De 46-jarige Sandra H. is door de rechtbank in Middelburg veroordeeld tot 18 jaar celstraf voor de moord op Ichelle van de Velde in december 2020. De straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie. De rechter sprak in het vonnis over een 'gruwelijk, respectloos en mensonterend' misdrijf.
Sandra H. wurgde het slachtoffer in haar eigen winkel, enkele deuren verwijderd van het naaiatelier van het slachtoffer. Hierna verborg ze het stoffelijk overschot wekenlang, onder meer in een paskamer van de zaak.
Later zaagde H. het lichaam in stukken, deed het in vuilniszakken en dumpte ze in een kanaal. De Belgische liet onder andere twee van haar zoons verpakte delen van het stoffelijk overschot naar haar auto dragen, zonder dat de kinderen wisten wat ze versleepten.

De dader en het slachtoffer waren aanvankelijk met elkaar bevriend. Die vriendschap zou zijn bekoeld toen Ichelle en de man van H. op elkaar verliefd werden.
Uit onderzoek van de politie bleek dat de Belgische en haar man in de weken ervoor een 'driehoeksrelatie' waren gestart met Ichelle. Daarbij zou de vonk zijn overgeslagen tussen Ichelle en de echtgenoot van H. Die zou kort voor de verdwijning van Ichelle aan zijn vrouw hebben verteld dat hij verder wilde met de jongere Zeeuwse.

Volgens het OM lokte H. het slachtoffer naar de winkel, sloeg haar met een voorwerp neer, bond Ichelle vast en wurgde haar. H. beweerde dat de dood van Ichelle een ongeluk was.
Ze zou het slachtoffer hebben geduwd, waarna Ichelle tegen een verwarming aanviel en zwaargewond op de grond lag. "Ik raakte in paniek. Toen heb ik zachtjes haar keel dichtgeknepen."
Moord is bewezen
De rechtbank kon de val niet uitsluiten en zag ook onvoldoende bewijs voor het vastbinden van Ichelle. Toch zagen zij voldoende bewijs voor moord.
Daarbij wezen de rechters op de verklaring van een klant van H. op 15 december. Tegen die bezoeker zei een bleke H. dat ze 'waarschijnlijk iemand had vermoord en naar de gevangenis ging'.

Toen daarop zeven tot tien seconden gekreun klonk vanachter uit de zaak, liep H. naar achteren. Kort erna keerde ze terug en was het gekreun gestopt. Volgens de rechters is daarmee bewezen dat H. 'na de eerste fase veronderstelde dat ze Ichelle al om het leven had gebracht'.
"Na het horen van het gekreun zag u zich geconfronteerd dat dit niet klopte. Daarna hebt u er bewust voor gekozen dit alsnog te verwezenlijken. U had af kunnen zien van verder handelen en erger kunnen voorkomen", oordeelde de rechtbank.
Na het uitzitten van de celstraf komt H. onder langdurig toezicht.