Ga er maar aan staan: om te voorkomen dat het energienet straks overbelast raakt, moeten er in een deel van ons land hoogspanningslijnen worden bijgebouwd. Maar waar plaats je die kabels, en vooral die enorme masten? De eerste kaarten met daarop indicaties van netbeheerder TenneT zorgen voor onrust. "Niet te begrijpen dat dit een serieuze optie is", klinkt het in Almere.
Zonneparken, windparken, laadpalen, warmtepompen: Nederland elektrificeert en dat gaan we merken in ons landschap: er komen op meerdere plekken hoogspanningsleidingen. Die zijn nodig om al die elektriciteit te vervoeren. Vooral inwoners van Noord-Nederland en Flevoland gaan het merken, blijkt uit kaartjes van transmissienetbeheerder TenneT.
TenneT, waar de Nederlandse staat voor 100 procent aandeelhouder van is, is de organisatie die gaat over alle hoogspanningsverbindingen in ons land. Het gaat om verbindingen van 110.000 tot 380.000 volt (380kV). Je kunt het de elektriciteitssnelwegen noemen, omdat deze verbindingen de stroom over grotere afstanden en dus op hogere spanningsniveaus transporteren.
In onderstations wordt deze stroom omgezet in 10.000 of 20.000 volt en later op 230 volt in het laagspanningsnet, dat is dan geschikt voor de apparaten thuis.
Prijs zo laag mogelijk houden
Maar we hebben het hier dus over het hoogspanningsnet. "We hebben verbindingen met Noorwegen en Denemarken, maar ook met en Engeland, Duitsland en België", zegt woordvoerder Jorrit de Jong van TenneT. "Doordat we stroom kunnen uitwisselen, kunnen we de prijs zo laag mogelijk houden. We importeren vanuit landen waar op dat moment de prijs het laagste is, als bij ons bijvoorbeeld weinig wind en zon is, komt een deel van de stroom bijvoorbeeld uit Noorwegen. Dat land haalt energie uit waterkracht. Andere landen halen bij ons op het moment dat hier de stroom goedkoop is."
De hoogspanningslijnen van 380kV samen worden ook wel de 'slagaders van het elektriciteitstransport' genoemd. Nu ziet het hoogspanningsnet in Nederland er nog zo uit:
Maar er is werk aan de winkel. Als nu niks wordt gedaan, ontstaan in 2030 allerlei knelpunten. Om te voorkomen dat het net overbelast raakt, is uitbreiding nodig.
Op sommige plekken zijn zelfs hele nieuwe verbindingen nodig. Die moeten komen tussen de hoogspanningsstations Vierverlaten en Ens, Ens en Diemen en van Geertruidenberg naar Krimpen aan den IJssel (of van Geertruidenberg naar Crayestein in Dordrecht). Hieronder zie je over welke stations het gaat.
Van Borssele naar Tilburg
TenneT heeft recent tussen Eemshaven en Vierverlaten al een nieuwe verbinding gemaakt. De komende tijd wordt gewerkt aan een nieuwe verbinding tussen Borssele en Rilland (Zeeland). Van daaruit komt een vernieuwde verbinding naar Tilburg (gereed: 2030), waar in 2017 al over is besloten.
Nieuwe hoogspanningsverbindingen worden niet zomaar aangelegd. Er moet rekening gehouden worden met de natuur, het landschap en de dieren in het gebied. Met andere woorden: het is een hele zoektocht om de impact zo klein mogelijk te houden.
'Er is altijd weerstand'
"Het is extreem ingewikkeld", zegt Jorrit de Jong van TenneT. Hij wijst erop dat ook kosten en 'toekomstvastheid' belangrijk is, en dat gemeentes worden betrokken bij het project. "Dit soort trajecten duren meestal 8 tot 10 jaar. Je hebt die tijd echt nodig om alles details goed uit te zoeken en de omgeving de gelegenheid te geven om feedback te geven. Er is altijd weerstand van mensen die het niet eens zijn met de gemaakte keuzes."
Er worden vijf stappen doorlopen voordat met de bouw kan worden begonnen (zie kader).
Vijf stappen voordat de bouw kan beginnen
- Eerst wordt het zoekgebied bepaald: dat is het gebied waarbinnen de verbinding zou kunnen komen te staan.
- Verschillende mogelijke tracé-alternatieven worden verkend. De voor- en nadelen van kansrijke alternatieven worden onderzocht.
- Op basis van onderzoeken en adviezen van verschillende partijen komt TenneT tot een voorkeursalternatief. De minister van Klimaat en Energie beslist hierover. Daarna ligt de route in grote lijnen vast.
- Op detailniveau worden nog tracévarianten bekeken en een definitief tracé gekozen.
- TenneT vraagt de hoofdvergunningen aan. De minister van Klimaat en Energie, samen met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, neemt het projectbesluit. Daarin is vastgelegd waar de verbinding komt en hoe deze wordt ingepast. Als het besluit onherroepelijk is, dan kan de bouw beginnen.
