De aankoop van een aandelenbelang van 14 procent in Air France-KLM is niet volgens de regels verlopen. De Algemene Rekenkamer concludeert dat minister Wopke Hoekstra van Financiën de regels heeft overtreden door het parlement buitenspel te zetten. Bovendien neemt de Rekenkamer het de minister kwalijk dat hij weinig vertrouwen heeft in de Tweede Kamer.
En daarmee is de uitgave van 744 miljoen euro onrechtmatig. De Algemene Rekenkamer controleert ieder jaar of de staat zijn uitgaven fatsoenlijk kan verantwoorden en of de regering zich aan de regels houdt.
Diepste geheim
Het ministerie van Financiën kocht vorig jaar februari in het diepste geheim aandelen Air France -KLM, omdat de vrees bestond dat het in Frankrijk geleide concern het Nederlands belang steeds meer uit het oog begon te verliezen. Maar omdat het kopen van zo'n groot belang de koers behoorlijk kan beïnvloeden, werd de aankoop geheim gehouden.
Toen eenmaal was besloten om de transactie geheim te houden, werd het ook meteen een halszaak om het risico op lekken helemaal uit te sluiten. Anders zouden namelijk de regels worden overtreden over het bekendmaken van geheime koersgevoelige informatie. Dat is verboden.
Twaalf Kamerleden
Daarmee kwam minister Hoekstra in een lastig parket, want de Tweede Kamer hoort in te stemmen met uitgaven van het kabinet. Maar het ministerie concludeerde dat het parlement niet vertrouwd kon worden met zulke gevoelige informatie.
Daarom werd de Kamer niet vooraf geïnformeerd. In ieder geval niet in formele zin. Alleen twaalf Kamerleden werden in het diepste geheim bijgepraat vooraf, maar zij mochten niets met deze informatie doen. Ze moesten een geheimhoudingsverklaring tekenen en mochten het zelfs niet met hun eigen fracties delen. De Eerste Kamer wist helemaal van niks.
Wetten overtreden
En dus werden zonder toestemming van de Kamer aandelen gekocht. Daarmee zijn in ieder geval twee wetten overtreden. Ten eerste heeft het parlement dus geen toestemming kunnen geven voor de uitgave, daarmee is het budgetrecht van het parlement geschonden.
Ook is de zogenoemde compatibiliteitswet overtreden, die voorschrijft dat de Kamer geïnformeerd had moeten worden.
Overigens heeft de Tweede Kamer achteraf alsnog toestemming verleend door een aanvullende begroting goed te keuren. Daarmee is de ergste kou uit de lucht, maar het betekent niet dat daarmee alles in orde is.
Zorgelijke ontwikkeling
De Rekenkamer roept het kabinet dan ook op om in het vervolg wel de rechten van het parlement te respecteren. De Tweede Kamer kan ook vertrouwelijk geïnformeerd worden, concludeert de Rekenkamer. Het instituut wijst erop dat het minister van Financiën Wouter Bos destijds ook lukte om de Kamer vertrouwelijk te informeren over de nationalisering van SNS Reaal, zonder dat dit uitlekte.
"Het budget- en het informatierecht van het parlement zijn belangrijke beginselen van onze parlementaire democratie. We vinden het zorgelijk als er een cultuur zou ontstaan waarin deze beginselen ondergeschikt zijn aan het behalen van beleidsdoelen", aldus de Rekenkamer.
Gebrek aan vertrouwen
De belangrijkste oorzaak van de noodzaak om onrechtmatig te handelen is dan ook niet dat de procedures van het parlement niet de mogelijkheid bieden om zo'n transactie volgens de regels uit te voeren, maar 'een gebrek aan vertrouwen van de minister in de waarborgen van de Tweede Kamer om informatie vertrouwelijk te houden', concludeert de Rekenkamer.
Inmiddels is er wel wat veranderd. In een reactie laat de minister van Financiën weten dat er met de Tweede Kamer afspraken zijn gemaakt over de manier waarop in de toekomst de Kamer vertrouwelijk kan worden geïnformeerd. Van de noodzaak om ook de Eerste Kamer te informeren, is de minister nog niet overtuigd. Daarover is advies gevraagd aan de Raad van State.
Dat schiet de Rekenkamer in het verkeerde keelgat. "We zijn echter verbaasd dat de minister nog in onzekerheid is over de noodzaak om ook de Eerste Kamer te informeren. De wet laat op dit punt geen ruimte en het nalaten maakt de transactie onrechtmatig. Het staat de minister natuurlijk vrij om zich hierover te laten voorlichten door de Raad van State."