Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam overweegt excuses aan te bieden voor het slavernijverleden. In welke vorm dat gaat gebeuren, en of het samen wordt gedaan met Amsterdam of het Rijk, moet nog worden besproken.
"Het college realiseert zich dat de samenleving behoefte heeft aan snelle antwoorden. Maar áls excuses gemaakt worden, dan moet dit ten volle gerealiseerd worden en moeten de woorden gewicht en bewuste consequenties hebben", staat in een brief aan de gemeenteraad. Het stadsbestuur gaat de komende tijd nadenken over de eventuele betekenis, voorwaarden en gevolgen.
Advies wetenschappers
Zo vraagt het college zich af of de excuses dan gelden "namens het college, het stadsbestuur inclusief de raad, voor de gemeente of voor alle Rotterdammers?" Het college vraagt om advies aan wetenschappers en rechtsgeleerden.
Volgens het stadbestuur zijn er ook gesprekken met Amsterdam en het Rijk over excuses op landelijk niveau. "Daarbij roepen we ook op om een nationaal onderzoek naar het Nederlandse slavernijverleden te starten en te komen tot een nationaal slavernijmuseum." Tot nu toe heeft het kabinet alleen "diepe spijt en berouw" getoond.
'Over de oren in slavernij'
De vraag of Rotterdam zijn excuses moet aanbieden, volgt op een aantal onderzoeken naar het slavernijverleden van de stad. Zo concludeerde het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) dat Rotterdam "tot over de oren in de slavernij zat". In de stad verwijzen bijvoorbeeld 181 straatnamen naar die tijd.
Een van de maatregelen die het college neemt is het plaatsen van een duidelijk zichtbare toelichting bij de koloniale straatnamen en beelden in de stad. Ook willen de burgemeester en wethouders dat het koloniale verleden een prominente plaats krijgt in het onderwijs over de Rotterdamse geschiedenis.


Dagelijkse update
Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update.