Ga naar de inhoud
Zondaginterview

Van kankerpatiënt naar dokter: doodziek besloot Max (25) zijn droom na te jagen

Beeld © Phelim Hoey

Zo heb je een zorgeloos leven als student, het volgende moment lig je op de spoedeisende hulp met acute lymfatische leukemie. Het overkwam Max Muijtjens (25). Zijn ziekte inspireerde hem om zijn grootste droom na te jagen: hij wordt nu zelf arts.

"Ik heb heftig nieuws voor je, ga maar even zitten." Het was januari 2021 en Max Muijtjens was ’s middags bij zijn moeder op bezoek toen zijn huisarts belde. Hij stond net op het punt om terug te gaan naar Amsterdam en daar direct z’n bed in te duiken, want hij voelde zich al een tijdje niet goed. Ontzettend moe. Nederland zat midden in de lockdown en meer mensen in zijn omgeving klaagden dat ze zich niet lekker voelden. Max: "Maar ik had ook last van nachtzweten en een rare knobbel in m’n nek. Ik dacht zelf dat ik misschien de ziekte van Pfeiffer had, daarom was ik naar de huisarts gegaan."

Onderzoek naar kanker

Het was een educated guess. Na een bachelor Gezondheid en Leven wilde hij eigenlijk doorstromen naar de studie Geneeskunde, maar hij was niet door de selectie gekomen. Daarom was het de Engelstalige master Oncology geworden, oncologie dus. Dan word je niet opgeleid tot arts, maar kun je bijvoorbeeld onderzoek naar kanker gaan doen in een ziekenhuis of laboratorium. Maar dat hij zelf kanker zou hebben? "Dat is wel het allerlaatste waar je aan denkt op mijn leeftijd." En toen belde de huisarts dus. "Ze zei dat ik veel te veel witte bloedcellen in mijn bloed had, dat ze dacht dat het ernstig was en dat ik met spoed naar het ziekenhuis moest. Ze wilde er zelf nog geen conclusie aan verbinden, maar vanuit mijn studie wist ik natuurlijk wel dat dat een teken is dat je leukemie kan hebben."

Tot die tijd had Max een geweldig leuk leven als student in Amsterdam. Hij woonde met zijn één jaar jongere broer Antonie vlakbij het Vondelpark, had een prachtige bijbaan in de thuiszorg, en liep buiten de lockdowns om regelmatig leuke feestjes af. Daar kwam met het telefoontje een abrupt eind aan. "Het was compleet onwerkelijk. Als een bomaanslag. Mijn moeder en ik hebben meteen een pyjama en een tandenborstel bij elkaar gezocht en zijn naar het ziekenhuis gegaan, met 160 kilometer per uur over de snelweg. De huisarts had de spoedeisende hulp al gebeld dat ik eraan kwam. Ineens ging ik de deuren van het ziekenhuis door als patiënt." Hij moest meteen een maand blijven.

Feitelijk bleek hij op het randje van de dood te staan. De diagnose: acute lymfatische leukemie, een ziekte die in ons land jaarlijks maar zo’n 250 mensen treft. Hoe je eraan komt? "Je kunt leukemie krijgen doordat je met straling in aanraking komt, of met bepaalde chemicaliën. Maar in mijn geval was het domme pech." De oorsprong van dit type kanker zit in je beenmerg, waar onder meer witte en rode bloedcellen worden aangemaakt. Er kan een woekering ontstaan van witte bloedcellen die zich niet goed ontwikkeld hebben, maar die zich wel door je hele lichaam verspreiden en overal je normale, gezonde bloedcellen verdringen.

Voortdurend strak

In die eerste maand in het ziekenhuis werd al bepaald dat Max de zwaarst mogelijke behandeling zou moeten ondergaan. Als Oncology-student wist hij natuurlijk prima wat het traject in zou houden. "Ik zocht meteen ook de overlevingskansen op, en die waren goed: 80 tot 90 procent van de patiënten is drie jaar na de diagnose nog in leven. Ik ben heel taakgericht, dus ik dacht: dit is een probleem dat we gaan oplossen. Een bump in the road."

