'Je hebt uitgezaaide alvleesklierkanker', hoorde Tinus Stap (65) vorige week nadat hij met wat buikklachten naar de dokter was gegaan. Het nieuws kwam totaal onverwacht, maar ook op het verkeerde moment. De Formule 1-fan moest en zou namelijk naar Zandvoort gaan. Zelf lukte dat al niet meer, dus werd Stichting Ambulance Wens ingeschakeld. Het werd een dag met een gouden randje, na een gitzwarte week.
Al zijn hele leven is Tinus fan van de Formule 1, vertellen zijn kinderen Eva en Luuk aan RTL Nieuws. Zo was hij vroeger vaak op het circuit van Zandvoort te vinden. Luuk: "En toen Max in beeld kwam, zijn we hem gaan volgen. Zo zijn we samen naar het circuit van Spa en Oostenrijk geweest, en is mijn vader zelf nog naar Barcelona gereisd. Naar deze thuiswedstrijd moest en zou hij dus ook gaan."
'Ik moet echt naar Zandvoort'
De kaartjes waren al aangeschaft, Tinus zou samen met een goede vriend Max Verstappen gaan aanmoedigen. Eva: "En toen kregen we dinsdag opeens te horen dat papa ernstig ziek was. Hij ging daarna fysiek ontzettend snel achteruit, maar bleef zeggen: 'Ik moet echt naar Zandvoort jongens.'"
Eva en Luuk probeerden eerst zelf met de organisatie van de Formule 1 te regelen dat Tinus nog naar het circuit kon komen. Luuk: "Maar dat ging niet, wat we goed begrepen. Het was natuurlijk ontzettend last minute, ze konden niet opeens onze kaarten aanpassen in mindervalide kaarten en voor ons uitzonderingen gaan maken. Daarom hebben we Stichting Ambulance Wens ingeschakeld, die echt alles heeft geregeld."
Daarnaast besloot de vriend van Tinus om zijn kaartje af te staan aan Luuk. "Ik schoot helemaal vol toen ik dat hoorde. Het is toch 500 euro wat iemand aan de kant schuift voor jou. Er zijn weinig mensen die zoiets voor een ander doen, het was een ongekend mooi gebaar en mijn vader noemde het het mooiste cadeau wat hij ooit nog had kunnen krijgen."
'Herinnering voor het leven'
Uiteindelijk werd Tinus gisteren met de wensambulance naar Zandvoort gereden. Omringd door vrienden die de ambulance op de motor begeleidden. "We zaten onder de hoofdtribune, tegenover Willem-Alexander en Máxima. Het was fantastisch en mijn vader heeft de hele wedstrijd gejuicht voor Max. Die zwaaide nog onze kant op, het was een hele speciale dag en een herinnering voor het leven."