Ga naar de inhoud
Grote misstand

Waarom je geen potgrond met turf moet kopen: 'Natuurgebieden vernietigd'

Beeld © ANP

Nu het zaai- en plantseizoen weer is begonnen, gaan de zakken potgrond als warme broodjes over de toonbank in tuincentra, supermarkten en bouwmarkten. Karin Bodewits is bioloog en vraagt al jaren aandacht voor - in haar ogen - een grote misstand: "Mensen denken goed bezig te zijn, maar hebben niet in de gaten dat voor die zakken in de Baltische staten natuurgebieden worden vernietigd."

Natuurgebieden vernietigd? Bij een deel van de milieubewuste consumenten is het al jaren bekend, bij een ander deel niet: in de meeste zakken potgrond die te koop worden aangeboden in tuincentra zit turf of veen, grond afkomstig uit hoogveenmoerassen.

Die veenmoerassen hebben een hoge natuurwaarde met unieke flora en fauna. Het is gevormd doordat plantenresten zich honderden tot duizenden jaren hebben opgestapeld. Het afgraven ervan is onomkeerbaar, zeggen deskundigen. Het komt niet meer terug.

In de moerassen ligt ook nog eens enorm veel koolstof opgeslagen - 644 gigaton. Dat is meer dan alle bossen ter wereld samen. Bij het droogleggen komt het broeikasgas CO2 vrij. 

Allemaal redenen dus om wat meer waardering te hebben voor die veengebieden. In Nederland zijn de restjes hoogveen Europees beschermd omdat ze aangewezen zijn als natuurgebied, zoals Haaksbergerveen (zie foto) in Overijssel. In ons land wordt niks afgegraven.

Dat maakt het extra opvallend dat Nederland wél turf uit andere landen haalt om het hier in zakken te verkopen. Naast Estland wordt de potgrond gewonnen in Duitsland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen, Polen en Zweden.

Ons land is zelfs de grootste importeur van turf in Europa, zegt Bodewits. Het gaat om bijna 8 miljoen kuub substraat (grond), waarvan ongeveer 3 miljoen kuub weer wordt geëxporteerd. De bioloog, gepromoveerd in de biochemie, richtte een paar jaar geleden met haar partner de stichting Turfvrij op om aan te dringen op een verbod. Ze wijst erop dat Engeland al besloten heeft om verkoop van potgrond gebaseerd op veenwinning te verbieden. Zwitserland is ook vrijwel turfvrij.

'In en intriest'

En in Nederland? Hier liggen de zakken nog altijd metershoog opgestapeld in tuincentra en doe-het-zelf-zaken. 'In- en intriest', vindt Bodewits. "Potgrond een specialistisch product dat fantastisch is voor kwekers en particulieren die zaaien en stekken. Maar Henk, de buurman, die een plant met wortels koopt bij een tuincentrum voor in de tuin of in een pot heeft er niets aan. Die kan net zo goed een schep tuinaarde met wat compost nemen om een pot of plantgat mee op te vullen. Helpt niet alleen het klimaat, maar scheelt ook nog eens flink in de portemonnee."

Er zijn wel stappen gezet om het turfgebruik terug te dringen. Na een aangenomen motie van CDA en GroenLinks is vorig jaar door de branche een convenant getekend. Het doel is dat zakken potgrond in 2030 voor 85 procent uit hernieuwbare grondstoffen bestaan. Maar de komende jaren ligt turf dus nog gewoon in de schappen, zegt de bioloog.

Nauwelijks turfvrije potgrond

Het duurt de wetenschapper, die zelf ook deelnam aan het overleg met de branche, veel te lang. "Als het aan mij lag, waren we gisteren al gestopt. Als ik om mij heen kijk in tuincentra dan zie ik niet of nauwelijks turfvrije potgrond. Ook alle plantjes en alle verse kruiden van de Albert Heijn staan nog gewoon in turf."

Wat is er toch zo aantrekkelijk aan dat spul? Kunnen we niet overstappen op turfvrije potgrond? Potgrond is 'essentieel' voor een 'gezonde ontwikkeling van planten', staat op de website potgrond.nl. Veen of turf in potgrond heeft als belangrijkste kenmerk dat het luchtig is, zegt de verkoper van de webshop aan de telefoon. "Het is goed voor de wortelgroei van planten. Het neemt ook heel veel water op."

