De kans dat er ooit nog een Elfstedentocht komt, is waarschijnlijk nóg kleiner dan we al denken. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het KNMI. Door het opwarmende klimaat kunnen koude periodes aan het einde van deze eeuw namelijk zo'n 2 tot 3 procent korter zijn.
En dat klinkt misschien niet veel, maar 'die ene dag kan wel het verschil maken', schrijft het KNMI. "Omdat voor een Elfstedentocht alles moet kloppen."
Minder lang vorst
Voor die tocht der tochten is vooral langdurige vorst nodig: een reeks van 15 opeenvolgende dagen die voldoende koud zijn met een gemiddelde temperatuur onder de -4,2 graden. Als het in die dagen sneeuwt, kan dit leiden tot slechter ijs en bij zonnig weer groeit het ijs mogelijk ook minder snel aan.

Recent onderzoek van het KNMI, met de nieuwste generatie klimaatmodellen, laat nu zien dat de duur van zulke koudeperiodes - die dus hard nodig zijn - afneemt in een opwarmend klimaat. Hierdoor wordt de kans op een Elfstedentocht dus nog kleiner.
Eens in de 20 jaar
Een eeuw geleden kwam de lange schaatstocht ongeveer eens in de vijf jaar voor, inmiddels ligt die kans al op eens in de twaalf jaar. En als de temperatuur op aarde met zo'n 2 graden opwarmt, kan de tocht mogelijk nog maar eens in de twintig jaar voorkomen.
Meteoroloog Maurice Middendorp legde eerder uit wat er precies nodig is voor een Elfstedentocht. "Als de opwarming van de aarde doorzet op de huidige voet, dan is de kans op een Elfstedentocht in 2050 eens in de vijftig jaar."