De helft van de jongeren in Nederland gaat gebukt onder zorgen over klimaatverandering. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos, uitgevoerd in opdracht van Milieudefensie Jong. De enquête werd gehouden onder een representatieve groep jongeren van 16 tot en met 30 jaar.
De meeste Nederlandse jongeren zijn niet te spreken over de klimaataanpak van de politiek en het bedrijfsleven. Van de deelnemers vindt 64 procent dat de politiek te weinig doet tegen klimaatverandering. Bedrijven komen er nog net iets slechter af: daar is 66 procent ontevreden over.
Tegelijkertijd is het vertrouwen in de politiek onder jongeren nog lager dan gemiddeld.
Klimaatstress
Van de ondervraagden zegt de helft zich zorgen te maken over de klimaatcrisis. Als ze aan klimaatverandering denken, hebben negen van de tien weleens negatieve gevoelens. Een op de drie deelnemers aan de peiling voelt zich er vaak 'machteloos' over en een kwart zegt nieuws over dit onderwerp te vermijden. Een op de vijf jongeren zegt regelmatig of vaak stress te ervaren door de klimaatcrisis.
Bekijk ook: Emmely kreeg last van klimaatstress: 'We gaan naar de haaien'
Jongeren die negatieve gevoelens ervaren maken zich zorgen over de toekomst, verliezen het vertrouwen in de overheid en een kwart twijfelt over het krijgen van kinderen.
Klimaatpsycholoog
Vorig jaar zei klimaatpsycholoog Sara Helmink nog tegen RTL Nieuws dat steeds meer mensen zich zorgen beginnen te maken over de staat van de planeet.
Dat komt volgens Helmink onder andere omdat het klimaatprobleem in het dagelijks leven duidelijk zichtbaar is, zoals de hoge ongebruikelijke temperaturen en de vele overstromingen, ook in Nederland.
'Een beetje verschil'
Uit de enquête bleek dat bijna de helft van de ondervraagden het eens was met de stelling: "Zolang grote bedrijven te weinig doen aan klimaatverandering, maakt het aanpassen van mijn eigen gedrag weinig uit." Toch zegt 41 procent het eigen gedrag wel degelijk te hebben aangepast met het oog op klimaatverandering. Van deze groep denkt de meerderheid daarmee op zijn minst 'een beetje verschil' te kunnen maken.
Dit sluit aan bij Helmink's advies van vorig jaar over de klimaatkwestie. Helmink beval aan om vooral te kijken naar wat er wél goed gaat, ook al is het frustrerend als anderen het zelf niet zo nauw nemen met de duurzaamheid van de planeet.
"De focus op fouten is heel menselijk. Het is belangrijk om te kijken wat er wél goed gaat. Het kan niet perfect. 100 procent duurzaam zijn, bestaat niet."