De hoofdverdachte draagt een bomvest met vakken waaruit draden lopen tot op de schouder.
Beeld © RTL
Drie mannen die een grote terroristische aanslag in Nederland beraamden, vechten hun veroordeling niet langer aan. Ze hebben hun hoger beroep ingetrokken.
In totaal zijn er in deze zaak zes mannen veroordeeld voor het voorbereiden van een aanslag. Drie van hen hebben het beroep wél doorgezet. Het gerechtshof Den Haag is vanochtend begonnen met de inhoudelijke behandeling hiervan.
Nieuwe wetgeving is voor de leider van de terroristische organisatie, Hardi N., en medeveroordeelde Nabil B, de reden voor het stoppen met het hoger beroep. Dat zeggen hun advocaten tegen RTL Nieuws. Hardi N. en Nabil B. zijn het volstrekt oneens zijn met de veroordeling. Maar door de nieuwe wetgeving zouden de mannen uiteindelijk na hoger beroep langer in de cel kunnen belanden dan nu het geval is. Dat risico willen ze niet lopen.
Nieuwe regels
Sinds juli 2021 geldt een nieuwe wet met strengere regels voor een voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Eerst was de VI in principe mogelijk na twee derde van de straf. De nieuwe wet beperkt de duur van de VI tot maximaal twee jaar. Dat maakt een groot verschil: het kan jaren langer in de gevangenis betekenen voor de mannen.
Het is niet bekend waarom de derde man, medeveroordeelde Nadeem S., zijn hoger beroep intrekt.
De zes geradicaliseerde moslimmannen werden in september 2018 opgepakt door antiterrorisme-eenheden. Dat gebeurde na een undercoveroperatie van de politie. In een vakantiehuisje in Weert werden vier verdachten gefilmd terwijl ze bomvesten droegen en kalasjnikovs en handvuurwapens vasthielden. Undercoveragenten deden zich voor als 'broeders': zij leverden de vooraf onklaar gemaakte spullen en gaven instructies.
De rechtbank in Rotterdam legde in oktober 2020 celstraffen op van tien tot zeventien jaar. Volgens de rechtbank wilden de ze burgers en politieagenten raken met een bloedige aanslag, 'waarbij grote aantallen onschuldige personen het slachtoffer zouden worden'.
Oude regels
De rechtbank veroordeelde Hardi N. tot een celstraf van zeventien jaar. Voor die straf geldt de nieuwe wetgeving nog niet: daarvoor gelden nog de 'oude regels'. Na elf jaar en vier maanden kan hij vrij komen. Zou hij in hoger beroep opnieuw zeventien jaar krijgen, dan geldt de nieuwe wet: N. zou dan vijftien jaar moeten zitten.
In onderstaande video is te zien hoe de terreurverdachten oefenen met wapens en bomvesten:
Onthullend beeld: terreurverdachten oefenen met wapens en bomvesten
"Mijn cliënt heeft zijn knopen geteld", zegt zijn advocaat Serge Weening. "Hij had het hoger beroep graag doorgezet. Maar hij wil geen risico lopen en kiest voor zekerheid nu."
Inlichtingendienst AIVD
Hardi N. heeft bekend dat hij een aanslag aan het beramen was, maar hij stelt ook dat infiltranten van inlichtingendienst AIVD hem hebben uitgelokt. Volgens de rechtbank Rotterdam was daar geen sprake van en kwam het aanslagplan volledig vanuit Hardi N.
De rechtbank was wel kritisch over de werkwijze van twee AIVD-infiltranten: zij hebben N. waarschijnlijk beïnvloed bij het vasthouden aan een bepaald doelwit, op een moment dat ook een politie-undercover contact had met N. De rechters noemen dat 'een vorm van niet-toegestane beïnvloeding'.
"Juridisch is het zeer interessant om de rol van de AIVD aan de kaak te stellen", zegt zijn advocaat. "Ik had het graag in hoger beroep uitgevochten. Maar de zekerheid voor mijn cliënt is belangrijker.”
Het Openbaar Ministerie (OM) wil tijdens het hoger beroep van de andere verdachten spreken over die rol van de AIVD, zegt een woordvoerder. Voor de behandeling van het hoger beroep de andere drie mannen, Wail El-A., Morat M. en Shevan A., heeft het gerechtshof tot half april zeven zittingsdagen ingeroosterd.
