Jongeren hebben steeds vaker problemen met het terugbetalen van hun lening. Het Bureau Kredietregistratie (BKR) ziet de afgelopen jaren een verdubbeling van de betalingsachterstanden in de jongste leeftijdscategorie tot 24 jaar, terwijl het totaal aantal leningen juist daalt.
Dat staat in de Schuldenmonitor 2022 van het Bureau Kredietregistratie (BKR), een stichting die namens financiële organisaties de leningen en betalingsachterstanden van de Nederlandse bevolking registreert. Bijna één op de tien jongvolwassenen met een lening loopt nu minimaal 2 maanden achter met betalen, in 2018 was dit de helft (4,6 procent).
Jongeren meeste problemen
Het gaat in absolute getallen om een relatief kleine groep van 24.000 jongeren in de leeftijd van 18 tot 24 jaar. Maar sinds vorig jaar is deze leeftijdscategorie wel de koploper met het hoogste percentage betalingsachterstanden (9,2 procent) van alle leeftijden.
Ook 25- tot 30-jarigen met een lening die bij de BKR-geregistreerd staat, hebben vaker een betalingsachterstand dan in 2021. Door welke producten deze leeftijdsgroepen vooral betalingsachterstanden oplopen, kan de BKR niet zeggen.
Weinig buffers
Gert Jaap Mooij, productmanager bij de BKR, vermoedt dat jongeren te weinig overzicht hebben over de vele manieren waarop zij tegenwoordig een lening kunnen afsluiten. "Ze gaan makkelijk schulden aan, want het ging de afgelopen jaren economisch gezien goed met lage rentes en weinig werkloosheid. Terwijl jongeren vaak nog geen financiële buffers hebben, of een vast contract. Dan wordt de kans op betalingsachterstanden groter."
Mooij waarschuwt dat de betalingsachterstanden ontstaan op relatief kleine leningen maar dat dit op latere leeftijd voor aanvullende problemen kan zorgen. "Deze groep wil op een gegeven moment een hypotheek afsluiten, of een bedrijfsauto leasen. Door deze betalingsachterstanden worden zij beperkt tot hun toegang op de financiële markt."

Het aantal Nederlanders met een zogeheten consumptief krediet, bijvoorbeeld voor een smartphone-abonnement, een koelkast op afbetaling of de mogelijkheid om rood te staan op de bankrekening, daalt al jaren. Eind 2022 maakte 7,8 miljoen mensen hier gebruik van, 200.000 minder dan in het jaar daarvoor. Gezamenlijk hadden zij 11,7 miljoen kredieten. "Er zit onzekerheid in de markt en de rente stijgt, dus mensen zijn afwachtend om een nieuw krediet af te sluiten", denkt Mooij. Ook het aantal betalingsachterstanden neemt af, jongeren uitgezonderd.
Het BKR ziet ook geringe maar duidelijke stijging bij het aantal autoleningen, ook wel private lease genoemd. Eind 2022 waren er 353.000 overeenkomsten voor een auto op afbetaling, dat waren er eind 2021 nog 341.000. Dit hangt volgens Mooij samen met de toenemende populariteit van het gebruiken van spullen zoals auto's, ten opzichte van het bezit.
Restschuld hypotheek
Het aantal mensen dat na een gedwongen verkoop van hun woning blijft zitten met een restschuld en hier betalingsproblemen door krijgt, stijgt fors. Dit was in 2020 nog beperkt met 3,2 procent, maar dat steeg naar 7,5 procent in 2021 tot zelfs 9,1 procent in 2022. "De lasten van de restschuld wegen kennelijk zwaar voor deze groep, mede omdat de schuld vaak versneld afgelost moet worden", aldus de BKR.
De regionale verschillen tussen het aantal leningen en betalingsachterstanden is groot. De tien gemeenten waar vorig jaar het hoogste percentage van de inwoners een consumptief krediet had, liggen allemaal in Limburg. In zuidelijke plaatsen zoals Kerkrade, Meerssen en Simpelveld heeft bijna 65 procent van de inwoners een consumptief krediet.
Studiesteden
In studentensteden zoals Wageningen, Leiden, Utrecht en Delft en op de Waddeneilanden wonen juist de minste mensen met een BKR-lening. Maar let op: studieleningen worden niet bij de BKR maar bij DUO geregistreerd.
De betalingsachterstanden zijn niet hoger in het zuiden van Nederland. Vooral in de grote stedelijke regio's zoals Rotterdam/Den Haag hebben mensen het vaakst een betalingsachterstand op hun lening.