De 'overgrote meerderheid' van de ongeveer dertig verdachten die in het noorden van het land zijn aangehouden bij de boerenprotesten van afgelopen zomer, zijn zelf geen boer. Dat zegt het Openbaar Ministerie.
Het gaat vaak om sympathisanten van boeren: vrienden, familieleden, loonwerkers of mensen die voor hun werk wel eens op een boerderij komen. Dat zegt persofficier van justitie Jan Hoekman van het parket Noord-Nederland in een interview met de Leeuwarder Courant.
Volgens Hoekman voelen ze zich door de overheid in de steek gelaten, of het nu gaat om de toeslagenaffaire of het aardbevingsdossier. "Misschien nu ook wel weer bij de energiecrisis'', zegt hij tegen de krant.
"Of je daar nou heel specifiek zelf slachtoffer van wordt of dat je gewoon een enorme sympathie voelt voor degene die daar slachtoffer van wordt, of gewoon omdat je demonstreren nu eenmaal leuk vindt. Dat zijn allemaal factoren die een rol kunnen spelen."
Afgelopen zomer waren er wekenlang boerenprotesten, met onder meer snelwegblokkades en afvaldumpingen. Farmers Defence Force kondigde gisteren nieuwe acties aan. Door het hele land zijn meer dan honderd mensen opgepakt, van wie dus rond de dertig in Friesland, Groningen en Drenthe.
Ook sociale media spelen een rol. Hoekman noemt dat 'een redelijk onzichtbare uitlaatklep'. Sommige verdachten zag het OM volgens Hoekman ook al bij coronademonstraties.
Eerder schreef RTL Nieuws al over boeren en sympathisanten die elkaar online weten te vinden, bijvoorbeeld op chatdienst Telegram. In kanalen die zijn bedoeld voor boerenacties uiten ze hun ongenoegen.