Nóg een belangrijke eigenschap: in turf zit vooral heel veel niet, zeggen deskundigen. En dat is fijn. Er zitten bijvoorbeeld geen zaden in van andere (on)kruiden die kunnen ontkiemen.

Zit geen voeding in

"Turf en veen zijn eigenlijk een dood product", zegt ook Mathijs van Houtum. Hij heeft een biologische kwekerij en maakt biologische potgrond, tuinaarde en compost, die verkocht worden onder de naam Bio-Kultura. "Turf is goed vochtvasthoudend maar er zit geen voeding in."

Veen bevat dus niet de voedingsstoffen die planten nodig hebben om te groeien - stikstof, fosfaat en kalium. Die voeg je toe, precies in de hoeveelheid die planten nodig hebben. Zo heb je als kweker alles onder controle. Verder is het ideaal dat je van turf vrij precies weet wat de zuurtegraad is. Bij potgrond op basis van compost kan dat variëren.

Opvallend genoeg gebruikt ook Van Houtum grond uit veengebieden in zijn biologische kwekerij. Geen turf, maar het bovenste laagje van hoogveen: veenmos. "Wij gebruiken potjes van 9 bij 9 centimeter. Het is daarin vrij moeilijk om de boel luchtig én vochtig te houden. Met veenmos lukt dat wel. De planten die wij kweken, groeien er het allermooist in, de potgrond gaat tot wel 15 jaar mee. Overigens is ons potgrondgebruik minimaal als ik zie hoeveel planten we daaruit voortbrengen."

Soms 'waardeloze mengsels'

Ja, hij wil er dolgraag vanaf, zegt hij, maar: "Ik heb 1001 testen gedaan met veenvrije potgrond, daar zitten soms waardeloze mengsels tussen. Dan heb je een veenvrij product, en gaat je plant dood. Nou lekker, dan gooit iedereen het weg."

Ook de verkoper van potgrond.nl zegt: "Nu vinden we het winnen van turf toch wel een forse ingreep in de natuur, maar we kunnen niet compleet veenvrij gaan. Dan moet ik drie mensen ontslaan. Dan is het einde oefening. Zolang de markt geen voldoende alternatieven heeft. Kan dat gewoon niet."

Kunnen we om turf heen?

Geen alternatieven? We kunnen dus niet om de turf heen? Nou, het kán wel. Alleen: aan die alternatieven kleven nadelen. Turf kan vervangen worden door kokosvezel, een restproduct uit de kokosplantages. Kokosvezels houden ook heel goed water vast. "Maar dat komt uit India en wordt vervoerd met zeeschepen, dat is ook ongewenst", zegt de man achter potgrond.nl.

"Kokos wordt nu gezien als de heilige graal", zegt kweker Van Houtum: "Het is een heel mooie vervanger. Het is licht en luchtig en planten groeien er redelijk goed in. Alleen: het komt van ver. En we vergeten dat er hele oerwouden gekapt worden voor die plantages. Bij de teelt wordt veel kunstmest en gif gebruikt. En de kokosvezel moet gewassen worden, dat vervuilde water loopt de vrije natuur in. En dan moet het nog naar Nederland worden vervoerd." De weg naar de duurzaamheid is 'een heel lastige', zegt de kweker.

Bioloog Bodewits ziet dat de nadelen van kokos vaak als 'killer-argument' wordt ingezet door de potgrondindustrie. "Zo van, wil je dat dan?" Maar er zijn meer wegen naar Rome, zegt ze. Turf kan ook vervangen worden met lokaal geproduceerde alternatieven. Ze noemt er een paar: blad, lisdodde, spaghnum mos, riet, biochar, houtvezel en gecomposteerde groenafval.

Dat mensen potgrond gebruiken als aanplantgrond rond struiken noemt ze 'natuurlijk volledig absurd'. "De consument kan hier niets aan doen, want de verkoper vertelt dat het nodig is voor een optimale start. Dan heb je niet alleen een plantje verkocht maar ook een zak met grond. Ze zeggen er niet bij dat ze voor deze grond een essentieel leefgebied voor dieren hebben vernietigd en de hele zak binnen de kortste tijd is geoxideerd tot CO2."

