Vakbonden FNV en CNV stappen naar de rechter omdat ze vinden dat het te lang duurt voor de overheid met een post-covidcompensatie komt. Een groep zorgmedewerkers die in de eerste golf corona kreeg, is nog steeds ziek en zit inmiddels in de ziektewet. Daarvoor moeten zij gecompenseerd worden door de overheid, vinden de bonden.
Volgens vakbonden FNV en CNV voldeed de staat niet aan de zorgplicht aan het begin van de coronapandemie, omdat er toen onder andere te weinig beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Daarom moet de staat deze zieke zorgmedewerkers volgens hen tegemoetkomen.
'20.000 euro per zieke'
Ook het ministerie van Volksgezondheid heeft eerder aangegeven iets te willen doen voor deze groep, als erkenning van hun leed. Gesprekken daarover lopen al bijna twee jaar, maar tot nu toe is er nog steeds geen concreet plan.
De bonden vinden het te lang duren en stappen daarom nu naar de rechter. Ze eisen een voorschot van iets meer dan 20.000 euro per zieke zorgmedewerker en willen dat het ministerie binnen vier weken een instantie aanwijst die deze uitbetalingen gaat doen.

In de financiële problemen
Al sinds de eerste coronagolf zit ambulanceverpleegkundige Roy van Oorschot thuis met post-covid. Hij raakte waarschijnlijk besmet met corona toen hij in maart 2020 na een 112-melding naar een oudere man ging met koorts en een laag zuurstofgehalte. Zonder beschermingsmiddelen heeft hij de man verneveld, waarna er heel veel deeltjes in de lucht kwamen die Roy vervolgens heeft ingeademd.
Vlak daarna werd Roy ziek: koorts en keelpijn. In de maanden daarna bleef hij maar worstelen met zijn gezondheid. In de zomer probeerde hij weer aan het werk te gaan, maar dat ging niet.
Inmiddels zijn we bijna drie jaar verder en nog steeds is Roys gezondheid zo slecht dat hij niet aan het werk kan als ambulanceverpleegkundige. Omdat hij al zo lang ziek is, is hij 100 procent afgekeurd en krijgt hij nu een uitkering.
Die uitkering is lager dan zijn salaris en dat zorgt voor financiële problemen bij Roy. Hij heeft een koophuis en is bang dat hij binnenkort zijn hypotheek niet meer kan betalen. Al een hele tijd kijkt hij uit naar een eventuele compensatie vanuit de overheid, maar hij is teleurgesteld dat het maar niet komt.
Wat is het ministerie van plan?
In eerste instantie wilde het ministerie een tegemoetkoming van 15.000 euro per zorgmedewerker. Het gaat dan om mensen die tijdens de eerste maanden van de coronapandemie ziek zijn geworden en na twee jaar nog steeds niet kunnen werken. Omdat ze zo lang ziek zijn, leveren ze salaris is en daarvoor wil de overheid hen compenseren.
Dat leek eerder dus een rechtstreekse tegemoetkoming te zijn, zoals de vakbonden het ook graag zien. Maar in december kwam het ministerie van Volksgezondheid met een ander plan: het moest toch via de werkgevers lopen. Die zouden dan wel een bepaald bedrag van de overheid krijgen, maar hoeveel is nog niet duidelijk. Over de precieze invulling is het ministerie nog in gesprek met de zorgwerkgevers.
Bonden zijn boos
Het laatste voorstel van het ministerie schoot bij vakbonden CNV en FNV in het verkeerde keelgat: ze willen een rechtstreekse vergoeding van de overheid, niet via de werkgevers.
Verder vinden de bonden dat de minister steeds met vertragende voorstellen komt. En ze vinden het gek dat het via zorgwerkgevers moet lopen, terwijl de meeste van deze zorgmedewerkers inmiddels zo lang ziek zijn dat ze niet meer in dienst zijn maar een uitkering via het UWV krijgen.
Ministerie: goede regeling heeft tijd nodig
"We hebben meer tijd nodig dan de bonden willen", reageert het ministerie van Volksgezondheid. "Het is een complexe zaak. Er is een groep zorgmedewerkers die inzet heeft geleverd in een tijd die onzeker was. Dat erkennen we en dat verdient een goed antwoord. Daarom zijn we zorgvuldig aan de slag met zo’n regeling."
Eerder vroeg het ministerie advies aan de Raad van State over zo’n regeling en die gaf aan dat de aansprakelijkheid in dit geval bij de werkgevers ligt. Het ministerie: “Daarom hebben we gezegd: we gaan in gesprek met werkgeversorganisaties over een regeling. En vervolgens kijken we wat de overheidsbijdrage aan zo’n regeling kan zijn.”