In de maanden juli, augustus en september is er in Nederland veel vaker asiel aangevraagd dan in de maanden daarvoor. Er kwamen vooral meer Syriërs, Afghanen en Turken deze kant op. Ook steeg het aantal familieleden van vluchtelingen dat hier naartoe kwam. De impact van de oorlog in Oekraïne viel mee.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Bijna helft Syriërs
In het derde kwartaal van dit jaar dienden in totaal 10.600 mensen een eerste asielverzoek in bij Nederland, 3550 meer dan een kwartaal eerder en 4120 meer dan in januari, februari en maart.
De belangrijkste reden is dat de vluchtelingenstroom uit Syrië verdubbeld is. 4605 Syriërs vroegen asiel aan, wat het land goed maakt voor bijna de helft van alle asielaanvragen. Afghanen vroegen 995 keer asiel aan, Turken dienden 935 verzoeken in.

Ook het aantal familieleden dat hiernaartoe is gekomen, om te worden herenigd met een vluchteling nadat die een verblijfsvergunning heeft gekregen, is gestegen. Deze groep zogenoemde nareizigers groeide met 15 procent naar ruim 3600. Ook hier gaat het met name om een stijging van het aantal Syriërs.
Slechts vijf Oekraïeners
De oorlog in Oekraïne werkt maar in zeer beperkte mate door op de asielcijfers. Slechts vijf Oekraïners deden een aanvraag in het derde kwartaal, het kwartaal daarvoor waren dat er vijftien.
Dat is slechts een fractie van de ruim 95.000 naar Nederland gevluchte Oekraïners die zich dit jaar bij een Nederlandse gemeente hebben ingeschreven. Dat komt volgens het CBS omdat zij niet verplicht zijn asiel aan te vragen.
Russische asielzoekers
Russen hebben in het derde kwartaal minder vaak een asielaanvraag ingediend, namelijk tachtig keer. In het tweede en eerste kwartaal waren dat er respectievelijk 170 en 120. Zij zijn hun land bijvoorbeeld ontvlucht omdat ze op sociale media of bij een demonstratie kritiek hebben geuit op de Russische regering en vrezen voor een gevangenisstraf.