Achraf (20) en Amir (23) groeiden op in de beruchte Haagse Schilderswijk – en willen er nooit meer weg. Dit verhaal gaat een klein beetje over criminaliteit en racisme. Maar vooral over de ons-kent-ons-mentaliteit in de wijk en de vele voetbalpleintjes waar kleine jongens groot zijn geworden.
Als de levens van Achraf en Amir voetbalwedstrijden waren, dan zouden ze al bij hun geboorte met 3-0 achter staan. Want, zo zeggen ze zelf: dat héb je nu eenmaal als je uit die beruchte Schilderswijk komt. "Deze wijk blijft aan je kleven, man", zegt Achraf. "En dan vooral de negatieve reputatie. Maar ik kan me niet indenken dat ik ooit ergens anders wil leven dan hier."
Altijd die druk
Achraf Abba ('zoals de band') is 20 jaar oud en komt uit een Marokkaanse familie. Zijn wiegje stond in een klein appartementje op drie hoog – van die typische dichtbebouwde sociale huurwoningen waar de Haagse Schilderswijk er veel van kent. Hij groeide er op met een oudere broer met wie hij een stapelbed deelde, een zus, een jonger broertje 'en heel veel liefde van zijn ouders'.
Maar ook: een grote druk. Die was er altijd. Onverminderd groot. "Wij moesten goed ons best doen op school, we moesten vriendelijk blijven, onze diploma halen", vertelt Achraf, terwijl hij zijn zwarte mutsje even over zijn hoofd verschuift. Hij heeft lange, zwarte krullen, ze reiken tot ver over zijn schouders.
"Die druk voelen alle kinderen hier. Omdat hun ouders willen dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf. Ze zijn bang dat we het niet redden, als we niet ons best doen."
Zijn vriend Amir Icar (23) zit naast hem en knikt. Hij komt uit een 'even lief gezin', met twee broers, twee zussen. Zijn ouders komen uit Somalië – zijn vader leerde Amir dat hij leergierig moest zijn, en de dingen die hij leerde moest hij weer aan anderen leren. Daarom studeerde Amir sociaal werk, mbo niveau 4.
Heeft iemand hulp nodig?
De jongens zijn allebei actief bij het Stagehuis Schilderswijk, een 'huis voor de buurt', zoals het zichzelf omschrijft. Ze doen mee aan projecten om de wijk leefbaar te maken en houden. Zo zette Amir een buurtpreventieteam op – elke vrijdag met een groep jongeren door de wijk: zijn er dingen kapot, kunnen er dingen beter, heeft iemand hulp nodig? Laatst, rond de jaarwisseling, werden er oliebollen in de wijk uitgedeeld.
Amir: "Ik doe dit omdat ik dat leuk en belangrijk vind. Niet omdat ik moet bewijzen: ik heb buitenlandse roots en woon in de Schilderswijk maar ben wél een aardige jongen."
Al hebben ze dat stigma wel, vinden ze. Achraf wilde een keer solliciteren in Scheveningen, bij een restaurant, hij was een jaar of 17. "Die vrouw belde me op na ons gesprek, ze durfden het niet aan, omdat er ze eerder waren bestolen door een medewerker met een buitenlandse achtergrond. Ik bleef rustig, ik zei: 'Laat mij dan het tegendeel bewijzen, mevrouw'." Zo geschiedde.
Altijd buiten
De jongens zitten aan een ronde tafel in het Stagehuis, voor hun neus een dampende kop thee, naast hun telefoontjes die af en toe oplichten – het leven op Snapchat, Instagram en WhatsApp staat tenslotte nooit stil. Vanuit de ramen is een speelveldje zichtbaar, tussen hoge huizenblokken ingeklemd. Het is er druk, er spelen kinderen, af en toe klinkt er gegil en geroep.
Typisch de Schilderswijk, zeggen de jongens. "Kinderen die hier opgroeien, zijn altijd buiten", vertelt Amir. "Omdat de huizen hier zo klein zijn. De tv was vroeger altijd aan, er was altijd wel iemand thuis. Het was druk."
Buiten niet. Daar waren zijn vrienden. Dan ging Amir op 'zijn' bankje zitten, vlak bij zijn favoriete buurtwinkel, en iedereen wist in een mum van tijd dat Amir daar was. Even later, na dit interview, zal Amir zijn bankje ook laten zien, met rechte rug en gepaste trots zal hij erheen lopen. Een grijs, stenen exemplaar, koud aan je benen en billen in de winter, en zonder rugleuning, maar wél: Amirs plek.
