Opnieuw blijkt een gynaecoloog zonder medeweten van de wensouders zijn eigen sperma te hebben gebruikt bij kunstmatige inseminatie. Henk Nagel, oud-gynaecoloog van het Carolus Ziekenhuis, geeft toe dat in het verleden enkele keren te hebben gedaan. Een dokter die zowel behandelaar is als spermadonor: kan dat nu nog steeds?
"Nee", is daarop resoluut het antwoord van Annemiek Nap, woordvoerder namens de NVOG en hoogleraar voortplantingsgeneeskunde. Een groot verschil is bijvoorbeeld dat tegenwoordig strikt volgens het protocol wordt gewerkt.
Gedoneerd sperma wordt eerst bewerkt in een laboratorium voordat het bij een vrouw wordt ingebracht. En iedere handeling met geslachtscellen wordt altijd door twee mensen gecontroleerd. Een arts kan volgens Nap nu dus onmogelijk zijn eigen sperma gebruiken tijdens een vruchtbaarheidsbehandeling.
Vers sperma
Een aantal decennia geleden was de fertiliteitszorg niet zover. Toen moest sperma altijd vers zijn en op hetzelfde moment in de behandelkamer aanwezig als de vrouw die moest worden geïnsemineerd.

Bovendien was het toen ook nog mogelijk gebruik te maken van een anonieme spermadonor. Sterker nog: veel ouders werd geheimhouding aangeraden, ook tegenover het kind. Daarnaast ontbrak regelgeving en waren er geen strikte protocollen.
Onacceptabel
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis, opvolger van het Carolus Ziekenhuis waar oud-gynaecoloog Henk Nagel destijds werkzaam was, zegt in een verklaring: "Maar ook toen was het medisch ethisch gezien onjuist om eigen zaad te gebruiken zonder daar de ouders over te informeren en om toestemming te vragen. Wij vinden het dan ook onacceptabel dat een gynaecoloog-fertiliteitsarts tegelijkertijd behandelaar én spermadonor is geweest."
Tegenwoordig zijn er dus strenge protocollen waaraan alle ziekenhuizen en klinieken zich moeten houden. "Een arts kan zo'n protocol nu niet meer omzeilen", zegt Nap. Zowel voor het verwerken als opslaan en uitgeven van zaadcellen bestaan strikte regels. Bovendien is het sinds 2004 niet meer mogelijk anoniem sperma te doneren. Hierdoor wordt het ook vrijwel onmogelijk voor artsen om hun eigen zaad te gebruiken tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen.

Ziekenhuizen controleren zelf of volgens deze protocollen wordt gewerkt. In heel ernstige gevallen zijn ziekenhuizen verplicht melding te doen bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Lang geleden
Een woordvoerder van de IGJ laat weten geen grond te zien om onderzoek te doen naar iets dat zo lang geleden is gebeurd en waar toen geen regelgeving voor was. "De maatschappelijke opvattingen veranderden, en daarom zijn er nu wél regels. Uiteraard zien wij als inspectie er nu op toe dat deze regelgeving wordt gevolgd."
Over de afgelopen tien jaar zijn er bij de inspectie geen meldingen bekend van artsen die hun eigen sperma gebruikt zouden hebben bij vruchtbaarheidsbehandelingen.
Meer incidenten
Gynaecoloog Nagel zou naar eigen zeggen zijn zaad gebruikt hebben in de periode 1977-1985. Daaruit is minstens één kind voortgekomen. Hij is daarmee is niet de enige arts. Vorige week bleek dat de Leidse gynaecoloog Jos Beek tussen 1973 en 1986 bij vruchtbaarheidsbehandelingen ten minste 21 kinderen heeft verwekt met zijn eigen sperma.
Eind 2020 maakte het Isala Ziekenhuis in Zwolle bekend dat de inmiddels overleden gynaecoloog Jan Wildschut ten minste 47 kinderen heeft verwekt tussen 1980 en 1994. Ook vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat, die eigenaar was van een kliniek voor kunstmatige bevruchting, bleek tientallen donorkinderen met eigen zaad te hebben verwekt tijdens behandelingen.