Kinderen kennen maar weinig diersoorten die in Nederland voorkomen, ontdekte bioloog Michiel Hooykaas. Ook in prentenboeken gaat het vaker over leeuwen dan over meeuwen. 'Daardoor denken kinderen misschien dat de natuur alleen te zien is in de dierentuin, in plaats van om je heen.'
Jonge kinderen zijn gek op dieren, dat is in elk geval duidelijk. In bijna alle prentenboeken komen dieren voor, blijkt uit een nieuw onderzoek van bioloog Michiel Hooykaas, verbonden aan de Universiteit Leiden.
Hooykaas doet al langer onderzoek naar de dierenkennis van Nederlandse kinderen. Daarmee is het, ondanks de liefde voor dieren, slecht gesteld. Vooral vogels worden weinig herkend: zo weet 85 procent van de kinderen niet hoe een huismus eruit ziet.

Dat is jammer, vindt Hooykaas: "Mensen komen steeds minder in de natuur, en weten er ook minder van. Terwijl het voor kinderen juist heel leuk is om over dieren te leren."
Uit het eerdere onderzoek van Hooykaas bleek dat de meeste kinderen dieren uit de nabije omgeving niet kennen, maar bijvoorbeeld de leeuw wel – en die kom je natuurlijk niet in Nederland tegen. Waarschijnlijk spelen filmpjes, boeken en games die kinderen zien en lezen daarbij mee.
Dieren leren kennen met prentenboek
In zijn nieuwe onderzoek bekeken Hooykaas en zijn mede-onderzoekers daarom ruim 200 prijswinnende prentenboeken, die de afgelopen tien jaar in Nederland zijn verschenen. In 97 procent van die boeken kwamen dieren voor, in vier van de vijf speelde een dier zelfs een belangrijke rol.
Hooykaas: "Prentenboeken zijn dus een manier waarop kinderen in aanraking komen met dieren, en diersoorten kunnen leren kennen."
Maar de onderzoekers keken ook welke dieren er het meest voorkwamen in de prentenboeken. Dat waren vooral huisdieren of exotische zoogdieren, en een stuk minder vaak vogels of bijvoorbeeld insecten.
"Leeuwen en nijlpaarden zijn natuurlijk spannend", zegt Hooykaas. "Maar als kinderen alleen dat soort dieren zien, denken ze misschien dat boeiende dieren alleen te zien zijn in de dierentuin, of in verre landen. Hun ogen blijven dan gesloten voor wat er om je heen te zien is."
Otter of zeehond is ook knuffelbaar
Bovendien ontstaat er mogelijk een vicieuze cirkel: "Doordat deze dieren vaak in boeken voorkomen, worden ze populair. Een volgende keer kiest een schrijver dan wellicht liever voor zo'n populair dier dan voor een minder bekende soort."
En áls er in een prentenboek een vogel te zien is, dan is dat vaak gewoon 'een vogel', zagen de onderzoekers. "Dus niet specifiek een merel, of een pimpelmees."

Met zijn onderzoek hoopt Hooykaas makers van kinderboeken aan het denken te zetten. "Het zou origineel zijn om eens voor een ander dier te kiezen. Ook in Nederland heb je knuffelbare zoogdieren, zoals otters, dwergmuizen of zeehonden. Als schrijver kom je dan misschien ook op nieuwe verhaallijnen."
Bovendien zouden boeken dan de ogen van kinderen kunnen openen voor de natuur om ons heen. Hooykaas: "Daar kun je als ouder een rol in spelen, door te laten zien dat een dier in zo'n boek ook echt bestaat. Het zou toch leuk zijn als je in een boek een vogel ziet, die je ook in je eigen achtertuin kunt herkennen?"

Dagelijkse update
Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update.