Ga naar de inhoud
Eindelijk een naam

'Mysterieuze kapitein die opstand Sobibor plande was Nederlander Jozeph Jacobs'

Het station bij vernietigingskamp Sobibor. Beeld © Jan Boeve

In 1943 wisten de Joden in het vernietigingskamp Sobibor in het huidige Oost-Polen zeker: als we niets doen, dan komen we hier niet levend uit. Er werden plannen gemaakt om alle SS'ers te vermoorden, maar die kwamen te vroeg uit. Dankzij één Nederlander kon de groep achter de plannen wel door met de opstand, die een paar maanden later het einde van Sobibor betekende.

De Nederlander werd kort na zijn aankomst in Sobibor, in mei 1943, door Poolse Joden benaderd. Zij dachten na over een ontsnapping en dachten zijn combinatie van strijdbaarheid en militaire ervaring – hij had voor de oorlog bij de marine gezeten – daarbij goed te kunnen gebruiken, schrijft onderzoeksjournalist Rosanne Kropman in haar boek Het Donkerste Donker.

Met zijn allen ontsnappen

Het plan was om alle SS'ers (de complete kampleiding) in één keer uit te schakelen, tijdens hun lunch in de kantine. Op die manier konden alle gevangenen samen ontsnappen en waren er geen represailles voor de achterblijvers, zoals die er bij eerdere ontsnappingen wel waren. Hoe ze dat precies wilden doen, is onduidelijk. Ze kregen de kans ook niet, omdat het plan werd verraden.

Diezelfde avond moesten alle gevangenen zich opstellen voor het appel. Gelijk werd duidelijk dat de SS'ers wisten van het ontspanningsplan. De man, die in het kamp 'de Nederlandse kapitein' werd genoemd, stapte volgens de getuigenissen kalm naar voren en zei: 'Ik was het, en ik alleen'. Dat bleef hij volhouden, ook toen hij gemarteld werd en toen gedreigd werd alle Nederlandse mannen naar Lager 3 te brengen, het meest gevreesde deel van Sobibor waar de gaskamers waren. 'Ik zeg niets, het heeft toch geen zin', zou hij daarop hebben geantwoord. Die avond werden ongeveer 70 Nederlandse mannen vermoord, inclusief 'de kapitein'.

365 Joden ontsnapt

De Poolse Joden gingen door met het plannen van hun opstand, waarbij op 14 oktober 1943 ongeveer tien SS'ers en bewakers werden gedood en zo'n 300 gevangenen ontsnapten. 50 tot 60 van hen haalden het eind van de oorlog.

Wie die Nederlander was, was 80 jaar lang onbekend. Tot nu, zegt Kropman, die voor haar boek in de geschiedenis van Sobibor dook. Ze baseerde zich op vijf getuigenverklaringen die verspreid liggen in archieven over de hele wereld en ontdekte dat het maar één persoon kan zijn: de Amsterdamse oud-marinier Jozeph Jacobs, destijds 40 of 41 jaar oud – de exacte datum van zijn dood is niet bekend.

Slag om de arm 

Helemaal uit de lucht vallen doet die naam niet. Ook oorlogsonderzoeker Loe de Jong en Sobibor-overlevende Jules Schelvis vermoedden dat Jacobs de mysterieuze man was die zichzelf opofferde om andere Joden in het kamp te redden. Maar zij hielden altijd een slag om de arm; officiële documenten zijn er niet en er zijn getuigenissen dat de opstandelingen verraden werden voordat Jacobs in Sobibor aankwam – wat erop zou duiden dat hij het niet kon zijn geweest.

"Maar tijden lopen vaak door elkaar in dit soort herinneringen", zegt Kropman. "Mensen stonden onder enorme druk en hebben hun getuigenverklaringen vaak pas veel later afgelegd."

Enige marinier

Een belangrijk feit dat de identiteit van Jacobs als 'de Nederlandse kapitein' bevestigt, is dat hij de enige man uit de marine was die in Sobibor is vermoord. En ook het verhaal van twee getuigen, die vertelden dat de kapitein in de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) had meegevochten, komt overeen met het verhaal van Jacobs: hij werkte in 1937 op een schip dat bijstand verleende in de Straat van Gibraltar, toen Franco's troepen daar koopvaardijschepen belaagden.

Laatste
Lees ook:
Laatste overlevende Sobibor overleden

Dat Jacobs nooit erkend is voor zijn rol bij de uiteindelijke opstand in Sobibor, op 14 oktober 80 jaar geleden, vindt Kropman jammer. "Of hij een held is weet ik niet, dat laat ik aan de lezer. Maar ik denk dat hij heel goed doorgehad heeft op wat voor plek hij was. Dat lees je ook in de getuigenissen. Hij zei die avond: 'Het maakt toch niet uit of ik mijn mond opendoe of niet.' In andere woorden: 'We gaan er hoe dan ook aan.' Dat heeft hij voor ogen gehad. Doordat hij zijn mond hield, stierven die dag waarschijnlijk 70 Nederlanders. Maar daarmee redde hij de Poolse Joden die ook in het complot zaten. Zij konden doorgaan met het plannen van de opstand, die een paar maanden later plaatsvond."

RTL Nieuws aanmelden nieuwsbrief

Dagelijkse update

Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update