Vrouwen die een uitnodiging krijgen om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker moeten volgens de Gezondheidsraad meteen ook een zelftest toegestuurd krijgen. Het setje kan dienen als gelijkwaardig alternatief naast het uitstrijkje van de huisarts.
Volgens de Gezondheidsraad is dat een mogelijkheden om het onderzoek te verbeteren.
Drempel verlagen
Zo'n achthonderd vrouwen per jaar krijgen nu te maken met baarmoederhalskanker, een op de vier overlijdt er aan. Met de zelftest kunnen meer gevallen van baarmoederhalskanker voortijdig opgespoord worden, denkt de Gezondheidsraad.
Door de zelftest ook toe te zenden, kan de drempel voor vrouwen om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek flink worden verlaagd.
Ook in lab getest
"Met de set kan een vrouw zelf materiaal uit de vagina afnemen. Net als het uitstrijkje dat de huisarts afneemt, wordt dat materiaal in het laboratorium getest op typen van het humaan papillomavirus (HPV) die een hoog risico geven op het ontstaan van baarmoederhalskanker", stelt de raad.
Verschil uitstrijkje en zelftest
Met de zelfafnameset neemt u zelf thuis vaginaal materiaal af uit uw vagina, schrijft het RIVM op de website. Het laboratorium test de zelfafnameset op HPV humaan papillomavirus. Voor een uitstrijkje gaat u naar de huisartsenpraktijk. Een uitstrijkje test op HPV en - als HPV gevonden wordt - ook meteen op afwijkende cellen.
Als er HPV is gevonden met de zelfafnameset, ontvangt u alsnog een uitnodiging voor een uitstrijkje bij de huisartsenpraktijk. Dit uitstrijkje wordt dan onderzocht op afwijkende cellen.
Het RIVM: "De zelfafnameset en het uitstrijkje zijn beiden betrouwbaar."
Bron: RIVM
