Ooit stond er een rek met kannen achter het melkmeisje en op de voorgrond stond een vuurmand. Maar Vermeer was daar blijkbaar niet tevreden mee en schilderde het zelf over. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het Rijksmuseum.
De ontdekkingen werden gedaan met de geavanceerde scantechnieken die laatst ook gebruikt zijn bij het grote onderzoeks- en restauratieproces van de Nachtwacht.
"Het geeft een verrassend beeld van Vermeers artistieke beslissingen", laat Taco Dibbits, hoofddirecteur van het Rijksmuseum, weten. "Het overschilderen van het rek met kannen en de vuurmand zorgt voor meer rust en verstilling in de kamer van Het melkmeisje. Niets leidt meer af van haar geconcentreerde bezigheid."
Vuurmand en kannenrek
Het rek met kannen dat Vermeer weghaalde, werd in de zeventiende eeuw een kannenbord genoemd. Het was een plank met knoppen waaraan meerdere aardewerkkannen aan hun oor werden opgehangen. Uit het inboedelinventaris van Vermeer weten de onderzoekers dat zo’n plank vaak in een bijkeuken hing.
De weggehaalde mand was al eerder ontdekt, maar door de nieuwe technieken met röntgen- en infraroodscans weten de onderzoekers nu dat het om een vuurmand ging, gemaakt van wilgenteen. Ook dit was een vast onderdeel van de inboedel van jonge gezinnen. In de mand werden vaak gloeiende kolen gelegd om pasgeboren baby’s warm te houden en luiers te drogen. Vermeer verving de mand later door de stoof, de Delftsblauwe tegels en de vloer.
Details kwamen later
Dankzij de ontdekkingen met de nieuwe onderzoekstechnieken is voor het eerst een duidelijke onderschets met zwarte verf te zien. Ook zagen de onderzoekers een dikke streep in zwarte verf onder linkerarm van het melkmeisje.
Er werd altijd gedacht dat Vermeer met zijn kleine oeuvre langzaam en zorgvuldig te werk ging, maar daar blijkt niet zo te zijn. Deze schets maakt duidelijk dat Vermeer zijn voorstelling juist eerst vlug in licht en donker opzette, voor hij de details uitwerkte.