Maar die praktische instelling betekende niet dat het niet zwaar was. "Alles werd uit de kast getrokken om me zo snel mogelijk kankervrij te krijgen. Ik werd helemaal volgepompt met prednison, een medicijn dat tumoren aanpakt. Het is een stimulerend middel, dus ik stond voortdurend 'strak'. Ik kon ook niet goed slapen. Terwijl ik die rust wel keihard nodig had, want tegelijkertijd was ik door de chemo- en immunotherapie volledig gesloopt. Ik ben heel wat kilo’s kwijtgeraakt in die eerste maand."

Daarna volgde een intensief programma van tien maanden op- en af aan de chemo. Steeds een paar weken behandelen en dan weer een paar weken herstel. Het was loodzwaar, maar: de behandeling sloeg aan. "Na tweeënhalve maand was de eerste beenmergpunctie om te bepalen hoe ik ervoor stond. Ik zat thuis op de bank met m’n broer toen ik gebeld werd. Toen werd duidelijk dat bijna alle kankercellen uit mijn beenmerg waren verdwenen, dus dat ik heel goed had gereageerd op de chemo. Ik moest huilen: dit was het allermooiste cadeau dat ik in deze periode kon krijgen."

Maar na het goede nieuws was er nog wel een lange weg te gaan. Hij wist als geen ander dat de kans op terugval ontzettend groot was. Door met de chemo dus, en hij kreeg ook nieuwe stamcellen. Die kwamen van zijn broertje, die gelukkig een geschikte donor bleek. "Buiten dat Antonie mijn broertje is, was hij ook altijd al mijn beste vriend. Maar nu heeft hij ook nog in essentie mijn leven gered. Ik heb in feite zijn immuunsysteem in mijn lichaam. Vier maanden na de transplantatie was nog 100 procent van het bloed in mijn lijf afkomstig van zijn stamcellen."

Een dieper dal

Die behandeling was in oktober vorig jaar. Hij kon thuis kerst vieren. Maar daarna zou nog een diep dal volgen. Om het nieuwe bloed de kans te geven zich goed te vestigen, kreeg Max heftige medicijnen om zijn nieuwe immuunsysteem af te remmen. "Anders gaat dat als een malle om zich heen slaan en keert het zich tegen de rest van je lijf, omdat het dat nog niet herkent. Dat moet je dus heel rustig opbouwen."

Door de medicatie leefde hij in een roes en was hij bovendien enorm kwetsbaar. "Ik liep covid op, kreeg een longontsteking en ook nog twee verschillende darmbacteriën. Ik was zelf eigenlijk te ziek om door te hebben hoe erg ik achteruit ging. Ik wilde zo graag dat het beter zou gaan, zei steeds tegen mezelf dat het wel goed ging komen. Ondertussen sliep ik veertien uur per dag en ging het steeds slechter. Mijn vader was gelukkig alert: in januari heeft hij me weer naar het ziekenhuis gebracht."

Dat was pittig. Net tien maanden chemo achter de rug, en ook nog die stamceltransplantatie: "Ik dacht dat ik het ergste gehad had, dat het alleen nog maar beter zou gaan. En nu moest ik weer vanaf nul beginnen. Ik ben echt niet neerslachtig ingesteld, maar toen dacht ik: als ik nu doodga, is het ook goed."

Maar hij had iets om naartoe te leven. "In februari zou de selectie voor zijinstromers voor de opleiding Geneeskunde beginnen. Er zijn drie rondes: eerst een kennistest waarbij twee derde van de kandidaten al afvalt. Dan een grondige inspectie van je cv: heb je wel genoeg ervaring in de zorg om door te mogen? Hier valt nog eens 40 procent af. En de laatste ronde bestaat uit een reeks interviews. Daarbij valt nog eens meer dan de helft af. Bij mijn eerdere poging was ik tot ronde twee gekomen, daar wilde ik nu per se voorbij."

