Tweede Kamer richt vizier op premier Rutte in Wilders-affaire

De Tweede Kamer wil dat er opheldering komt over de rol van premier Rutte bij de strafvervolging van PVV-leider Geert Wilders. Coalitiepartij D66 en de oppositiefracties PvdA en SP willen weten of Rutte het vervolgen van Wilders destijds heeft besproken met zijn partijgenoot, VVD-minister Ivo Opstelten van Justitie.
Dit blijkt uit een reeks vragen van de Kamerleden Groothuizen (D66), Kuiken (PvdA) en Nispen (SP) aan minister Grapperhaus (Justitie). Zij eisen opheldering naar aanleiding van de onthulling van RTL Nieuws over de bemoeienis van topambtenaren met de strafzaak-Wilders.

Topambtenaren eisten harde aanpak in proces tegen 'kwaadaardige' Wilders
Bespreking Rutte en Opstelten
De fracties willen weten of en wanneer Rutte de vervolging van Wilders met Ivo Opstelten besprak en wat de 'aard en concrete inhoud' van die contacten was. Ook willen ze weten of er tussen ambtenaren van het ministerie van Algemene Zaken en Justitie is gesproken over de vervolging van Wilders voor de 'minder Marokkanen'-uitspraken in 2014.
Vorige week dook nieuwe informatie op, waaruit blijkt dat ambtenaren van Justitie op 24 maart 2014 mailden met het Openbaar Ministerie over de aangiften tegen Wilders. Dit was tot dusver niet bekend.
Grapperhaus meldde in een Kamerbrief dat het ministerie informatie kreeg over het aangifteproces, hoeveel aangiften er waren en wanneer het OM over vervolging zou beslissen. Het ministerie vroeg die informatie op, omdat er die week mogelijk een Kamerdebat zou zijn met premier Rutte.
Rutte reageerde eerder vandaag op bemoeienis ambtenaren met zaak-Wilders:
Informatie naar Algemene Zaken
Grapperhaus, in antwoord op Kamervragen: "Het is gebruikelijk om bij de voorbereiding op een debat een dossier samen te stellen. Ten behoeve van een dergelijk dossier is in dit geval aan het OM input gevraagd zodat het ministerie van Algemene Zaken kan beschikken over informatie ter beantwoording van eventuele vragen."
Het is de eerste keer dat het ministerie van Rutte in deze zaak in beeld komt.

Bewijs voor bemoeienis proces-Wilders, PVV-leider overweegt stappen
Besproken binnen ministerie
Bij het ministerie van Justitie is intern dan al meer informatie bekend over de OM-plannen vanwege de 'minder Marokkanen'-uitspraken. In de ministersstaf op het ministerie van Opstelten van 17 maart, wordt gesproken over een aangifte 'over uitlatingen dhr. Wilders' en 'besluit OM'. Een week later wordt er nogmaals over gesproken, dan over de 'voorgedrukte aangiftes van het OM inzake Wilders'.
Of Rutte en Opstelten in maart spraken over de kwestie is onduidelijk. Uit een geheime ambtelijke Justitie-nota van 16 september 2014, en vertrouwelijke e-mails blijkt dat Opstelten destijds het advies kreeg om de voorgenomen vervolgingsbeslissing van 10 september met Rutte te spreken: "In de nota wordt aangegeven dat het aanbeveling verdient de MP te informeren. De vraag is wanneer dit moet gebeuren. Ambtelijk zal AZ ook moeten worden geïnformeerd."
Oud-minister Opstelten heeft dit voorjaar als getuige bij het Hof gezegd dat hij de zaak niet besprak met Rutte toen het OM bezig was met de zaak. Hij zei toen dat hij er nooit met zijn partijgenoot over sprak, tot de vervolgingsbeslissing genomen werd, maar daarna wel, omdat het toen openbaar was.
Openbaar Ministerie vervolgt Wilders voor uitspraken op markt en in kroeg
Het OM vervolgt Geert Wilders voor het op 12 maart 2014 op de Loosduinse markt schuldig maken aan groepsbelediging van Marokkanen en tijdens de uitslagenavond op 19 maart 2014 aan groepsbelediging van en aanzetten tot haat en discriminatie tegen Marokkanen.
Wilders werd in december 2016 veroordeeld door de rechtbank voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie. Hij werd vrijgesproken van aanzetten tot haat. De rechtbank legde geen straf op.
Wilders ging tegen die uitspraak in hoger beroep. Het Gerechtshof behandelt de zaak nu.
