Ouders voelen zich in familie- en jeugdrechtzaken onvoldoende gehoord, en daarmee onder druk gezet om een bepaald hulpverleningstraject in te gaan. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij gevoelige zaken als uithuisplaatsingen en ondertoezichtstellingen. Jeugdrechters vinden dat ze meer tijd moeten nemen om te luisteren.
Dit concluderen familie- en jeugdrechters in het rapport 'Recht doen aan kinderen en ouders’, dat werd gepresenteerd bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag. De commissie die onderzoek deed hield vorig jaar 166 interviews met mensen uit de praktijk, zoals familie- en jeugdrechters en juridisch medewerkers, deskundigen en jongeren en (pleeg)ouders. Centraal stond de vraag of en hoe de rechters rechtsbescherming bieden aan kinderen en ouders.
Ouders en pleegouders voelen zich onvolledig gehoord, gezien en of serieus genomen, zo staat in het rapport. Dat komt onder meer door de problemen in de jeugdzorg, maar ook door de manier waarop jeugdrechters zich opstellen. Personeelstekorten spelen ook een rol.
Waarheidsvinding
Ouders ervaren hun positie op de zitting 'als ongelijkwaardig ten opzichte van de machtige overheid, in dit geval de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdhulpinstelling'. "Ze vinden de rechters teveel afgaan op wat de instanties presenteren en te weinig aan waarheidsvinding doen", zo staat in het rapport.
Het gevolg is dat ouders minder begrip hebben voor de beslissing van rechters. "Jeugdrechters worstelen met de vraag wat hun rol is in het huidige systeem en hoe zij onder deze omstandigheden recht kunnen doen aan ouders en kinderen." Daarnaast geven rechters aan dat er te weinig tijd is, en dat er te weinig rechters zijn om hun werk goed te doen.

Jeugdrechters zijn zich wel bewust van de grote impact van hun beslissingen. "Ze proberen zoveel mogelijk recht te doen aan betrokkenen, maar stuiten op belemmeringen. Omdat hulpverlening vaak lang op zich laat wachten, nemen ze meer regie ten aanzien van de uitvoering van maatregelen."
De ruimte geven
En om ervoor te zorgen dat ouders zich gehoord voelen, is het van belang dat de jeugdrechter hen op de zitting de ruimte geeft om hun verhaal te vertellen en hun standpunt verwerkt in de motivering van de beslissing.
Bekijk ook: Joyce is het levende bewijs van de misstanden in jeugdzorg
Peter Björn Martens, jeugdrechter van de rechtbank Amsterdam, beaamt dat er nu te weinig tijd is om goed te luisteren. "We moeten die tijd maken, ik zou dolgraag meer tijd hebben per zitting."
'Luisteren is onze kerntaak'
De kritiek doet hem pijn. "Luisteren naar ouders, kinderen en gezinnen is één van de kerntaken van ons vak. We doen ons best om dat goed te doen en als ik dan hoor dat ouders vinden dat ik te weinig heb geluisterd, dan doet mij dat pijn en dat spijt me."
Martens vertelt dat er ook meer rechters worden opgeleid, maar dat is voor de korte termijn geen oplossing. "Dat duurt jaren voordat die inzetbaar zijn. Verder is het ook aan de minister om ervoor te zorgen dat de problemen in de jeugdzorg oplossen. Een kind moet voorrang hebben."
Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de Rechtsspraak, benadrukt dat het voor het vertrouwen heel belangrijk is dat mensen zich gezien en gehoord voelen. "Als mensen aangeven dat dat niet gebeurd is, dan heb je iets laten liggen."
Consequenties
Naves zegt dat bestuurders van de rechtsspraak met elkaar in gesprek gaan om te bespreken waar prioriteiten moeten liggen. "Als we jeugdrecht meer aandacht geven, heeft dat consequenties voor ander type zaken. Die zullen langer blijven liggen."
De commissie vraagt alle betrokkenen, onder wie de minister voor Rechtsbescherming, de grote druk op het systeem van jeugdbescherming en jeugdhulp op te lossen, zodat de rechtsbescherming kan worden verbeterd.