Er komt een investeringsfonds van tientallen miljarden euro's om de Nederlandse economie te versterken. De minister van Financiën zal het geld beheren. Zijn collega van Economische Zaken mag projecten uitzoeken die geld uit het fonds kunnen krijgen.
Dat staat in de Miljoenennota die volgende week op Prinsjesdag wordt gepresenteerd. De politieke redactie van RTL Nieuws heeft de plannen al ingezien. De vraag is niet meer of het fonds er komt maar hoe. Een bedrag wordt in de begroting niet genoemd. In de coalitie spreken partijen over enkele tientallen miljarden voor langetermijninvesteringen.
Met deze formulering is een fikse ruzie tussen VVD en CDA beslecht. Sinds de eerste contouren van het plan voor een investeringsfonds aan paar weken geleden naar buiten kwamen claimen beide partijen de geestelijke vader van het fonds te zijn. Tevens probeerde de VVD te bereiken dat hun partijgenoot Wiebes het fonds zou gaan beheren.
Chagrijnig
En dit was weer tegen het zere been van het CDA. "Ze waren knap chagrijnig in de ministerraad de laatste weken”, zegt een ingewijde. Volgens betrokkenen staat vast dat Hoekstra al tijdens de jaarwisseling 2018/2019 aan het plan voor een investeringsfonds begon te werken. "En in het voorjaar wilde Economische Zaken alleen maar 100 miljoen voor innovatie. En dat plan kwam van Mona Keijzer. Het woord fonds is uit Wiebes zijn mond niet vernomen”, zegt een ander.
In de begroting schrijft minister Hoekstra (Financiën, CDA) dat zijn collega Wiebes (Economische Zaken, VVD) komend jaar met plannen zullen komen om het 'duurzame verdienvermogen op de lange termijn te versterken'. Sommige van die plannen kunnen uit het investeringsfonds worden betaald, anderen wellicht door financiering vanuit het bedrijfsleven, schrijft Hoekstra.

Welvaart
Voor geld uit het fonds zullen strenge randvoorwaarden gelden. De investeringen moeten te goede komen aan de economische groei van Nederland over 20 of 30 jaar. "Oftewel duurzame economische groei en dus aan toekomstige welvaart”, aldus Hoekstra.
Dat betekent dat niet de korte termijn ‘maar het belang van huidige én toekomstige generaties belangrijk afwegingskader voor deze publieke investeringen zijn. Kennisontwikkeling, research & development (R&D) en innovatie en infrastructuur lijken de terreinen die het meest kunnen bijdragen aan productiviteitsgroeí.
Begin volgend jaar zullen Hoekstra en Wiebes het precieze plan naar de Tweede Kamer sturen.