Zo vertrouwd
"Dat maakt de Schilderswijk zo vertrouwd", probeert Amir uit te leggen. "Er zijn overal vaste plekken waar je groot werd. Samen. Je ging er dan in je eentje naartoe, maar je wist: binnen tien minuten komen hier vrienden en is het gezellig."
Er was dan altijd wel iemand die zei: "Haal effe wat pitjes bij de Turk hier op de hoek."
Achraf lacht luid – hij wil zijn vriend een box geven maar bedenkt zich op tijd (corona). "Jaaaa man. Zonnebloempitjes! Die horen erbij, toch. Lekker."
Ze noemen zichzelf geen hangjongeren om de negatieve connotatie. Ze zijn eerder chilljongeren. "Schrijf dat maar op." Ze chillden het hele jaar door. Ook in de winterse kou, maar 'daar wen je wel aan'.
Wat ze dan deden? Praten. Over koetjes en kalfjes, de zin van het leven, school, ouders, films, muziek, heel veel muziek, en soms ook meisjes (toen ze ouder werden). "We voetbalden ook veel", zegt Achraf. "Dat houd je warm. Ik ging zelfs met mijn Ronaldo-voetbalschoenen aan naar school. Die droeg ik dan onder mijn spijkerbroek. Het zag er niet uit, man, maar ik deed het gewoon."
Ja, ze hebben heel wat gesport op een van de voetbalpleintjes die de wijk rijk is. En dan gingen ze naar autogarage Motec om hun voetballen van nieuwe lucht te voorzien met autobandpompen. Het bekendste veldje is het Johan Cruyff Court aan het Teniersplantsoen. Het is één van de sportveldjes van het project waar Johan Cruijff een van de oprichters van is. Hij wilde meer voetbalveldjes in de Nederlandse wijken om jongeren met elkaar te verbinden en te laten bewegen. "Hier is dat wel gelukt", grijnst Achraf.
Verliefd
In de Schilderswijk wordt het haast liefkozend 'het pleintje' genoemd. "Ik ben verliefd op die plek", zegt Achraf. Hij kijkt er oprecht een beetje verliefd bij – prutst even aan de rand van zijn muts en zegt dan: "Het zit hier om de hoek."
Er zijn drie wedstrijdjes bezig op het veld. Van drie kanten komt geroep van jongens en meisjes, er klinken snelle voetstappen, stuiterende ballen. Hier hier, ik sta vrij! Pass mij die bal! Het is een kleurrijke plek, knalgele doelpalen, felgroen kunstgras, blauwe hekken om de ballen tegen te houden, omgeven door muurschilderingen.
Toen Achraf in de puberteit kwam, trainde hij hier de jeugd in de Schilderswijk. "Van die kleine jochies en meiden die je dan een banaan geeft in de pauze. En nu rennen ze me eruit hè. Ik kreeg laatst een panna van een van die kereltjes. Een panna!"
Zijn conditie gaat achteruit. "Ik mag blij zijn dat ik na twee potjes nog kan ademen."
Over opgroeien
Het pleintje staat centraal in het toneelstuk dat Achraf, Amir en nog twee vrienden samen met een regisseur maakten. M.A.N heet het, afgelopen december stonden ze twee keer op de planken in Haagse theater De Vaillant en eind oktober in Rotterdam. Het stuk was via een livestream te zien.
Het gaat over opgroeien in de Schilderswijk en de verleidingen van de straat – ze wilden laten zien hoe dat is. Ze hopen het straks, na de coronacrisis, in nog meer theaters te mogen opvoeren. "Ons verhaal mag gehoord worden", zegt Achraf. Hij verbetert zichzelf. "Moet. Het moet gehoord worden."
Achraf en Amir zijn goed terechtgekomen, maar roken, (daar begint het vaak mee), lachgasballonnetjes, drugs zijn sommige jongeren in Schilderswijk niet vreemd. "Het gebeurt", zegt Achraf. "Dat hoor je me niet ontkennen. Maar we doen het niet allemáál."
Belletje trekken
Of de mannen zelf wel eens aan die verleidingen hebben toegegeven? "Nee man." Ze schudden hun hoofd. Belletje trekken. Dat is wat ze deden. Verder gingen ze niet. Zijn ze écht zo braaf?
"Ik zou het eerder sterk willen noemen", zegt Achraf. "Je behoedt elkaar voor domme keuzes. Ik had een keer een vriend die begon met roken. Ik zei: 'Broer, ik keur het niet goed als je het doet, maar je moet het zelf weten. Maar ga niet roken bij mij in de buurt'. Hij heeft nooit meer een hijs genomen in mijn bijzijn."
