Wel naar de winkelstraat, naar het pretpark en naar de dierentuin. Maar de sportvelden en sporthallen blijven voor een groot deel leeg. Toch houden veel verenigingen de moed erin, naast de zorgen die er zijn. Zorgen over 2021 vooral, want dat jaar kan nog weleens moeilijker worden dan dit jaar.
Wie je het ook vraagt of welke sportbond je ook belt, ze benadrukken allemaal hoe bijzonder het is wat de verenigingen allemaal bedenken om de leden aangehaakt te houden. Onlinetrainingen, clinics, kleurplatenacties, noemt het maar op. Aan het eind van die zin volgt er altijd een 'maar'. Want zonder de echte sport en competitie, kan er uiteindelijk geen bond bestaan.
'Doodsteek voor verenigingen'
Online klonk boosheid na de persconferentie van premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge gisteravond. Sportmarketeer Bob van Oosterhout liet weten enorm teleurgesteld te zijn. "Onthutsend. Álles gaat open, maar de sport blijft potdicht. De doodsteek voor verenigingen en natuurlijk de topsport", twitterde Van Oosterhout. Maar is dat zo?
De enige mensen die echt weten hoe het zit, zijn de bondsbestuurders of -medewerkers van de diverse sporten.
Weerbaarheid, positiviteit, maar ook zorgen
Dat zijn er veel. Wij belden met vertegenwoordigers van het judo, basketbal en hockey, wetende op die manier nooit een totaalbeeld van de sport in zijn geheel te kunnen krijgen, want het zijn er nogal wat, die sportbonden. Voor dat totaalbeeld zijn andere instanties. Het NOC NSF bijvoorbeeld, of het Mulier Instituut voor Sportstudies.
Tijdens de eerste lockdown mochten kinderen niet sporten, sinds eind april wel weer:
Wat blijkt: de weerbaarheid is groot, positiviteit viert hoogtij, maar daarachter zitten zorgen. Bart Volkerijk, interim-directeur van de basketbalbond: "De hoop is dat we in januari weer van start kunnen met de competities, anders gaan we in de knel komen." En ook bij het judo voelen ze problemen aankomen. Een contactsport ook nog, dat helpt niet mee.
De sportschool als alternatief
Dat in de knel komen zit bijvoorbeeld in competitiebijdragen die bij een volledig afgeschreven jaar niet binnenkomen, baromzetten die worden gemist, maar ook in de angst dat uiteindelijk leden zullen weglopen, iets wat de bonden die wij belden tot nu toe gelukkig nog niet in extreme mate zien gebeuren. "Want wat als je wel in de sportschool groepslessen kunt volgen, maar niet kunt trainen met basketbal?"
'Vooral binnensporters haken af'
Het Mulier Instituut doet onderzoek naar de ledenaantallen en zag dat die tijdens de tweede coronagolf verder onder druk zijn komen te staan. Drie op de tien clubs zegt te maken te hebben met een dalend aantal leden, veelal door het coronavirus.
Met name zaalsporten hebben het momenteel moeilijk. "Je ziet dat mensen vooral bij de binnensporten afhaken, bijvoorbeeld badminton, maar ook dammen, schaken en bridge", aldus Janine van Kalmthout van het Mulier Instituut.
"Clubs ervaren negatieve gevolgen als ze de cijfers van september 2019 met die van september 2020 vergelijken. Maar het is niet alleen maar kommer en kwel. Sporten als tennis en golf merken juist dat sporters overstappen en ook de watersporten, zoals roeien, doen het niet slecht."
Bij het judo zijn de geluiden wel wat acuter. Een echte contactsport, en ook nog een sport waarbij er normaal gesproken veel in- en uitstroom van vooral kinderen is. Die instroom blijft nu achterwege. En dat terwijl de kinderen natuurlijk wel mogen trainen onder de huidige maatregelen.
Vaste trainingspartner
Bij volwassenen is trainen niet mogelijk, want iemand over de schouder werpen op anderhalve meter afstand, is een lastig verhaal. Toch worden er wel ideeën opgeworpen. "We zouden graag toewerken naar een vaste trainingspartner", zegt woordvoerder Stijn Nooteboom. Zo kunnen judoka's toch trainen, maar niet met wisselende trainingspartners.

Benny van den Broek, coördinator sportparticipatie bij de judobond, hoopt vooral dat er geen angst in de hoofden is gekropen om te judoën. "2021 wordt een spannend jaar", zegt hij. "Ik vertrouw op de ondernemende en innovatieve clubs." Maar ook hij weet: dit moeten we niet nog een jaar meemaken.
Winkels wel, sportclubs niet?
Dat laatste zegt ook Geert Slot, woordvoerder van sportkoepel NOC NSF. Nog een lange tijd deze maatregelen is funest, en dus is de hoop dat de situatie er half december er een stuk rooskleuriger uitziet dan nu. "Veel clubs lijken het te redden. Sport is heel krachtig, en je moet niet vergeten dat de jeugdsport is doorgegaan. Wij zijn niet dicht geweest, de pretparken wel."
Van een vergelijking tussen winkels, pretparken en sportclubs wil Slot dus ook niet weten. Maar dat er problemen zijn, dat staat buiten kijf. "Het vet is van de botten. En je weet niet welke gewoontes er gaan ontstaan bij mensen. Nu lijkt het erop dat mensen wel gewoon lid blijven bij hun vereniging."
Ook Clarinda Sinnige van de hockeybond zegt dat vergelijken met andere branches niet veel zin heeft, al doet het soms wel een beetje pijn. Als je winkelend publiek ziet, zou je zeggen dat je ook op een veld kunt sporten. "Maar wij begrijpen ook dat de bewegingen naar dat veld toe op deze manier worden verminderd." Net als de andere vertegenwoordigers van de bonden zegt zij: "De gezondheid staat voorop."

Net als bij het basketbal hoopt Sinnige dat de competities half januari weer van start kunnen gaan. De eerste stap is gezet, nu er weer met z'n vieren tegelijk getraind mag worden. "Op die manier kunnen we weer iets meer. Maar we vinden ook dat trainen in vaste teams bij senioren echt mogelijk zou moeten zijn, net als bij de junioren."
De sportclub als community
Perspectief is het woord van de komende maanden. Want met perspectief blijft ook het geduld, en de hoop op betere tijden. In het geval van Sinnige en het hockey gaat het dan om groepstrainingen. "Het perspectief van trainen moet er wel aan gaan komen. "In de tussentijd zetten ze bij het hockey vol in op de jeugd en de interne competities die daar wel toegestaan zijn. Maar het blijft enorm hard werken. "Clubs moeten er hard aan trekken."
Sinnige stipt een ander punt aan wat zo ontzettend belangrijk is binnen sportclubs: het sociale gedeelte. "Sporten is meer dan een wedstrijdje", zegt ze. Geert Slot van NOC NSF is het daar helemaal mee eens. "Sportclubs zijn communities", zegt hij. "Dat verschraalt en dat is lastig. We hopen dat dat snel weer terug kan komen."
En dus doen veel clubs er alles aan om het contact maar te houden. Online-spelvormen, leden online feliciteren met verjaardagen, noem het maar op. Want buiten die mooie goal, die prachtige ippon of weergaloze driepunter is het hoogtepunt van de week vaak gewoon het drankje achteraf.