Blad van bomen

Kweker Van Houtum geeft Bodewits gelijk: "Ik kan met gevallen blad van bomen inderdaad een mooi ingrediënt maken voor potgrond. Alleen: als je het van straat haalt, kan er een lipje blik of een stukje plastic tussen zitten. Die verontreiniging kan je er niet allemaal uithalen." Dan krijgt hij telefoontjes van klanten, en dan moet hij uitleggen: het is of het een, of het ander.

Nog dit jaar komt Van Houtum met dé perfecte geheel veenvrije potgrond, met grondstoffen zoals bladcompost uit Nederland en: zonder verontreinigingen zoals stukjes blik ertussen. "Dat is echt een no-go voor ons." Hij is al twee jaar aan het testen, er zijn nog zeven mengsels 'in de running'. De kweker neemt het uiterst serieus, want: "Je kan het maar één keer goed doen. We zijn er nog niet. Het komt best wel nauw. Een plant moet daar minimaal een jaar in kunnen staan."

Woede
Lees ook:
Woede om gele akkers: 'We worden omgeven door een cocktail van pesticiden'

Het eindproduct zal vast even wennen zijn. En daarbij doet hij een oproep aan consumenten, want 'we zijn verwend geraakt met turf' - en daar moeten we vanaf. "Het helpt als de particulier ook een beetje meedoet. Als ik zie hoeveel zakken potgrond mensen meenemen om vervolgens los in de tuin te storten, dan denk ik: die slaan de plank helemaal mis. Daar is het helemaal niet voor bedoeld. Als een particulier bij ons twee kuub potgrond besteld, gaan we bellen. Ga je 1000 potten vullen? In negen van de tien gevallen komen we uit bij ander product. Het is een stuk voorlichting."

Tuinaarde en compost prima alternatief

Potgrond met turf wordt gekocht door mensen die prima zonder kunnen, zegt ook Bodewits. Tuinaarde en compost zijn een prima alternatief - en ook gewoon te koop in de tuincentra. "Bovendien zitten in tuinaarde en compost goede bacteriën, schimmels en andere bodemdiertjes die het plantje helpen groeien."

Voor milieubewuste consumenten is potgrond inderdaad heel goed zelf te maken, legt Van Houtum uit. Gewoon met bladeren van bomen. "Simpeler wordt het niet. Ga één keer naar het bos. Vul aan het eind van het jaar wat zakken waar je wat gaten in doet. Hussel het een keer door en een jaar later heb je heel goede bladaarde. Een schep zand erdoor en je bent een heel eind."

Neem een voorbeeld aan een bos, zegt de kweker tot slot. Dat heeft ook geen grond uit het tuincentrum nodig. "Het voedt zichzelf door organisch materiaal te laten vallen, zoals takjes, blaadjes, dennenappels. De schimmels, mieren en wormen verteren dat weer. Dat bodemleven zorgt voor voedingsstoffen voor de planten. Wij moeten dat bos nadoen. Als je een moestuin hebt dan moet je na de oogst wat teruggeven, je moet iets terugdoen voor de bodem. Dat knippen veel mensen er nu uit door met korrels of kunstmest te strooien of met zakken potgrond waar van alles in zit. Maar het kan ook met compost. En dan geen enorme bergen, een centimeter is genoeg. Het tuinieren is moeilijk gemaakt, simpeler dan dit wordt het niet."

Label voor verantwoorde veenwinning

Om negatieve effecten van de turfwinning in Europa te minimaliseren is het Responsible Produced Peat (RPP) label opgezet. Waardoor natuurgebieden met hoge ecologische waarde behouden blijven en 'rehabilitatiemaatregelen van veengebieden na de turfwinning' voorgeschreven is. De Nederlandse branchevereniging voor potgrond en substraatfabrikanten (VPN) heeft als beleidsdoel dat 100 procent van het veen afkomstig is van RPP gecertificeerde veenderijen in 2025. De effecten voor biodiversiteitsverlies worden zo beperkt, maar zullen niet afwezig zijn.

Bron: Officiële bekendmakingen