Door een nieuwe wet is het een stuk makkelijker geworden om een nieuwe school op te richten: je hebt vooral een goed idee en genoeg geïnteresseerde ouders nodig. Het idee is dat het aanbod van scholen meer moet gaan aansluiten bij de wensen van ouders en leerlingen, maar de vrees is dat de ongelijkheid in het onderwijs erdoor toeneemt.
Muziek, sport, wetenschap, creatieve vakken, ruimte voor individuele ontwikkeling en natuurlijk taal en rekenen: initiatiefnemer Wouter Maagdenberg weet wel wat hij graag op een nieuwe school zou zien. "Een veel rijkere schooldag", vat hij het samen. Werkboekjes? Er is meer dan dat, als je het aan Maagdenberg vraagt. Hij ziet kinderen liever hun kennis toepassen in een moestuin, bakkerij of kinderraad.
Ontevreden over aanbod
Vol enthousiasme vertelt hij over het plan dat hij met een aantal ouders en onderwijsprofessionals heeft opgesteld. In Brielle zijn er op dit moment al zes basisscholen, maar hij durft voorzichtig te dromen van een nieuwe school in zijn gemeente. Kort gezegd waren hij en een aantal andere ouders niet tevreden over het huidige onderwijsaanbod, dus besloten ze om zelf met een plan te komen.
Eerder ging onze verslaggever al met hem kijken naar een plek waar de school mogelijk zou kunnen komen:
Wouter begint zijn eigen droomschool: 'Buiten kun je ook rekenen'
Vroeger speelde de gemeente nog een belangrijke rol bij de stichting van zo'n nieuwe school, en moest een school bovendien binnen een 'erkende leerrichting' vallen, zoals protestants, katholiek of algemeen bijzonder onderwijs. Dat is door een nieuwe wet helemaal anders: de erkende leerrichting is niet meer nodig, een goed plan (waarin onderwijskwaliteit wordt aangetoond) en voldoende 'handtekeningen' van geïnteresseerde ouders zijn genoeg.
Hoeveel handtekeningen zijn nodig voor een nieuwe school?
Hoeveel handtekeningen nodig zijn, verschilt per school en regio. Basisscholen moeten er tussen de 75 en 150 hebben, bij middelbare scholen ligt het eraan hoeveel niveaus je wilt aanbieden. Voor een scholengemeenschap zijn tussen de 600 en 750 handtekeningen nodig.
Die handtekeningen haal je overigens niet zomaar binnen: ouders moeten op een speciale site inloggen met hun DigiD en de gegevens van hun kinderen invoeren. Ook moeten het ouders zijn die in de buurt van de nieuwe school wonen en kinderen hebben in de schoolgaande leeftijd.
Landelijk zijn er 102 plannen ingediend, waarvan 55 genoeg handtekeningen hebben verzameld. Vier van de 55 hebben zich om verschillende redenen teruggetrokken, dus er zijn op dit moment nog 51 kanshebbers voor het oprichten van een nieuwe school. Deze zijn allemaal kritisch onderzocht door de Onderwijsinspectie en eind van deze maand komt de minister met een oordeel: groen licht of definitieve afwijzing.
Maagdenberg vindt het spannend, maar heeft er ook alle vertrouwen in dat hij volgend jaar van start mag. "Dan kunnen we echt een team gaan samenstellen." Zelf heeft hij geen onderwijsbevoegdheid, dus zal hij geen inhoudelijke rol gaan spelen. Maagdenberg wil straks vooral langs de nieuwe school kunnen lopen en weten dat daarbinnen les wordt gegeven op de manier die zij voor ogen hebben. "Dat gaat echt impact hebben, daar is het mij om te doen."
Grotere segregatie
De nieuwe onderwijswet is er gekomen om meer ruimte te geven aan de behoeftes die er bij ouders en leerlingen zijn. Maar er is ook kritiek dat de wet kan leiden tot meer segregatie in het onderwijs. Onder anderen de Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman uitte vorig jaar haar zorgen hierover in een brief aan toenmalig onderwijsminister Slob. "We zien een groter risico op segregatie in de stad als alleen nog wordt gekeken naar het aantal ouderverklaringen", schreef ze.

Nederland kent vrij gesegregeerd onderwijs, bleek onlangs weer uit onderzoek van de Erasmus Universiteit naar basisscholen. Kort gezegd bleek daaruit: het inkomen van de ouders en de culturele achtergrond bepalen voor een groot deel met wie je in de klas zit.
Terugtrekken in eigen groep
Het oprichten van de nieuwe scholen kan dit effect alleen maar versterken, is de vrees. Van de 51 plannen zijn er onder andere vijftien voor islamitische scholen, tien afsplitsingen van bestaande scholen en vijftien scholen die echt op een eigen, vernieuwende manier onderwijs willen gaan geven.
Die laatste groep is vooral aantrekkelijk voor hoogopgeleide ouders, ziet Guido Walraven van het Kenniscentrum Gemengde Scholen. "Dan krijg je scholen van mensen die vooral kijken naar waar hun eigen kinderen behoefte aan hebben."

Vrijwel elke school begint met goede bedoelingen en de wens om een plek voor alle kinderen te zijn, zegt Walraven, maar de afgelopen jaren is gebleken dat dat vaak niet genoeg is. Als je een gemende school wilt zijn, moet je daar echt mee aan de slag gaan. "Als je niks doet, ontstaat er segregatie. Dus als je daar tegen bent, moet je een heel actief beleid voeren."
Hij wijst erop dat weinig plannen voor nieuwe scholen diversiteit echt als onderdeel van hun plan noemen. Als we segregatie willen aanpakken, moeten we volgens Walraven goed kijken naar de criteria waarop de Onderwijsinspectie en minister scholen beoordelen. "We zien dat leerlingen in bubbels van gelijkgestemden opgroeien, die bubbel doorbreken kan een criterium worden voor een nieuwe school. Daarbij kunnen ze samenwerken met scholen in de buurt, want segregatie is iets dat alle scholen samen moeten aanpakken."
Een echte mengelmoes
Ook Wouter Maagdenberg ziet dat vaak vooral hogeropgeleide ouders de weg naar scholen met vernieuwende onderwijsvormen weten te vinden, maar toch denkt hij dat zijn school 'een echte mengelmoes' kan worden. "We weten uit gesprekken dat niet alleen 'elite' ons weet te vinden. We zien juist veel ouders van kinderen die tegen dingen aanlopen bij de huidige scholen."
Een school voor alle leerlingen is wat hij voor ogen heeft. "Ik zie veel scholen die proberen om alleen maar havo- en vwo-leerlingen af te leveren, maar of de Nederlandse samenleving daar nou wat aan heeft… Ik denk het niet."