De sociale controle is groot in de wijk. "Als ik zei dat ik ging voetballen, moest ik ook echt zorgen dat ik op het veldje zou zijn. Anders zou mijn vader het via-via horen."
Joviale begroetingen
Waar hij maar mee zeggen wil: iedereen kent iedereen. "Mijn moeder flipt soms", zegt Achraf. "Dan vraagt ze me of ik even snel een brood wil halen, blijf ik een halfuur weg. Ben ik weer een bekende tegengekomen."
Ook tijdens de wandeling naar Amirs bankje: de joviale begroetingen, elleboogboxen en knikjes vliegen je om de oren. Je lijkt hier nooit alleen te zijn. "Buurman, band lek?" vraagt Achraf als hij een man zijn fiets ziet maken. "Nee nee, onderhoudsbeurt", antwoordt de buurman.
Heftige rellen
We lopen een groot kruispunt over – de plek waar in 2015 heftige rellen plaatsvonden. Vrijwel elke zomer zijn er incidenten, zo schreef Het Parool onlangs nog over de wijk, maar de rellen vijf jaar geleden waren de grootste en haalden landelijk het nieuws. Aanleiding was de dood van Arubaan Mitch Henriquez in Den Haag, die stierf nadat een agent hem in een nekklem hield.
"Die rellen waren echt heftig", zegt Amir. Hij weet nog goed hoe hij vanaf het balkon stond te kijken en dacht: waar gaat dit heen. "Ik vond het niet eng", zegt Achraf. Hij kijkt zijn vriend aan. "Jij?" Amir schudt zijn hoofd. "Niet eng. Wel pijnlijk. Dat je wijk zo in het nieuws komt."
Ze keuren de rellen niet goed – het is niet normaal om met stenen en prullenbakken naar de politie te gooien. Maar: "Het komt ergens vandaan. Er was zo veel onvrede over de politie. Ik kan het aantal keren dat ik ben aangehouden om mijn ID te laten zien niet meer op twee handen tellen. Denk je dat dat ook zou zijn gebeurd als ik wit was geweest? En als ik door een andere wijk zou lopen?"
Amir somt ter illustratie grijnzend een reeks getallen op. Zijn burgerservicenummer. "Ik heb hem al zo vaak moeten voorlezen dat ik hem uit mijn hoofd weet."
Geen goede reputatie
De mannen geven toe: de wijk heeft over het algemeen geen al te beste reputatie. In het archief van de Tweede Kamer wordt de Schilderswijk in de periode 2007-2020 maar liefst 464 keer genoemd, zo schreef een journaliste die in augustus vorig jaar onderzoek deed naar de wijk voor Vrij Nederland.
"Het betrof", zo stond er in het artikel, "in tientallen gevallen Kamervragen over antisemitisme, etnisch profileren, de achtergrond van daders, buitensporig politiegeweld, IS en de omstreden imam Fawaz Jneid die er ooit predikte."
"Maar weet je wat het is?", zegt Achraf. "Dat is niet alléén maar de Schilderswijk. Journalisten komen alleen als er shit aan de hand is. Niet bij mooie initiatieven, zoals laatst, toen er goodiebags aan daklozen werden uitgedeeld door drie jonge meiden uit de wijk. En ook niet als wij met de politie in gesprek gaan."
"Nu gaat het echt beter. De agenten doen hun best en wij ook. Ze komen soms ook gewoon even kletsen, ouwehoeren, zonder dat we meteen onze ID-kaart hoeven te laten zien."
Ze zagen de wijk veranderen. Ze zagen een nieuwe generatie op hun voetbalveldje panna's uitdelen. En ze zagen zichzelf veranderen. Achraf is bijna afgestudeerd, Amir is doorgestroomd naar een hbo-opleiding, integrale veiligheidskunde. Ze denken na over plannen met hun theatervoorstelling.
Komt wel goed
"Met dat succes is het wel goed gekomen", grijnst Amir. "Alleen soms ben ik nog steeds wel bang…"
Hij is even stil, leunt achterover op de achterpoten van zijn stoel. Dan: "Ja, gewoon, soms ben ik wel bang dat ik door mijn achtergrond alsnog niet makkelijk aan een baan kom." Achraf knikt. Hij snapt dat. Maar, zo zegt hij ook: "Je hebt straks niet alleen een diploma, maar ook levenswijsheid, man. Van je familie, van je vrienden, maar ook van de straat."
Waar hij maar mee zeggen wil: als de levens van Achraf en Amir voetbalwedstrijden waren, dan zouden ze niet meer met 3-0 achterstaan.
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto's van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: zondaginterview@rtl.nl
Lees hier de eerdere zondaginterviews.