In juli gaven Nederlanders 6,2 procent minder uit dan in dezelfde maand een jaar geleden. Die daling is wel geringer dan in de maanden maart tot en met juni.
Consumenten waren dus iets minder pessimistisch over de economie, blijkt uit voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Net als in de voorgaande maanden besteedden consumenten minder geld aan diensten (een daling van bijna 15 procent), maar gaven we meer uit aan goederen (een stijging van een kleine 10 procent).
Dat is niet verrassend, want door de coronamaatregelen gaan consumenten minder naar restaurants, het theater, pretparken, sportscholen, voetbalwedstrijden en ze reizen ze minder met het openbaar vervoer.
Hieraan besteedden we meer
Er zijn ook diensten waar Nederlanders meer aan uitgaven, zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen en koeriersdiensten. Aan voeding gaven we bijna 2 procent meer uit.
Ook in de producten die Nederlanders kochten, is het effect dat we meer thuis werken goed te zien. Consumenten kochten meer woninginrichtingsartikelen en elektrische apparatuur. Ook de verkoop van tweedehands koopauto's stijgt. Eerder bleek al nu mensen weer wat meer op pad zijn, zij vaker kiezen voor de auto dan voor het openbaar vervoer.
'September minder ongunstig dan juli'
De daling van consumentenuitgaven is geringer dan in de vier maanden ervoor. De afname was het grootst in april (min 17 procent), daarna werd de daling steeds kleiner.
Volgens de CBS Consumptieradar zijn de omstandigheden voor de consumptie door Nederlandse huishoudens in september gunstiger dan in juli. Een belangrijke reden is dat ondernemers in de industrie positiever zijn over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun bedrijf. Ook zien consumenten hun financiële situatie in de komende 12 maanden wat zonniger in.