Trudy Scheele-Gertsen, die in 1968 als jonge en ongetrouwde vrouw haar kind moest afstaan, en Bureau Clara Wichmann gaan in hoger beroep tegen de Staat. De rechter besloot eerder dat de Staat niet aansprakelijk was voor het leed dat Scheele-Gertsen en andere 'afstandsmoeders' is aangedaan.
Dat meldt Bureau Clara Wichmann (BCW), dat opkomt voor de rechten van vrouwen.
Maatschappelijke druk
Scheele-Gertsen legde de schuld voor haar leed bij de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter oordeelde echter dat niet gezegd kan worden dat juist de raad onrechtmatig heeft gehandeld, omdat er ook grote maatschappelijke druk werd uitgeoefend op ongetrouwde moeders om afstand te doen van hun kind.

De kinderbescherming hielp weliswaar ongehuwde moeders niet om zelf hun kind op te voeden, maar dat was toen ook niet de taak van de raad, zei de rechter. Bovendien was mogelijk sprake van verjaring.
Bezwaar
Scheele-Gertsen en BCW tekenen vandaag bezwaar aan tegen die twee punten. Omdat het leed van deze vrouwen, hun kinderen en familieleden nog altijd voortduurt, kan volgens hen van verjaring geen sprake zijn.
"In de jaren 50 tot 80 was er sprake van een systeem van uitsluiting en onderdrukking van ongehuwde moeders. Een systeem dat zich erop richtte dat deze vrouwen afstand deden van hun kinderen. Juist toen had de overheid, specifiek de Raad voor de Kinderbescherming, deze vrouwen moeten beschermen tegen deze maatschappelijke, sociale en religieuze druk", zegt Linde Bryk van BCW.
"Wij leggen ons dan ook niet neer bij een verwijzing naar 'de tijdgeest' en zijn dus in hoger beroep gegaan."

Bevallen bij nonnen
Scheele-Gertsen was 22 jaar en niet getrouwd toen ze in 1968 een kind kreeg. Ze beviel bij de nonnen van de Paula Stichting in het Gelderse Oosterbeek.
Kort na de bevalling werd het jongetje bij haar vandaan gehaald. Het kind verbleef eerst bij de nonnen en werd later geadopteerd.
Pas in 2018 kwam Scheele-Gertsen met hem in contact. Tussen 1956 en 1984 overkwam ongeveer 15.000 vrouwen hetzelfde. Bureau Clara Wichmann had zich namens hen bij de zaak van Scheele-Gertsen aangesloten.