Bart J. stak vorige zomer bij een supermarkt in het Groningse Hoogkerk een jongen van 14 dood. Voor die daad eist het OM vandaag tien jaar cel en tbs met dwangverpleging. J. 'wilde zien hoe het is om iemand te vermoorden'.
Dat zei de 24-jarige man uit Groningen vandaag in de rechtbank. J. zat naar eigen zeggen in een psychose en wilde zelfmoord plegen. Zijn 'zieke' actie was het gevolg van een 'verkeerde impuls'.
In borst en rug gestoken
J. stak op zondag 6 juni rond 15.00 uur de 14-jarige Dinant Paré neer bij de ingang van een supermarkt in het dorp. De jongen werd liggend op de grond meerdere keren met een mes gestoken in onder meer zijn borst en rug, en ook geschopt. Hij overleed ter plekke.
Kort na het incident werd J. aangehouden. Er werd een groot mes gevonden met bloed van Paré en DNA van J. Volgens J. was Paré een willekeurig slachtoffer. Bij een inleidende rechtszitting in januari bekende hij. Bij de politie had hij altijd ontkend. "Ik herkende mijzelf eerst niet op de camerabeelden. Helaas ben ik dat wel."
Bekijk ook - Hoogkerk in rouw na dood Dinant (14): 'Onbegrijpelijk'
Volgens het OM heeft J. vlak voor zijn daad het wapen, een mes van 20 centimeter, bewust uit de supermarkt gestolen om iemand mee te doden.
Hij had in de ogen van de aanklager in de winkel meerdere keuzemomenten, wat volgens het OM neerkomt op handelen met voorbedachten rade. De officier van justitie baseert zich op de camerabeelden van de supermarkt waarop de steekpartij en diefstal van het mes zijn te zien.
In een tentje in het park
J. wordt ook verdacht van een reeks vernielingen en diefstallen in het voorjaar van 2021. In die periode zat J. dertien keer op het politiebureau. "Het ging mentaal niet lekker met me," zegt hij. Hij was dakloos en sliep in een tentje in het Stadspark.
J. gebruikte sterke drank en drugs. Zijn ouders kwamen om de dag om eten te brengen of een wandeling te maken. Ook zorgden ze voor powerbanks, zodat J. zijn telefoon kon opladen. Hulpinstanties slaagden er niet in om hem te behandelen.
Obsessie voor messen
Na de scheiding van zijn ouders was hij tussen wal en schip geraakt, aldus J. Hij voelde zich een 'middenpersoon'. "Ze waren allebei een gezin gestart," zei hij over zijn ouders. J. was volgens hen suïcidaal en had een obsessie voor messen.
J. zei in de rechtbank dat hij vaak een mes op zak had. Hij ontkent dat hij ook zelf steekwapens maakte, zoals de politie heeft geconstateerd. J. had het mes bij de supermarkt gestolen 'om in zijn tent worst mee te snijden'.
Antenne als steekwapen
J. droeg in de zittingszaal handboeien en er was extra parketpolitie aanwezig omdat J. een begeleider in de gevangenis met een afgebroken antenne stak, volgens het Openbaar Ministerie een poging tot moord of doodslag. De zaal zat vol publiek.
J. is psychisch onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Het OM gaat uit van moord.
