Het Openbaar Ministerie eist 12 jaar cel tegen Roger P., de hoofdverdachte in de zaak rond de martelkamer in het Brabantse dorp Wouwse Plantage. Het OM ziet de man als leider van een criminele organisatie.
De zaak tegen de andere hoofdverdachte, Robin van O., is voorlopig opgeschort omdat de man ernstig ziek is. Tegen andere verdachten in de zaak worden straffen tot negen jaar cel geëist.
De meeste verdachten werden in juni 2020 gearresteerd. Politie en justitie hadden hen al een tijdje in het vizier. Wat er in de loods in Wouwse Plantage en een andere loods in Rotterdam gebeurde, werd in de gaten gehouden.
Geluiddichte gevangeniscellen
De verdachten bouwden volgens justitie zes zeecontainers om tot geluiddichte gevangeniscellen. De zevende container was ingericht als martelkamer. Daarin konden slachtoffers op een oude tandartsstoel worden vastgebonden. Bekijk hier de beelden van de martelkamer:
Messen, tangen en hamers: politie vindt martelkamer in Brabant
"IJskoud en ronduit schokkend", omschreef het Openbaar Ministerie de ontdekking. Het vermoeden is dat criminele vijanden en rivalen in de containers zouden worden opgesloten en 'behandeld'.
Uit onderzoek van TNO blijkt dat de martelcontainers zo goed geïsoleerd waren, dat een schreeuw om hulp buiten de loods niet hoorbaar zou zijn geweest.
'Gaat om veel geld'
De achtergrond van het project zou een ruzie zijn om criminele miljoenen. De zaak 'getuigt van de weerzinwekkende, maar kennelijk niet te vermijden effecten van de cocaïnehandel', zegt het OM. "Het gaat om heel veel geld, om soms bijna dierlijk geuite macht, om gekrenkte trots, om de waan van onaantastbaarheid."
