Steeds minder Nederlanders rekenen zich tot een religie of levensbeschouwing, blijkt uit cijfers van statistiekenbureau CBS. De trend is al decennia gaande. In 2019 beschouwt 46 procent van de bevolking zichzelf als religieus.
Een jaar eerder was dat nog 48 procent. Het gaat daarbij om Nederlanders van 25 jaar en ouder. Ook neemt het aantal mensen af dat regelmatig naar een religieuze dienst gaat in bijvoorbeeld een kerk of moskee, meldt het CBS.
Katholieken en protestanten
Vooral het aantal katholieken en protestanten nam af. Zij vormen nog wel de grootste religieuze groepen in Nederland: 20 procent noemt zich katholiek en 15 procent noemt zich protestants. De groep moslims bleef met 5 procent nagenoeg even groot.

Bij protestanten is regelmatig bezoek aan een gebedshuis het meest gebruikelijk. Ongeveer de helft gaat zeker een keer per maand naar de kerk. Daarna volgen de moslims. De katholieken gaan het minst vaak. Een op de zeven van hen gaat eens per maand naar de kerk.
Bestaan god
Over het bestaan van een god zijn de meningen verdeeld. Behalve de mensen die overtuigd zijn dat een god wel of niet bestaat, zijn er ook groepen die twijfelen of het niet weten. Anderen geloven wel in een hogere macht, maar niet in een god.
Ook niet alle mensen die tot een religie of levensbeschouwing behoren, zijn overtuigd dat er een god bestaat. De groep die zonder meer in een god gelooft, is het grootst onder moslims. Onder katholieken heerst de meeste twijfel.


Dagelijkse update
Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update.