De vier Nederlandse mannen die verdacht worden van de verijdelde ontvoering van de Belgische minister van Justitie, verzetten zich tegen hun uitlevering aan België. Daarom moeten de mannen van 20, 21, 29 en 48 jaar oud voorlopig in Nederland in 'overleveringsdetentie' blijven. Dat heeft de officier van justitie in Amsterdam vandaag bekendgemaakt.
De Belgische autoriteiten hebben om hun uitlevering verzocht. Ze worden verdacht van betrokkenheid bij plannen om de Belgische minister van Justitie Vincent Van Quickenborne te ontvoeren.
Afgelopen zaterdag werden in Den Haag en Leidschendam drie mannen opgepakt vanwege de ontvoeringsplannen. De Belgische politie had ze gevolgd vanaf het huis van Van Quickenborne in Kortrijk tot aan de Nederlandse grens. Bij het huis hadden ze een auto achtergelaten. Daarin zijn volgens Belgische media een automatisch geweer en flessen met benzine gevonden.
Europees Arrestatiebevel
Gisteren werd in Den Haag de vierde verdachte aangehouden. Dit gebeurde nadat de Belgische autoriteiten daarom gevraagd hadden via een Europees Arrestatiebevel (EAB).
De mannen zijn vandaag voorgeleid aan een officier van justitie van het Internationaal Rechtshulpcentrum (IRC) van het arrondissementsparket in Amsterdam. In Nederland worden alle overleveringszaken vanuit Nederland naar een ander land binnen de EU door het Amsterdamse IRC in behandeling genomen.

Behalve dat de overleveringsdetentie verlengd wordt, blijven de beperkingen van kracht. Dit betekent dat ze alleen met hun advocaat contact mogen hebben.
Ruil met drugscrimineel
Het is nu aan de Internationale Rechtshulp Kamer (IRK) van de Amsterdamse rechtbank om te beslissen of de overlevering wordt toegestaan. De beslissing moet binnen zestig dagen genomen worden.
De Belgische tv-zender VRT meldde dat het plan is beraamd door drugscriminelen. Zij zouden Van Quickenborne, die tevens vicepremier is, willen ruilen tegen een gedetineerde. Volgens de VRT houdt de politie er rekening mee dat de opdrachtgevers 'drugsbaronnen in het buitenland' zijn.