De waarde van goede zorg

Het was de selectie die hem op de been hield: "Ik wilde zo graag wat voor mensen kunnen betekenen. En het voelde als het enige logische vervolg van dit verhaal." Want nu had hij letterlijk aan den lijve ondervonden wat goede zorg betekent, en hoeveel verschil het kan maken. "Ik zag precies wat ik zelf ook wilde zijn als arts: betrokken, helder, eerlijk. Mijn artsen lieten me meedenken. Ze waren nooit dramatisch, maar wel empathisch. Medeleven zat vaak in non-verbale communicatie: iemand die je in de ogen kijkt, knikt, je gerust stelt. Ik voelde me gehoord en wilde dat ook aan anderen kunnen geven."

In de drie maanden die de selectie in beslag nam, ging het stukje bij beetje beter. "Ik was zo gemotiveerd om erdoor te komen, dat ik ook alles in het teken stelde van beter worden. Ik wandelde iedere dag, steeds een paar minuutjes meer. En zelfs op de dagen dat ik niks anders kon dan zitten, was ik keihard aan het studeren, dwars door m’n chemobrein heen." Hij wachtte bewust met vertellen dat hij zelf ook net kanker had gehad: "Ik wilde gewoon op mijn persoonlijke kwaliteiten en ervaring worden aangenomen. Maar in de interviewronde heb ik wel verteld hoe mijn tijd in het ziekenhuis mijn passie voor geneeskunde heeft aangewakkerd."

Halverwege mei kreeg hij het verlossende nieuws: van de 270 aanmeldingen, bleek hij bij de 24 gelukkige zijinstromers te horen. "Die overwinning voelde zo groot. Dat ik vanaf dat absolute nulpunt dit had weten te bereiken. Ik heb me een week lang high gevoeld van puur geluk."

En het is ook geluk geweest dat hem erdoorheen heeft gesleept. "Mensen praten over hoop of moed, maar zo veel hangt simpelweg af van geluk. Ik heb geluk gehad dat mijn huisarts me serieus nam, dat ik zulke goede artsen trof, dat ik in Nederland woon, dat mijn broer me kon helpen. Als het aan de natuur had gelegen, was ik allang dood geweest."

Het cirkeltje rond

Of hij zelf straks ook oncoloog wil worden, weet hij nog niet zeker. "Ik wil me nog nergens op vastleggen, maar de behandeling van kanker fascineert me wel. Het contact tussen patiënt en arts is heel intiem, je werkt echt samen aan een doel. Ik heb zelf bijvoorbeeld een bijzondere band met mijn verpleegkundig specialist, zij heeft alle verdriet, maar ook alle mooie momenten met me meegemaakt. Toen ik hoorde dat ik aangenomen was voor de opleiding, ben ik een taartje gaan brengen op de afdeling en kon ik zeggen: 'Dankzij jullie sta ik hier nog en ga ik nu zelf arts worden'. Dat ik daar stond, gezond en met een volle bos haar, voelde zo geweldig. Voor mij was het cirkeltje rond."

Hij was natuurlijk liever niet ziek geworden, benadrukt Max. Maar uiteindelijk heeft het hem toch veel gebracht. "Het heeft me veerkrachtig gemaakt. Ik ben er niet als een gebroken vogeltje uitgekomen, maar als iemand die weet wat hij wil. Ik ben wel een stuk emotioneler geworden, ik kan het leed, maar ook het geluk van anderen beter voelen en dat vind ik een mooie toevoeging, ook als ik straks arts ben. En het heeft me in essentie geleerd hoe kwetsbaar het menselijk lijf is, hoe snel en erg het mis kan gaan – maar daarmee ook wat een gave sector geneeskunde toch eigenlijk is. Voor bijna alles waar ik last van had, was er wel een oplossing, een pilletje. En de warmte van de artsen en de verpleegkundigen heeft me laten zien dat er zelfs onder de meest barre omstandigheden nog zoveel moois te vinden is."

Zondaginterview

Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.

Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl

Lees hier de eerdere zondaginterviews.