Mensen die in 1962 zijn geboren kunnen nu online een afspraak maken voor een boosterprik. Het zijn de eerste zogenoemde 60-minners die daarvoor in aanmerking komen.
Dat heeft demissionair coronaminister Hugo de Jonge aangekondigd.
Omikronvariant
Mensen van 60 jaar en ouder kregen voorrang bij hun boosterprik omdat zij meer risico lopen bij een coronabesmetting. Bovendien zijn zij begin dit jaar als eersten ingeënt, dus kan hun afweer eerder afgezwakt zijn. Vanaf vandaag kunnen dus ook mensen jonger dan 60 jaar een afspraak maken.
Vanwege de opkomst van de omikronvariant is het volgens deskundigen noodzakelijk om de bevolking zo snel mogelijk een 'oppepprik', zoals De Jonge dat noemt, toe te dienen.
De 60-minners die eerder een afspraak konden maken, konden dat doen omdat ze in de zorg werken. Die groep kreeg ook voorrang. Ook volwassenen met bijvoorbeeld het syndroom van Down konden eerder hun boosterprik krijgen.
Voor de boosterprik wordt gebruik gemaakt van de vaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna, ook als mensen eerder AstraZeneca of Janssen kregen.
Geen boosterhaast
Aanvankelijk had Nederland niet zo'n haast met de booster. Terwijl ze in Groot-Brittannië al in september waren gestart met de derde prik en België in oktober, deed Nederland het rustig aan. Pas in november werden de eerste boosters in ons land gegeven.

Halverwege december versnelde De Jonge de boel op basis van een advies van de Gezondheidsraad: vóór eind januari zou iedereen de derde prik al gehad moeten kunnen hebben. Eerst werd gemikt op maart.
Volgens experts helpt een derde prik tegen omikron, in ieder geval op korte termijn. Twee weken na het geven van een booster is de vaccineffectiviteit 80 procent tegen het oplopen van de infectie. Onduidelijk is hoe lang het effect van de booster aanblijft.