Nul dakloze jongeren voor 2022. Dat was het doel van staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid. Veertien gemeenten deden mee aan het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren. Dat is nu afgelopen, maar het doel is niet gehaald. Sterker nog: het aantal dakloze jongeren in die gemeenten is de afgelopen jaren zelfs gegroeid.
"In ons land zijn 12.400 jongeren die zwerven", vertelde Paul Blokhuis de Tweede Kamer in 2018, met een zwerfkei in zijn hand. Met een drie jaar durend actieprogramma vol praktische hulp wilde hij ze uit de problemen krijgen.
Maar uit het eindrapport dat half december naar de Tweede Kamer is gestuurd, blijkt dat de ambitie om terug naar nul te gaan bij lange na niet gehaald is. Er zijn nog zeker meer dan 4000 dak- en thuisloze jongeren in de veertien gemeenten die meededen aan het programma. Meer nog dan aan de start ervan, in januari 2019 (3913 in 2019 tegen 4249 in juni 2021).
'Eindstreep nog niet in zicht'
Het is niet gelukt, geeft Blokhuis toe in een brief aan de Tweede Kamer. Op de vraag hoe het kan dat de groep dakloze jongeren in de veertien gemeentes zelfs gegroeid is, antwoordt het ministerie dat de gemeenten dak- en thuisloze jongeren door het programma 'beter in beeld hebben'.
"Als we vanaf het begin in dezelfde mate zicht hadden gehad op de doelgroep", reageert de woordvoerder namens de staatssecretaris, "dan hadden we geen stijging gezien, maar was het aantal constant gebleven."
Wel stelt Blokhuis in zijn brief vast dat 'de dienstverlening aan (dreigend) dakloze jongeren' in de deelnemende gemeenten 'sterk verbeterd is'. "We zijn op weg om voor iedereen een passende woonplek met begeleiding te realiseren. Maar de eindstreep is zeker nog niet in zicht."
'Je moet je trots aan de kant zetten'
Dakloosheid onder jongeren is duidelijk een hardnekkig probleem. Hoe moet het nu verder? Femke heeft daar wel een antwoord op. Ze leefde als 17- en 18-jarige op straat en in de opvang:
Jongeren vaker dakloos: 'Je moet je trots aan de kant zetten'
Meer dan een dak boven het hoofd
Alleen een dak boven het hoofd is niet genoeg. Het belangrijkste is dat dakloze jongeren hulp krijgen bij het opbouwen van bestaanszekerheid, zegt Esmé Wiegman. Zij is directeur van Valente, de brancheorganisatie van opvangorganisaties.
"Er zijn de afgelopen jaren in het actieprogramma van Blokhuis veel proefprojecten en experimenten gedaan. Heel fijn, maar ik hoop dat er niet opnieuw veel van dat soort initiatieven komen. Nu moeten we structureel iets gaan doen met die opgedane kennis en ervaring om wat te bereiken."

Wat volgens Valente met spoed nodig is: betaalbare huisvesting door onder andere het delen van woningen mogelijk te maken en de lage uitkering voor jongeren verhogen.
Wiegman: "Het delen van een woning is een mooie optie. Nu kan dat vaak niet. Wetten en regels staan dat in de weg. Maar als een huurwoning vrijkomt, is het fijn als daar bijvoorbeeld meerdere jongeren – onder begeleiding – kunnen wonen. Daar is via het actieprogramma al wel wat mee geëxperimenteerd."
Geen steun van ouders
Jongeren onder de 21 die geen inkomen hebben, krijgen een lage uitkering nu, ongeveer 250 euro. Dat komt doordat de overheid ervan uitgaat dat ouders hun kinderen tot ze 21 zijn financieel helpen. Wiegman: "Dat is veel te weinig om van te leven als je geen steun van je ouders krijgt, zoals de meeste dakloze jongeren."
Eén van de wetten die in de weg zitten bij het helpen van dakloze jongeren is de zogeheten kostendelersnorm. Die regel schrijft voor dat iemands bijstandsuitkering wordt verlaagd als diegene samenwoont met één of meer andere volwassenen. De gedachte erachter is dat die huisgenoten ook kunnen helpen met het betalen van de huur, boodschappen, enzovoort. Hoe meer volwassenen in huis, hoe lager de uitkering.
Die regel wordt aangepast, staat in het nieuwe regeerakkoord. "Zodat inwonende jongvolwassenen tot 27 jaar niet langer meetellen als kostendeler voor de uitkering van huisgenoten."
Het regeerakkoord over dakloze jongeren
Het nieuwe regeerakkoord, het plan van het nieuwe kabinet dat volgend jaar begint, belooft behalve het aanpassen van die kostendelersnorm ook:
- het woningtekort voor 'studenten, spoedzoekers, arbeidsmigranten en daklozen' te verkleinen. Het streven is jaarlijks 15.000 tijdelijke woningen te bouwen en 15.000 woonplekken extra te creëren door kantoren tot woningen om te bouwen. Daarnaast moet het voor gemeentes makkelijker worden om ergens tijdelijke woningen neer te zetten.
- dakloosheid te voorkomen. Het plan is de maatschappelijke opvang te vernieuwen en woonplekken te maken met 'passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze mensen'.