Het is een van de grootste zorgpunten in het Nederlands onderwijs: de slechte taal- en rekenvaardigheden van leerlingen. Een groeiend aantal van hen haalt het streefniveau niet, dus is het tijd voor een ommekeer.
De Onderwijsraad, het belangrijkste adviesorgaan van de regering, is daarom vandaag met een aantal aanbevelingen gekomen. Kort gezegd: taal- en rekenonderwijs moet worden opgenomen in veel meer vakken en het niveau van de leraar moet omhoog.
Het probleem gaat verder dan alleen vakken als Nederlands en wiskunde. Goede beheersing van taal en rekenen is voor bijna alle schoolvakken van cruciaal belang, zegt de raad. Maar nog veel belangrijker: zonder taal en rekenen kun je simpelweg niet meekomen in de maatschappij.
Streefniveau niet gehaald
Zoals het nu gaat, haalt een deel van de kinderen het juiste niveau niet. Op de basisschool halen lang niet alle kinderen het streefniveau en op de middelbare school wordt dit probleem alleen maar groter, blijkt uit verschillende onderzoeken. Van de 15-jarigen bleek in 2018 ongeveer een kwart niet goed de essentie uit een tekst te kunnen halen en 16 procent bleek niet het minimale niveau te halen bij wiskunde.

De oplossing van de Onderwijsraad is eigenlijk heel eenvoudig: er moet een structurele focus komen op taal en rekenen in het onderwijs. Dat begint al bij de lerarenopleiding. Daar moet volgens het adviesorgaan een centrale eindtoets komen die toetst of aanstaande leraren taal en rekenen zelf voldoende beheersen, maar ook of ze de vaardigheden hebben om taal- en rekenonderwijs te geven.
Daarnaast zouden leraren tijdens hun loopbaan meer moeten worden bijgespijkerd op taal- en rekenonderwijs. 'Blijvend professionaliseren moet de norm zijn', staat in het advies.
'Zeker behoefte aan'
Volgens onderwijskundige Jan van Tartwijk staan leraren zeker open voor dit soort nascholing. "Leraren vinden vakinhoudelijke nascholing prettig en goed, blijkt uit onderzoek. Daar is zeker behoefte aan", zegt hij. In de kern draaien de vakken altijd om goed rekenen en lezen, maar vooral in de manier van lesgeven zit veel ontwikkeling, zegt Van Tartwijk.
"Wiskundigen voeren bijvoorbeeld heftige debatten over de vraag op welke manier rekenen en wiskunde het beste gegeven kunnen worden."

Maar de oplossing voor betere taal- en rekenvaardigheid zit niet alleen bij de opleiding van de leraren, ook op school moet het anders volgens de Onderwijsraad. Een van de belangrijkste adviezen is dat taal en rekenen onderdeel moeten zijn van alle vakken, niet alleen van Nederlands en wiskunde op de middelbare school (of de taal- en rekenlessen op de basisschool).
Ook in vakken als scheikunde, geschiedenis of drama komen taal en rekenen terug, dus daar zou meer aandacht voor moeten zijn. Zo worden taal- en rekenvaardigheden een verantwoordelijkheid van de hele school.
Moeite met vragen lezen
Op het Vlietland College in Leiden wordt sinds vorig jaar al met deze aanpak gewerkt, tot tevredenheid van leerkrachten en leerlingen, zegt Laura Pearson. Zij is docent Nederlands en maakt deel uit van de werkgroep taalbeleid. "Collega's van scheikunde gaven aan dat leerlingen de toetsen lastig vinden omdat ze moeite hadden met het lezen van de vragen. Dat was het moment waarop we ons bewust werden dat we er concreet mee aan de slag moesten", zegt Pearson. "Met 3, 4 uur Nederlands in de week kun je dat probleem niet oplossen."

Na een periode van onderzoek is er een nieuw taalbeleid gekomen dat verdergaat dan alleen de lessen Nederlands. Bij elke les, van Engels tot scheikunde, wordt er standaard vijf minuten gelezen. Zo komen leerlingen gemiddeld aan een half uur extra lezen per dag. Ook zijn docenten van andere vakken aangesteld als 'taalambassadeurs' om het belang van goed lezen actief uit te dragen.
Van de hele school
"Het is niet het taalbeleid van de sectie Nederlands, maar het is echt van de hele school", zegt Pearson. Volgens de docente zijn ze nog te kort bezig om echt meetbare resultaten te kunnen laten zien, maar ze is blij met de mentaliteitsomslag in de school. "Dat we niet alleen het probleem zien, maar er ook echt wat mee doen."
Maar zitten docenten er wel op te wachten om naast hun gewone les ook nog tijd te moeten besteden aan leesvaardigheid? "Als de insteek is dat je het met zijn allen doet, krijg je iedereen wel mee", zegt Pearson. "Maar je moet ook goed naar elkaar luisteren, juist naar de mensen die het in eerste instantie niet willen."