Het kabinet gaat alsnog zelf werken aan een financiële regeling voor zorgmedewerkers die door langdurige coronaklachten niet meer kunnen werken. Dat meldt zorgminister Conny Helder aan de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer dringt al langer aan op haast met het compenseren van zorgmedewerkers die tijdens de eerste coronagolf in het voorjaar van 2020 ziek zijn geworden en daar nog steeds veel last van hebben.
In december zei Helder nog zo'n speciale regeling te willen opzetten samen met werkgevers, zoals de Raad van State had geadviseerd. Zij waren in ogen van de Raad ‘de eerste aansprakelijke partij’. Het kabinet zou dan bijdragen aan zo'n fonds met een ‘gemaximeerd’ bedrag.

De werkgevers in de gezondheidszorg hebben evenwel laten weten dat zij daar niet aan mee kunnen en willen werken. "De morele en praktisch gewenste betrokkenheid van werkgevers zijn volgens hen onvoldoende grond om gehoor te geven aan de oproep voor een collectieve regeling", zegt Helder.
Naar de rechter
Vakbond FNV en CNV waren het lange wachten inmiddels zat en hebben vorige maand de stap naar de rechter gemaakt.
Volgens vakbonden FNV en CNV voldeed de staat niet aan de zorgplicht aan het begin van de coronapandemie, omdat er toen onder andere te weinig beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Daarom moet de staat deze zieke zorgmedewerkers volgens hen tegemoetkomen.

Vicevoorzitter Kitty Jong van FNV laat in een eerste reactie aan RTL Nieuws weten blij te zijn dat 'de druk geholpen heeft'. "Maar de regeling is nu bedoeld voor medewerkers die in de eerste drie maanden ziek zijn geworden, dat vinden we te karig. We willen dat de regeling geldt voor heel 2020, toen er nog geen vaccinaties waren."
"De Eerste Kamer heeft gisteren gevraagd om 150 miljoen, dit maakt een ruimhartigere regeling mogelijk", zegt Jong. We gaan er van uit dat we ons kort geding, dat op 17 februari dient, gewoon doorzetten."
Geen concreet plan
Ook het ministerie van Volksgezondheid heeft eerder aangegeven iets te willen doen voor deze groep, als erkenning van hun leed. Gesprekken daarover lopen al bijna twee jaar, maar tot nu toe is er nog steeds geen concreet plan.
Helder laat weten dat zij de regeling waar zij nu aan gaat werken 'los ziet van deze juridische procedure'. Wel erkent de minister dat zij mogelijk rekening zal moeten houden met de uitkomst van het kort geding.