Ga naar de inhoud
Corona-update, stel je vraag

Wat zijn superverspreiders en hoe zijn ze te herkennen?

Voorlopig even geen superspread events, plekken waar veel mensen samenkomen.

Na een flinke daling in de tweede golf zitten we nu al een tijdje stabiel op zo'n 6000 nieuwe coronagevallen per dag. En dat terwijl het merendeel zich netjes aan de maatregelen houdt. Waarom dalen de cijfers niet verder? Zouden we ons misschien meer moeten focussen op de superverspreiders, en wie zijn dat dan? Die vraag staat centraal in deze corona-update.

Laten we het eerst hebben over het R-getal, ook wel bekend als het reproductiegetal. Op het coronadashboard staat het al een tijdje rond of net onder de 1. Het laatst bekende cijfer is dat van 30 oktober, namelijk 0,89. Dat betekent: tien mensen met Covid-19 besmetten gemiddeld negen andere mensen.

Superspreaders

Goed nieuws, want zo dooft het virus langzaam uit. Of niet? Marcel Levi is ceo van University College London Hospitals en waarschuwt dat het R-getal ons blind maakt voor een belangrijke kenmerk van de verspreiding van dit virus. "De R gaat eraan voorbij dat sommige covid­patiënten helemaal niemand infecteren terwijl anderen juist veel mensen met het virus besmetten", schrijft hij in het Parool.

Superspreaders, ook wel superverspreiders: daar draait het om. Die veroorzaken een aanzienlijk deel van de virusbesmettingen en lokale uitbraken, zegt hij. Sommige mensen besmetten niemand of maar één iemand. Anderen besmetten opeens tientallen mensen.

Volgens Levi moeten we ons daarom veel meer focussen op de superspreaders. Maar hoe herken je die eigenlijk? 

De (on)zichtbare superverspreider

Superspreaders, ook wel supershedders, zijn mensen die de hele tijd kleine druppeltjes en aerosolen uitademen of uithoesten.

Sommige mensen doen dit altijd, volgens Levi. Die zijn makkelijk te herkennen aan hun 'vibrerende stembanden, tongrollende spraak en flapperende lippen'. "Zij sproeien zichtbaar en voelbaar speekseldruppeltjes rond. Spreken met consumptie, noemde mijn oma dat." Ook door te zingen en te schreeuwen kunnen meer aerosolen worden verspreid.

Bijna
Lees ook:
Bijna vijftig coronabesmettingen na uitvaart in Duitsland

Volgens Levi kunnen superverspreiders ook 'anatomisch' anders zijn. Zo kunnen ze grotere holtes en kanalen hebben, waardoor ze meer druppeltjes uitblazen.

Andere theorieën  

Andere wetenschappers zijn een stuk terughoudender en stellen dat superspreaders niet zo makkelijk te herkennen zijn. RIVM-onderzoeker Jacco Wallinga zei eerder dit jaar: "Die zogenaamde superverspreiders spelen een grote rol, maar we kennen hun karakteristieken niet. Frustrerend, want als we dat wel wisten, waren alleen maatregelen nodig voor specifieke mensen of groepen." 

In de hele wereld houdt men zich bezig met dit onderwerp. In de Britse krant The Guardian werd het immuunsysteem van de superspreader een keer genoemd als mogelijke oorzaak. Of wellicht is een superspreader besmet met een hogere infectieuze dosis en scheidt hij daarom meer virusdeeltjes uit.

Op
Lees ook:
Op zoek naar de superspreader: 'Kan in korte tijd een hele zaal besmetten'

De afgelopen maanden is duidelijk geworden dat ook schijnbaar gezonde mensen en kinderen ongemerkt een superverspreider kunnen zijn en besmette zweefdruppeltjes kunnen produceren.

Grote walm virusdeeltjes

"Er zijn mensen die het virus bij zich dragen met milde klachten, maar wel een grote walm virusdeeltjes om zich heen hebben", zei Paul Savelkoul twee maanden geleden tegen Editie NL. Hij is hoogleraar medische microbiologie bij het Maastricht UMC+. Een superspreader kan in een mum van tijd een hele zaal besmetten, zegt hij. "We weten nog niet waarom de ene persoon een superspreader is en de andere niet."

Bij het RIVM zeggen ze ook: een superspreader is aan de buitenkant niet te herkennen. "Wij weten ook niet meer daarover", zegt een woordvoerder.

Het RIVM heeft het liever over 'superspread events': plekken waar veel mensen samenkomen en waar één persoon veel mensen kan besmetten. "Superspread events hebben we nu niet. Dat soort bijeenkomsten zijn niet toegestaan."

Slimmer testen

In het laboratorium is wél te zien of iemand een superspreader is. Je kunt dan kijken naar de hoeveelheid virusdeeltjes die iemand bij zich draagt, dat doen ze bijvoorbeeld bij het Maastricht UMC. Bij de gewone coronatest wordt dit niet bekendgemaakt.

Toch kleven daar nadelen aan. Volgens Menno de Jong, hoofd medische microbiologie van het Amsterdam UMC en adviseur van het OMT, is zo'n coronatest een momentopname. De dag nadat iemand getest is kan diezelfde persoon meer virusdeeltjes en ook meer klachten hebben.

Ook bij het RIVM zien ze nadelen in die werkwijze. "Of je in hoge of in lage mate besmettelijk bent: voor iedereen betekent het gewoon afstand houden. We gaan daar geen nuances in aanbrengen, dat zou alleen voor verwarring zorgen bij mensen. Als mensen een lage score uit de test zouden krijgen, dan zouden ze kunnen denken dat ze zich minder aan de regels kunnen houden. Dat levert niet echt iets op."

Voorlopig is het dus: afstand houden en ventileren. Want je kunt zomaar een superverspreider tegenkomen – of er zelf een zijn.