Tussen Vierverlaten (Groningen) en Ens (Noordoostpolder) is inmiddels een gebied aangewezen waarbinnen de hoogspanningslijn zou moeten komen. Eén van de mogelijkheden is om die langs bestaande masten in Friesland of Drenthe te plaatsen, zoals te zien is op onderstaande kaart.
Ook langs de snelwegen A7 en A6 en daarna langs een 110kv-verbinding is een zogeheten 'indicatief tracé-alternatief', zoals TenneT dat noemt.
Ook voor Flevoland is kort geleden het zoekgebied bepaald. Inwoners van Almere-Hout hebben na het zien van onderstaand kaartje al direct opgeroepen om zorgen en bezwaren delen. De groene lijn loopt dwars door dit stadsdeel, dat voor een groot deel bestaat uit het landelijke woongebied Oosterwold. "Hoe meer mensen reageren hoe meer kans dat we gehoord worden", schrijft iemand op sociale media.
De nieuw aan te leggen hoogspanningslijn is de tweede door Flevoland. Er ligt er al een, die qua capaciteit recent is verzwaard. "En zelfs dat is niet voldoende", zegt de TenneT-woordvoerder.
Zorgen in Almere zijn er onder andere over de aantasting van de flora en fauna. Ook geluidsoverlast wordt genoemd en de impact op de waarde van de huizen. "Dat is standaard. Mensen zeggen altijd: dit is niet de goede plek, je zou het daar moeten doen. En dan wordt vanuit het naastgelegen dorp gezegd: we willen het niet hier. Dat is van alle tijden. Daar hebben we mee om te gaan", zegt Jorrit de Jong van TenneT. "Er komt altijd weerstand. Mensen kunnen heel emotioneel worden."
Leukemie
Sommigen wijzen ook op gezondheidsgevaren. Sinds de jaren 70 wordt al onderzoek gedaan naar het gevaar van hoogspanningslijnen. Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat bij kinderen die wonen in de directe nabijheid van hoogspanningslijnen vaker leukemie wordt vastgesteld. Een direct verband is door wetenschappers niet aangetoond.
De Gezondheidsraad en het Rijk adviseren sinds 2005 om geen woningen en scholen te bouwen in de buurt van hoogspanningslijnen, al zijn er ook gemeentes die dit advies negeren, bleek in 2018 uit onderzoek van RTL Nieuws. Vorig jaar adviseerde de Gezondheidsraad nog om meer onderzoek te doen naar magnetische velden, mede omdat door de energietransitie het gebruik van elektriciteit waarschijnlijk zal toenemen.

Het is een enorme worsteling om alle belangen af te wegen. De TenneT-woordvoerder vindt het goed dat mensen inspraak hebben, een zienswijze indienen behoort ook tot de mogelijkheden, maar hij wijst erop dat omwonenden niet kunnen bepalen waar een nieuwe verbinding komt. "Soms komen bewoners wel met goede ideeën. Die nemen we ter harte. Zeker als daarbij de omgeving wordt ontlast."
Maar er zullen sowieso mensen zijn die niet blij zijn met de nieuwe masten. Uiteindelijk is het de minister die bepaalt of het project kan doorgaan. "Bepaalde infrastructuur heb je nou eenmaal nodig."
Minimale afstand
Het RIVM heeft voor alle hoogspanningslijnen berekend hoe groot de minimale afstand zou moeten zijn. Bij 380kV-lijnen is dat bijvoorbeeld 115 tot 215 meter aan weerszijden. Bij lagere voltages is die afstand kleiner. De afstanden bij lagere voltages vind je hier.
Kan het ook onder de grond?
Nieuwe hoogspanningsverbindingen van 220 en 380 kV worden bij voorkeur bovengronds aangelegd, staat in dit position paper uit 2011, waarbij 'nieuwe doorsnijdingen van het landschap' zoveel mogelijk worden vermeden door lijnen te bundelen met andere infrastructuur, zoals bestaande hoogspanningsverbindingen, spoorlijnen en snelwegen.
Ondergronds aanleggen - bekabelen genoemd - kan, maar gebeurt 'slechts in zeer beperkte mate'. In dit position paper uit 2015 (pdf) worden enkele redenen opgenoemd:
- Wereldwijd is er nog 'zeer weinig kennis en ervaring' met de bedrijfsvoering en het effect op de leveringszekerheid van het net.
- De hersteltijd bij storingen is langer dan bij bovengrondse verbindingen.
- Het effect van storingen is zeer groot.
- Een kabel gedraagt zich elektrotechnisch anders dan een bovengrondse lijn. Er zijn compensatiemiddelen nodig.
Niet onmogelijk
Toch is onder de grond niet onmogelijk. In het paper uit 2011 wordt gesproken van een maximum van 20 kilometer; 'de grens van wat wereldwijd in de praktijk is beproefd.'
In het paper uit 2015 heeft TenneT deze visie 'geactualiseerd'. Inmiddels is het 'situationeel mogelijk meer te verkabelen, dan de 20 km die enkele jaren geleden als voorlopig maximum is gesteld'. De conclusie was dat er 'behoedzaam verdere stappen kunnen worden gezet'.
