht zijn de universiteiten nu begonnen met een aanbod voor scholen waarvoor studenten zoals Tim en Jasper kunnen worden ingezet. Als dat een succes is, gaat het op meer plekken in Nederland gebeuren.
