Mensen die in de bijstand zitten en per ongeluk een vergissing maken op een formulier, moeten niet direct aangemerkt worden als fraudeur. Gemeenten moeten de mogelijkheid krijgen om zo'n fout gemakkelijker te vergeven. Op initiatief van het CDA en de ChristenUnie neemt de Tweede Kamer vandaag een wetswijziging aan die dat mogelijk maakt.
Mensen die in de bijstand zitten, moeten vaak formulieren invullen als er iets is veranderd aan hun situatie. Ze krijgen een tijdelijke baan, bijvoorbeeld, of ze verhuizen. Maar wie een fout maakt omdat hij een formulier verkeerd invult of te laat inlevert, wordt door de huidige wetgeving direct als fraudeur aangemerkt.

Zelfs als ambtenaren bij de gemeente zeker denken te weten dat die fout niet met opzet gemaakt is, kunnen ze volgens de wet iemand die eenmaal is aangemerkt als fraudeur niet meer helpen met een schuldregeling.
'Hartstikke ingewikkeld'
Het is CDA-Kamerlid René Peters een doorn in het oog. "Een groot aantal bijstandsfraudezaken ontstaat niet omdat mensen te kwader trouw zijn maar omdat ze zich vergissen. En dat is geen wonder want de regels zijn hartstikke ingewikkeld."

Hij pleit ervoor dat gemeenten coulanter mogen zijn. Ambtenaren moeten het recht krijgen om eerst vast te stellen of er echt sprake is geweest van fraude. Is dat niet het geval dan mag de gemeente te hulp springen. "Dan kunnen mensen die in de schuld zitten en iets fout hebben gedaan toch hulp krijgen", zegt Peters.
"Is er echt sprake van stiekem bijverdienen of bewust misleiden van de gemeente, dan blijft het fraude", vervolgt hij. "En dan kan de gemeente ook ingrijpen."
Rechtbank
In de huidige praktijk kan alleen de rechter ervoor zorgen dat een bijstandsgerechtigde toch geholpen kan worden als hij eenmaal is aangemerkt als fraudeur.
Daarvoor ontstaat wel eerst de bizarre situatie dat twee afdelingen van dezelfde gemeenten tegen elkaar moeten procederen. De ene afdeling wil een bijstandsgerechtigde helpen uit de schuld te komen, de andere afdeling moet dat volgens de wet weigeren omdat iemand is aangemerkt als fraudeur. De rechter moet dan uiteindelijk beslissen wie gelijk heeft.

Belachelijk
"Dat is belachelijk", vindt Peters. "Het kost klauwen met geld en tijd. Ondertussen lopen de schulden op, wordt een oplossing moeilijker en zakken mensen nog verder weg in het financieel moeras. Dat moet anders."
De Tweede Kamer stemt later vandaag over de wetswijziging.
