Amsterdam heeft excuses aangeboden voor de rol van de gemeente in het slavernijverleden. Burgemeester Femke Halsema deed dat vanmiddag tijdens de viering van Ketikoti: de dag waarop jaarlijks het slavernijverleden wordt herdacht en de afschaffing ervan gevierd.
De excuses komen 158 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Amsterdam is de eerste stad in Nederland die officiële excuses aanbiedt.
"Voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten bied ik, namens het college van burgemeester en wethouders, excuses aan", zei de burgemeester.
Die excuses betekenen erkenning, leggen Urwin Vyent, nazaat van tot slaaf gemaakte mensen en cultuurhistoricus Karwan Fatah-Black, uit in onderstaande video:
Dit is wat excuses voor het slavernijverleden betekenen
"Het is tijd om het grote onrecht van de koloniale slavernij te metselen in de identiteit van onze stad. Met een ruimhartige en onvoorwaardelijke erkenning", zei Halsema in haar toespraak. "Omdat wij een overheid willen zijn van diegenen bij wie het verleden pijn doet en de doorwerking van dat verleden een last is. Een overheid voor alle Amsterdammers."
Ze zei ook dat geen enkele nu levende Amsterdammer schuld heeft aan het slavernijverleden. "Maar als bestuur nemen wij wel onze verantwoordelijkheid. Dit stadsbestuur staat in een ononderbroken lijn met het bestuur van haar voorgangers. Ook met die regenten en burgemeesters, wier handelen wij verafschuwen."
Ketikoti, een nationale vrije dag?
Elk jaar wordt op 1 juli, tijdens Ketikoti ('ketenen gebroken'), het slavernijverleden herdacht en de afschaffing ervan gevierd. Al jaren gaan geluiden op om er een nationale feest- en herdenkingsdag van te maken. Deze week werd een petitie die dat als doel heeft, binnen enkele dagen meer dan 50.000 keer ondertekend.
Met het behaalde aantal ondertekenaars kunnen de initiatiefnemers nu een burgerinitiatief indienen in de Tweede Kamer. Naast de nieuwe feestdag, willen ze dat de regering formeel excuses aanbiedt voor de Nederlandse rol in de trans-Atlantische slavernij en alle bijbehorende verantwoordelijkheden.
Al in 2019 werden de excuses aangekondigd. Vervolgens liet Halsema de rol van Amsterdam in het slavernijverleden onderzoeken.
Tot over de oren
De conclusie van veertig onderzoekers: Amsterdam zat er tot over zijn oren in. Zo was meer dan de helft van de Amsterdamse burgemeesters ook bestuurslid of aandeelhouder in handelscompagnieën die profiteerden van de slavernij, staat in het onderzoek De Slavernij in Oost en West.
Onder hun leiding werden zoveel mogelijk tot slaaf gemaakte mensen vervoert naar de koloniën. Volgens de onderzoekers kwam een belangrijk deel van de Amsterdamse welvaart door de slavernij.

Dat benadrukte Halsema ook tijdens haar toespraak vandaag. "In de 18e eeuw kwam 40 procent van de economische groei voort uit slavernij. En in Amsterdam verdiende bijna iedereen aan de kolonie Suriname."
"Deze geschiedenis heeft een erfenis achtergelaten in onze stad", zei Halsema. "Groots en zichtbaar in de historische grachtengordel en de rijkdom van kunst. Veel minder zichtbaar - en lange tijd genegeerd - in de uitbuiting toen en de ongelijkheid van nu."
Kijk hier de toespraak van Halsema terug:
Zo maakte Halsema namens Amsterdam excuses voor het slavernijverleden
Overigens is de kans dat Amsterdam financieel aansprakelijk kan worden gesteld na het maken van de excuses 'bijna nihil', zegt Wouter Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
"Dat komt omdat het onrecht al lang geleden heeft plaatsgevonden. Juridisch kun je niet meer aantonen dat een individu op dit moment concrete schade lijdt als een direct gevolg van het verleden van zijn voorouders." De hoogleraar weet dat vergelijkbare rechtszaken elders in de wereld niet tot een succes hebben geleid.
Naast Amsterdam overweegt ook Rotterdam excuses aan te bieden. Eind vorig jaar werd na jarenlang onderzoek een rapport gepresenteerd waarin staat beschreven hoe Rotterdam actief betrokken was bij kolonialisme en slavernij.
In Groningen diende D66 deze week een motie in: de partij wil toelichting van het college op de rol van Groningen in het slavernijverleden. Raadslid Jim Lo-A-Njoe denkt dat ook voor Groningen excuses passend zijn, maar dat er eerst meer inzicht moet komen in de rol van Groningen.
Ook Den Haag wil de rol van de stad in het slavernijverleden gaan onderzoeken. En Utrecht presenteerde gisteren onderzoek naar de eigen rol in het slavernijverleden.
