Passagiers die aan boord gaan van historische zeilschepen zijn onvoldoende verzekerd van de veiligheid. Het toezicht op de zogeheten 'bruine vloot', de historische zeilvloot in Nederland, is onvoldoende, ondanks eerdere aanbevelingen om de vloot veiliger te maken. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in nieuw onderzoek.
Aanleiding voor het onderzoek zijn twee dodelijke ongelukken met twee afzonderlijke zeilschepen in 2022. Daarbij kwam in mei een 79-jarige man om het leven en eind augustus een meisje van 12. In beide gevallen kwam de giek van het schip op de slachtoffers terecht. De giek is het horizontale rondhout aan de mast waaraan de onderkant van het zeildoek wordt vastgemaakt.
Toezicht wordt uitbesteed
Ondanks eerdere aanbevelingen om de veiligheid van de bruine vloot te verbeteren, functioneert het toezicht nog steeds onvoldoende, concludeert de OVV na onderzoek. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is verantwoordelijk voor het toezicht op historische zeilschepen, maar in de werkelijkheid wordt dat uitbesteed aan keuringsbureaus. "Er is veel ruimte voor interpretatie van de wet- en regelgeving, de bureaus zijn niet goed uitgerust voor hun taak en schippers en eigenaren worden te weinig op hun verantwoordelijkheid aangesproken."

Anderzijds kunnen schippers en eigenaren die de veiligheid wel op orde hebben dat niet aantonen bij consumenten, zegt de OVV, die zich in 2017 al eens kritisch uitliet na de dood van drie Duitsers bij een vergelijkbaar ongeval.
De 12-jarige Tara kwam op 31 augustus om het leven bij een ongeluk tijdens een schoolexcursie op de Waddenzee. De giek brak plotseling van de boot en kwam terecht op Tara. Al vrij snel na het ongeluk concludeerde de OVV dat de giekbreuk door houtrot was ontstaan.
Een dag na het ongeluk vertelde de rector van haar school over de verongelukte Tara: