Sportcoach Moustafa Makhlouf is ervan overtuigd: iedereen kan sporten. Ook als je niet kan zien. Ook als je het syndroom van Down hebt. En dat laat de vrijwilliger – samen met zijn sportklasje – aan de wereld zien.
Yvette en Mehmed hebben het syndroom van Down, Ron is blind. Ze zitten op een bankje bij de ingang van Fit For Free in Den Bosch, hun vaste sportclub. Yvette zit naast hun coach Moustafa (37), ze heeft haar arm door die van Moustafa gestoken en leunt tegen hem aan. Moustafa drinkt nog even koffie, daarna gaan ze beginnen.
Zonder hun sporttrainer sporten? Liever niet.
Moustafa is het evenwicht van Yvette (24).
Hij is de ogen van Ron (58).
Hij is het verstand van Mehmed (36).
Moustafa Makhlouf is sportcoach voor mensen met een beperking. Of, zoals hij dat zelf liever zegt: mensen met een uitdaging.
Yvette laat Moustafa even los en wijst naar de trap in de sportschool, die leidt naar het sportzaaltje waar ze vaak trainen. Dertien treden heeft-ie. Ze durft hem niet op of af in haar eentje. Ze heeft een evenwichtstoornis. "Ik ben bang", vertelt ze. "Voor vallen." Ze pakt haar sportcoach weer bij de arm. Stevig. Ze geeft er ook een kusje op. Moustafa lacht, zijn schouders bewegen op en neer, terwijl Yvet zegt: "Hij is mijn BFF. En hij helpt. Heel goed."
'We kunnen veel'
"Als we hulp krijgen, kunnen we meer dan mensen denken", zegt Ron. Zijn beperking is niet geestelijk, zoals bij Mehmed en Yvette, maar lichamelijk. Als hij praat, beweegt hij zijn hoofd niet mee naar zijn gesprekspartner. Het is alsof hij in het luchtledige staart – maar staren kan hij niet. Nooit gekund ook: bij Rons geboorte zijn de bloedvaatjes in zijn ogen geknapt. Hij kan alleen donker en licht vaag onderscheiden.
Ron is de aanstichter van alles, lacht Moustafa. Ze ontmoetten elkaar in een sportschool waar Ron niet werd gezien door mensen die wél werkende ogen hadden. Zijn vrouw zette hem af bij de sportschool, begeleidde hem naar een fiets, en vervolgens kreeg Ron van niemand hulp. Niemand hielp hem met de instellingen op het apparaat – die tegenwoordig met touchscreen werken, 'vreselijk irritant', aldus Ron. Ook hielp niemand hem op een ander apparaat waar hij ook op kon sporten.
Blok aan het been
"Mensen vonden hem lastig, ze roddelden", zegt Moustafa. "Ik hoorde iemand zeggen dat hij 'een blok aan het been was'. Kan ik niet tegen. Kan ik écht niet tegen. Ik kan niet tegen onrecht. Niet tegen vooroordelen. Als Marokkaanse jongen, moslim, met mijn baardje, heb ik genoeg vooroordelen gehoord. Ik was ook klein van stuk vroeger, kreeg ik ook rotopmerkingen over. Dat doet pijn. Ken je dat? Dat je wordt buitengesloten? Uitgekotst? Met de nek aangekeken? Het is vreselijk. Ik denk dat ik toen, in mijn jeugd, al heb besloten: ik ga het voor andere mensen opnemen."
Hij werd geboren in Marokko, vertrok met zijn ouders naar Nederland toen hij drie was, en groeide op in Den Bosch, met veel broers en zussen en nichten en neven. Als puber kon hij kiezen: óf de sport, óf de straat. De straat lonkte, maar de sport haalde hem over. Hij blonk uit in karate, dat hij al sinds zijn zevende doet, hij werd beter en beter, trainde meer en meer en bereikte de top. NK's, WK's, wedstrijden in Italië, Duitsland, Spanje: hij is overal geweest. "Ik heb een muur in mijn huis en die hangt vol met medailles en bekers."
En toen kwam er een moment dat Moustafa voelde: nu is het klaar. "Topsport is eenzaam, je doet alles zelf en vóór jezelf. En het is egoïstisch, je laat altijd je sport voorgaan. Ik dacht: nu is het tijd om anderen te helpen sporten."
Hij begon een karateschool voor jongeren tussen de 6 en 18. "Om ze te laten zien: vechten doe je op de mat. En om ze een thuishaven te geven. Ik zeg altijd tegen die gasten: 'Heb je problemen, ga dan naar je docent, naar je ouders, naar mij. Ga niet zelf een oplossing zoeken'. Want echt: als jongeren zelf een oplossing gaan zoeken, gaat het altijd verkeerd." Moustafa ging ook aan de slag als personal trainer.
Laatste zetje
"De ontmoeting met Ron was het laatste zetje voor mijn vrijwilligerswerk", vertelt hij terwijl rondkijkt. "Mehmed!" roept hij ineens. "Hier blijven hè!" Dan, weer terug naar het gesprek: "Mehmed dwaalt altijd af. Is onrustig. Heeft sturing nodig, kan zich niet verwoorden. Dus dat doe ik voor hem."
Mehmed komt aangesjokt, grote grijns. "Jij wil sporten hè, jongen", zegt Moustafa. "Sporten. Ja. Sporten", klinkt het antwoord. "Breng Ron maar naar de sportzaal", zegt Moustafa.
'Ik heb echt een hekel aan het woord 'beperking'. Het suggereert dat deze mensen zijn afgeschreven'
Mehmed pakt Rons hand en legt die op zijn eigen schouder. En zo lopen ze samen, gebroederlijk, rustig, (of zeg maar gerust: heel langzaam) de trap op, naar de sportzaal. Moustafa loopt naast Yvet de trap op, tree voor tree, rustig aan (of zeg ook maar gerust: heel langzaam), en op iedere trede staat Yvet even stil. "Ik heb heel veel geduld", zegt Moustafa. "Als ik zelf sport, moet het harder, beter, sneller. Bij hen is het anders. Het gaat niet alleen maar om cardiotraining, of om je spieren sterker maken. Het gaat ook om zelfvertrouwen geven."
Hijgend, maar grijnzend
Soms is iemand helpen ervoor zorgen dat iemand uiteindelijk minder hulp nodig heeft. Yvette durfde eerst helemáál de trap niet op. "Moet je haar nu zien", zegt Moustafa. "Ik hoef er alleen maar naast te staan. Ze doet het zelf." Yvette hijgt als ze bovenaan is, maar grijnst ook.
Ron kan, als iemand hem naar de trap brengt, zelf wel naar boven en beneden. Hij heeft meer moeite met hardlopen. Doe het maar eens buiten, als je niets ziet. Dus loopt Moustafa voor hem, met een soort tuigje, dat Ron vasthoudt en waarmee hij kan voelen: linksaf, rechtsaf, stoppen, versnellen.
"Ik moet hem 100 procent vertrouwen", zegt Ron. Moustafa: "Ik zou het doodeng vinden, om hard te lopen zonder ogen. Maar Ron kent niet die angst die wij kennen. Zet hem op de negende verdieping en hij voelt misschien hoogte, maar hij ziet het niet. Hij heeft geen hoogtevrees, en hij is ook niet bang voor hardrijdende vrachtwagens of stoepjes waar hij overheen kan struikelen. Hij zíét ze niet."
Ondertussen zijn ze in het zaaltje gekomen, Moustafa huurt het af. Ze dragen allemaal hetzelfde trainingspak: de mannen in het zwart, Yvette heeft een lichtblauwe. Op hun borstzak: de naam van Moustafa. Op hun rug: de naam 'Hero', en op de rug van Moustafa staat 'coach'.
In totaal heeft hij negen leerlingen met een beperking, of nee, excuus, uitdaging. "Ik heb echt een hekel aan dat woord. Het suggereert zo dat deze mensen zijn afgeschreven. Laat ze meedoen met de maatschappij. We moeten het met z'n allen doen."
"Allen", herhaalt Mehmed.
En weer opstaan
Hij ligt op een matje, na instructie van Moustafa. Liggen, en weer opstaan. Liggen, en weer opstaan. "Een beetje hoe het leven voor deze mensen is", zegt Moustafa.
Iedereen krijgt eigen oefeningen. "Ron, als jij drie stappen naar links gaat, dan voel je met je voeten dat je op een matje komt. Dan buk je, en dan voel je een kettlebel. Die mag je optillen en weer neerleggen. Tien keer."
"Is-ie 15 kilo?" vraagt Ron terwijl hij tilt. "20. Bijna goed."
Yvette moet ook aan de bak. Ze krijgt een groot schuimen blok, en dat moet ze door de zaal heen en weer duwen. Moustafa rent mee. "Kom op, harder, sneller, goed zo, goed zo, lekker Yvet, lekker!" High five. Ze wil gaan zitten. "Nee, nee nee. We gaan ook terug, kom op, kun jij." Kan ze.
Mehmed is erbij gaan zitten. "Hij is lief", zegt hij over Moustafa. Moustafa lacht. "Jullie zijn ook lief, jullie hebben alleen niet de sportmentaliteit van een topsporter. Maar daar gaat het ook echt niet om. Hun doel is niet breder worden, of sterker, of slanker, zoals heel veel mensen willen, maar dit is ook gewoon méédoen met de maatschappij. En structuur."
Buiten de muren
Moustafa is niet alleen maar met zijn 'hero's' in de sportschool. Eigenlijk is hij net zo vaak met ze op plekken buiten de muren van Fit For Free: hij neemt zijn hero's ook weleens mee om te zwemmen bij mooi weer, te wandelen, naar de film, naar een voorstelling, naar de moskee. Straks, na het interview, gaan ze naar de kermis met z'n viertjes, net buiten het centrum van Den Bosch. Iedereen in zijn auto, beetje proppen, kan makkelijk.
"Makkelijk", zegt Mehmed.
Mehmed is weer gaan zitten. "Oké, nog vijf keer, Mehmed. Ron, neem jij maar even pauze. Yvet, doe jij Mehmed maar na op dit matje." Ze steekt haar tong uit naar Mehmed. Mehmed lacht. En ze beginnen weer aan de oefening.
Moustafa laat zijn werk op sociale media zien, hij filmt zijn sporters en zichzelf, plaatst video's van hem en Ron, die gaan over 'honderd procent vertrouwen'. Op een filmpje loopt Ron over een muurtje, met aan de ene kant water. Moustafa houdt hem niet vast, maar geeft hem alleen aanwijzingen.
Het filmpje kreeg honderden likes, tientallen reacties. "Ik wil laten zien wat ze kunnen", zegt Moustafa.
'Het is gek. Ik wist niet dat ik het in me had. Soms denk ik: doe ik dit puur omdat ik moslim ben?'
Zo veel lol
Maar wat Moustafa ook wil laten zien: hoe grappig ze zijn. "Ik heb zoveel lol hier. Met Yvet die dan niet snapt hoe de loopband werkt. Met Mehmed omdat hij door zijn spraakgebrek niet 'karnemelk' zegt maar 'kankermelk'. Het is belangrijk om er gewoon om te lachen. En het te benoemen: de één kan dit niet zo goed, de ander heeft daar hulp bij nodig. Is niet erg. Ik heb geen beperking volgens de medische beschrijvingen, maar ik kan niet goed tekenen. En niet goed zingen. En niet goed tegen mijn verlies. En ik kan niet zo goed luisteren."
Even is hij stil. "Goh. Wat kan ik eigenlijk veel níét."
Maar: zorgen. Dat kan hij wel. "Het is gek. Ik wist niet dat ik het in me had. Soms denk ik: doe ik dit puur omdat ik moslim ben? Ik weet het niet. Ik wil er geen geld voor: de intentie moet zuiver blijven. Ik doe dit heel duidelijk omdat ik het wil, omdat ik zo veel van deze mensen en dit werk houd, maar ook wel omdat ik goed wil leven nu, zodat ik het ook goed krijg in het hiernamaals. Daarom zorg ik in dit wereldse leven voor anderen."
Voor zichzelf zorgen doet hij minder goed, moet hij toegeven. Een gezin heeft hij niet, hij is vooral thuis om te slapen, en verder: altijd onderweg. Voor zijn karateschool, voor de hero's, voor de klanten van zijn personal coaching, op zondag is hij in de moskee en ook in de sportschool zit hij weleens op zijn gebedsmatje, in een stille kantoorruimte achterin.
Naar de kermis
"Ik kan ook niet voor mezelf laten zorgen. Als ik griep heb en mijn moeder komt soep brengen – ik heb een heel lieve moeder – dan doe ik heus wel open, maar ik zou er nooit om vrágen." Dan: "Mehmed, ben je moe, jongen? Heb je last van je voeten?" Mehmed knikt. Hij is er bij gaan zitten en gaapt uitgebreid. "Je bent lief", zegt hij tegen Moustafa. En dan: "Kermis."
Moustafa knikt. Ja. Kermis. Ze staan op. Mehmed pakt de hand van Ron en legt die op zijn schouder, ze sjokken de trap af, Moustafa en Yvette gaan erachteraan. Traag, tree voor tee, stapje voor stapje. Het gaat langzaam, maar ze komen er wel.
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.